afentoe
Kilometervreter
Nu even niet
Mijn nieuwe baan bevalt me prima. Sinds kort ben ik chauffeur, in te huren door zowel particuliere als zakelijke klanten, waarbij ik de klant in zijn/haar eigen auto van/naar (of retour) de bestemming rijd. Als groot autoliefhebber vind ik het heerlijk om rond te rijden in verschillende types, met name van het exclusievere soort in dit geval. Daar ook nog voor betaald krijgen, en natuurlijk mensen een dienst bewijzen, noem ik helemaal ideaal. Nadeel zijn de traditionele verkeersergernissen, die ik dan ook vrijwel elke rit wel eens tegenkom. Je kent het wel: slingerende types die hun telefoon heel interessant blijken te vinden; bumperklevers; geen richting aangeven; et cetera. Bij dat soort types hoop ik altijd dat er zo’n donkere Audi van het KLPD vlak achter rijdt, maar helaas is dat zelden het geval.
Juni 2016, half zeven ’s morgens. Twee mensen, die elkaar al jaren kennen, moeten naar het vliegveld worden gebracht. Omdat ze relatief dicht bij mij wonen, werd ik gevraagd om hen in alle vroegte af te zetten. Ik rijd dwars door de nog niet bestaande ochtendspits over de snelweg, continu met 130 een rits vrachtwagens voorbij. Ik bestuur een comfortabele wagen van Franse makelij; er zijn vervelendere manieren te verzinnen om je dag te beginnen; wanneer ik één van de eerder omschreven hufters achter mij vind. Best wel dicht achter mij ook, ik schat een metertje of vijf. Daar rijdt hét stereotype, ehh, haastige bestuurder zullen we maar zeggen. Zwart Golfje op importplaten, donkere ruiten, petje prominent in beeld. In tegenstelling tot wat ik gebruikelijk doe bij dit soort types, besluit ik nu na de zoveelste vrachtwagen even vlot naar rechts te gaan. Meneer begint mij namelijk te irriteren, en dat is zowat het laatste wat ik wil met klanten in de auto.
Direct nadat ik de voorste truck voorbij ben, gaat mijn knipperlicht aan en vertrek ik richting rechterbaan. Tot mijn grote verbazing, ik ga immers overduidelijk naar rechts, kiest het petje om nog een aantal stappen omhoog te klimmen op de asoladder. Terwijl ik met mijn manoeuvre bezig ben check ik wanneer ik over de lijnen heen rijd altijd routinematig nogmaals mijn binnenspiegel, om 300% zeker te weten dat ik er écht voorbij ben. Ik zie het Golfje tot mijn verbazing gasgeven en van links naar rechts door mijn binnenspiegel gaan, half de vluchtstrook op. Ik schrik me logischerwijs het spreekwoordelijke hoedje, en stuur de auto snel terug de linkerbaan op, terwijl het Golfje mij met zo’n 145-150 per uur half over de vluchtstrook voorbij vliegt.
Als hij me voorbij is ga ik naar rechts, verontschuldig me naar mijn passagiers voor de onverwachte manoeuvre, en zie ik het Golfje een paar honderd meter verder afremmen achter een inhalende tragere auto. Ik loop langzaam in, op het moment dat de passagier op de achterbank me vraagt of ik iets dichterbij kan rijden, zodat hij het kenteken kan zien. Wanneer ik het kenteken oplees pakt hij zijn telefoon erbij en vraagt naar snelwegnummer en hectometerpaal. Kennelijk antwoordde ik op vragende toon, want gelijk nadat hij zijn maat had gezegd dat ‘deze een naheffinkje zou krijgen’ werd mij verteld dat hij al een tijdje bij de politie zit. Hij had toevallig zijn telefoon met de boete-uitschrijf-app bij zich, en heeft er vanaf de achterbank voor gezorgd dat het petje met een paar weken een rekening à €230 voor rechts inhalen op de mat mag verwachten.
Ik ben onder de indruk, nooit geweten dat zoiets überhaupt kon, maar vind het nog steeds hilarisch. ‘Vandaag heb je dan geen mazzel vriend,’ denk ik terwijl het Golfje opnieuw wegstuift, ‘nu even niet’.
Dit waargebeurde verhaal is mijn inzending voor blogcontest #99.
[size=x-small]Uit privacyoverweging zijn details weggelaten.[/size]
Mijn nieuwe baan bevalt me prima. Sinds kort ben ik chauffeur, in te huren door zowel particuliere als zakelijke klanten, waarbij ik de klant in zijn/haar eigen auto van/naar (of retour) de bestemming rijd. Als groot autoliefhebber vind ik het heerlijk om rond te rijden in verschillende types, met name van het exclusievere soort in dit geval. Daar ook nog voor betaald krijgen, en natuurlijk mensen een dienst bewijzen, noem ik helemaal ideaal. Nadeel zijn de traditionele verkeersergernissen, die ik dan ook vrijwel elke rit wel eens tegenkom. Je kent het wel: slingerende types die hun telefoon heel interessant blijken te vinden; bumperklevers; geen richting aangeven; et cetera. Bij dat soort types hoop ik altijd dat er zo’n donkere Audi van het KLPD vlak achter rijdt, maar helaas is dat zelden het geval.
Juni 2016, half zeven ’s morgens. Twee mensen, die elkaar al jaren kennen, moeten naar het vliegveld worden gebracht. Omdat ze relatief dicht bij mij wonen, werd ik gevraagd om hen in alle vroegte af te zetten. Ik rijd dwars door de nog niet bestaande ochtendspits over de snelweg, continu met 130 een rits vrachtwagens voorbij. Ik bestuur een comfortabele wagen van Franse makelij; er zijn vervelendere manieren te verzinnen om je dag te beginnen; wanneer ik één van de eerder omschreven hufters achter mij vind. Best wel dicht achter mij ook, ik schat een metertje of vijf. Daar rijdt hét stereotype, ehh, haastige bestuurder zullen we maar zeggen. Zwart Golfje op importplaten, donkere ruiten, petje prominent in beeld. In tegenstelling tot wat ik gebruikelijk doe bij dit soort types, besluit ik nu na de zoveelste vrachtwagen even vlot naar rechts te gaan. Meneer begint mij namelijk te irriteren, en dat is zowat het laatste wat ik wil met klanten in de auto.
Direct nadat ik de voorste truck voorbij ben, gaat mijn knipperlicht aan en vertrek ik richting rechterbaan. Tot mijn grote verbazing, ik ga immers overduidelijk naar rechts, kiest het petje om nog een aantal stappen omhoog te klimmen op de asoladder. Terwijl ik met mijn manoeuvre bezig ben check ik wanneer ik over de lijnen heen rijd altijd routinematig nogmaals mijn binnenspiegel, om 300% zeker te weten dat ik er écht voorbij ben. Ik zie het Golfje tot mijn verbazing gasgeven en van links naar rechts door mijn binnenspiegel gaan, half de vluchtstrook op. Ik schrik me logischerwijs het spreekwoordelijke hoedje, en stuur de auto snel terug de linkerbaan op, terwijl het Golfje mij met zo’n 145-150 per uur half over de vluchtstrook voorbij vliegt.
Als hij me voorbij is ga ik naar rechts, verontschuldig me naar mijn passagiers voor de onverwachte manoeuvre, en zie ik het Golfje een paar honderd meter verder afremmen achter een inhalende tragere auto. Ik loop langzaam in, op het moment dat de passagier op de achterbank me vraagt of ik iets dichterbij kan rijden, zodat hij het kenteken kan zien. Wanneer ik het kenteken oplees pakt hij zijn telefoon erbij en vraagt naar snelwegnummer en hectometerpaal. Kennelijk antwoordde ik op vragende toon, want gelijk nadat hij zijn maat had gezegd dat ‘deze een naheffinkje zou krijgen’ werd mij verteld dat hij al een tijdje bij de politie zit. Hij had toevallig zijn telefoon met de boete-uitschrijf-app bij zich, en heeft er vanaf de achterbank voor gezorgd dat het petje met een paar weken een rekening à €230 voor rechts inhalen op de mat mag verwachten.
Ik ben onder de indruk, nooit geweten dat zoiets überhaupt kon, maar vind het nog steeds hilarisch. ‘Vandaag heb je dan geen mazzel vriend,’ denk ik terwijl het Golfje opnieuw wegstuift, ‘nu even niet’.
Dit waargebeurde verhaal is mijn inzending voor blogcontest #99.
[size=x-small]Uit privacyoverweging zijn details weggelaten.[/size]