Renault Mégane Coupé 2.0 16V IDE Sport (2000)

Voorlopig zal directe benzine-injectie nog exclusief blijven, dat past weer wel bij een sportmodel. Renault komt de eer toe dit als eerste Europese fabrikant te bieden. Met nog als enige concurrent Mitsubishi. Oké, we gaan even voorbij aan Volvo, dat ook een Europese aanbieder van directe injectie is, maar wel geheel op krediet van Mitsubishi.
Renault kiest niet voor de zogenoemde armmengselafstemming. Met stelt dat het nog moeilijk is om een katalysator goed te laten samenwerken met een motor die is afgesteld op een arm mengsel van lucht en brandstof.
Een omschakelpunt waar de motorsturing overgaat van "zuinig" naar "snel" of zoiets, hebben we niet ontdekt. Maar daarmee is niet gezegd dat de Injection Directe Essence motor feilloos loopt. Zo gaat het starten niet altijd zo vlot als we heden gewend zijn. Vrij van trillingen is het aggregaat evenmin, waarbij die trillingen zich ook hoorbaar manifesteren. Het blok is daarnaast vrij luidruchtig, wat echter ook voor enkele andere Renault-motoren geldt, en niets te maken hoeft te hebben met de directe injectie.
Naar ons gevoel reageert de IDE motor minder gretig op gasgeven dan de - uitgesproken sportieve - voorgaande 2.0-16V. Ondanks dat hij een stuk meer trekkracht kan leveren (15 Nm meer), bij een iets lager topvermogen (7 pk minder). De IDE heeft het karakter van een min of meer ouderwetse multiklepper: hij gaat pas bij hoog toerental van harte aan de slag. Toch denken we dat de regeling van de directe injectie ook zorgt voor een eerst wat bezadigde reactie, om pas bij diep ingetrapt gaspedaal de beer los te gooien. Dat er "iets" is met de motorregeling merken we ook als we pogen zo zuinig mogelijk te rijden met constante snelheid. Het lukt zo goed als niet om een stand van het gaspedaal te vinden, waarbij de auto één snelheid aanhoudt en de boordcomputer een constante verbruikswaarde toont.
Evengoed komt de Coupé IDE Sport zeer moeiteloos vooruit. De Mégane heeft per slot van rekening nog altijd 140 pk onder de kap. Het mag bij laag toerental niet meteen "van dik hout" gaan, de souplesse is dik in orde en flitsend inhalen kost weinig moeite. Alleen loopt de motor niet mooi rond, daarom vinden we dat Renaults IDE nog niet helemaal af is. We zien deze coupé als een proefdier, zeg maar een ultieme langeduur praktijktest voor Renault overgaat op een brede toepassing van IDE-aggregaten.
De hele grap van directe injectie is dat die een lager verbruik behoort op te leveren. Nou was de brandstofconsumptie bepaald niet het sterke punt van de vorige Coupé 16V, die bij een beetje gebruik van zijn spierballen nauwelijks meer 1:10 haalde. Dat doet de nieuwe IDE een stuk beter. Als je eraan trekt doet "ie omstreeks 1:11, een redelijk gelijkmatig tempo levert al gauw een gunstigere waarde dan 1:13 op. Gemiddeld kwamen we aan 1:12, zowaar dik twintig procent zuiniger dan we ooit met de oude 2.0 16V reden.
Toen we toch aan het neuzen waren in oude tests viel op hoeveel goedkoper (jawel!) deze Mégane-topper is geworden. Drie jaar geleden moest "ie bijna vijftig mille opbrengen, dat was nog zo toen de 16V ruim een jaar geleden geruisloos uit het gamma verdween. Nu valt dat bedrag liefst f 7200 lager uit, dus Renault verkoopt de bijzondere techniek niet duur. Dat heeft niets te maken met zuinigheid in de uitrusting, want het ontbreekt de Coupé IDE Sport aan vrijwel niets. ABS, airco, airbags, lichtmetalen sportwielen, het is er allemaal.

Puur sportief

De Mégane Coupé heeft onveranderd zijn beperkingen voor algemeen gebruik. Weinig zitruimte achterin, een kleine kofferbak en een puur onhandig klein bagageluikje. Daarbij is een Sport-uitvoering straf geveerd en blijft het binnenin niet direct stil.
Het valt bij zo"n sportief onderstel tegen dat de besturing relatief indirect werkt. De gevoeligheid is goed, maar van een sportwagen verwacht je een veel directere reactie in het stuur. Verminderd, maar niet verdwenen, is het wisselend bochtgedrag: met veel gas erop schuift de Coupé makkelijk over de voorwielen weg, op dat moment gas loslaten kan een flinke zwieper van de achtersteven oproepen. Toch hebben we wel sterk de indruk dat de sterkste Coupé nu een stukje makkelijker in het gareel te houden is dan de allereerste versie.
We mogen dan het een en ander te mekkeren hebben, vrijwel geen ander merk levert voor hetzelfde geld een even sterke en luxe coupé. Al helemaal niet met een IDE-motor als bonus.