De Kever. Vroeger vond ik het maar niks. Zo kaal, vooral dat dashboard.
Maar toen, het moet begin jaren '80 zijn geweest. Mijn vader en ik gingen met onze achterbuurman mee om te kijken naar geschikt hout om een voliëre te bouwen. Die buurman was gek van vogels. En hij was vaste klant bij de Toyotadealer, die vroeger Volkswagendealer was. Dus reed de beste man in een beige Kever, een 1303. Eentje met de bolle voorruit dus.
De beide heren zaten voorin en ik op de achterbank. Buurman startte de motor en vanaf dat moment was ik totaal om. Wat een geluid! Klonk vanbinnen heel anders dan buiten de Kever. Die boxerroffel in combinatie met dat geruis van die grote rechtopstaande koelventilator.
En oh wat een feest. We gingen nog rijden ook. Ik zat best op die achterbank, beetje weinig beenruimte, dat wel. De rit ging van Zwolle naar een houtboer in de buurt van Staphorst. Het motorgeluid was geweldig. Ook de panelen naast de achterbank vielen me op, die onder de achterste zijruiten. Onder het raam liep een verdikking en daaronder liep het paneel wat naar buiten. Keverliefhebbers weten wel wat ik bedoel. Ja, als je achterin zit valt je vanalles op.
De buurman verontschuldigde zich nog met een lachje tegen mij dat hij niet zo'n mooie auto had als de Peugeot 304 die mijn vader toen had. Geen probleem, in tegendeel zelfs, ik vond het allemaal prachtig.
Op de terugweg namen we de snelweg terug naar Zwolle en buurman trapte de 1303 behoorlijk op z'n staart. Ik zag dat de snelheidsmeter zo'n 130 km/u aanwees. En een geluidje kwam er achter de achterbank vandaan! Fantastisch!
Vanaf dat moment was ik behalve liefhebber van de Opel Kadett B ook liefhebber van Kevers. Begon met het verzamelen van alle documentatie die ik te pakken kon krijgen. Folders, instructieboekjes, vraagbaken, noem het allemaal maar op. Kwam erachter dat er qua constructie behoorlijke verschillen zaten tussen de "Oerkever", de 1302 en de 1303. Stapte later toen ik mijn rijbewijs pas had ook wel eens naar garages waar een gebruikte Kever te koop stond. Maakte daar dan een proefit mee zonder de bedoeling 'm te kopen: geen geld voor vaste lasten en eventuele reparaties. Noem het jong en brutaal.
Maar dat zelf rijden met zo'n Kever was geweldig en daar was het weer achter me: dat geluid! Sturen ging perfekt, lekker licht en de Kever wilde gemakkelijk bochten door. Alleen was het even wennen aan de rechtopstaande pedalen en het ontbreken van rembekrachtiging. Je zat ook nogal dicht op de voorruit, het was namelijk een 1300, dus met de vlakke voorruit en een groen metalen dashboard. Vond het allemaal prachtig!
Zit me nog steeds te verdiepen in de werking van de Kevertechniek. Degene die dat allemaal zo bedacht heeft (Porsche) moet geniaal geweest zijn. Wat dat betreft heb ik nog een vraagje. En waar kan ik die beter stellen dan aan een stelletje fanatieke Keveraars? Juist, hier dus.
Op de foto die eerder geplaatst is door een Keverliefhebber kun je goed zien wat ik bedoel. Het gaat om de witte leidingen die het inlaatspruitstuk vormen. Naar de voorste (gezien in de rijrichting), zo lijkt het tenminste, twee cilinderparen lopen dikkere buizen vanonder de carburateur dan naar de achterste cilinderparen. Is het misschien zo dat de dikke buizen, links en rechts toch elk twee cilinders voeden en de dunne buizen vooraan voor spruitstukverwarming of iets dergelijks zorgen? Waarvoor dienen die dunne buizen anders? De dunne buizen komen uit bij de uitlaatbevestiging van de achterste cilinders. Dus tussen cilinders en (kleine) warmtewisselaars. Aan het andere uiteinde komen ze uit vlak bij de carburateur.
Afijn, ik hoor het wel, want de echte sleutelaars kennen hun Kever van binnen en van buiten.