Made in USSR: Moeder Ruslands onbekende conceptcars, hersenspinsels, proefballonnen en andere rariteiten

BAZ-3778​

Van BAZ-3778, 1993–1999

De geschiedenis van het voertuig BAZ-3778 begint halverwege de jaren 80, toen het management van de auto-industrie besloot een serie bestelwagens te creëren met een laadvermogen van 1,5 ton. De ontwikkeling werd uitgevoerd door het NAMI-instituut, met assistentie van UAZ-ingenieurs. Het was de bedoeling dat de productie van de voertuigen daar zou plaatsvinden. Het prototype had aanvankelijk de index UAZ-3727 . Ook werd de bouw van een nieuwe fabriek in de Azerbeidzjaanse SSR, in de stad Kirovabad (het huidige Ganja), overwogen.

Begin jaren negentig kwam het autoproject tot stilstand door de val van de Sovjet-Unie. Specialisten van het Britse bedrijf IAD kwamen hierbij om de hoek kijken en pasten het ontwerp van de machine aan. Daarom nam de autofabriek in Brjansk, die voorheen militair materieel produceerde, de taak op zich om de productie van bestelwagens te organiseren.

De BAZ-3778-bestelwagen had een zelfdragende carrosserie, één schuifdeur aan de rechterkant en onafhankelijke voorwielophanging. Het nominale laadvermogen van het voertuig bedroeg 1,5 ton. Onder de motorkap van de auto zat een carburateurmotor UZAM-4173.10 met een inhoud van 2,4 liter en een vermogen van 92 pk. Met.
De serieproductie van de voertuigen is nooit begonnen; Tot eind jaren negentig werden de BAZ-3778's geassembleerd met behulp van een bypass-technologie: enkele tientallen voertuigen per jaar. Het project werd uiteindelijk “afgemaakt” met de verschijning van de geheel metalen Gazelle , die bovendien de helft kostte van de BAZ.

Hij lijkt wel een beetje op een bekend Europees busje met een bril ehm andere neus erop!
 
NAMI is een Sovjet-Russisch instituut dat in 1920 werd opgericht en zich bezighoudt met de ontwikkeling van geavanceerde automodellen en diverse afdelingen voor de auto-industrie.

NAMI-0107​

1

Het idee om een compacte auto met voorwielaandrijving te creëren ontstond begin jaren zestig bij NAMI.

Geïnspireerd door de oplossingen van het Morris Mini Minor -model begonnen de ingenieurs van het instituut in 1964 met de bouw van een lopend model van de auto met de werknaam NAMI-0107. In 1966 begon men met het testen van de auto.

Het was een kleine tweedeurs sedan, waarvan de carrosserie was geleend van een testversie van de Zaporozhets ZAZ-966, en onder de motorkap was een 1,4 liter MZMA-408-motor gemonteerd. De vierversnellingsbak was origineel en de onafhankelijke torsiestaafvering werd vanaf nul ontwikkeld, waardoor de bodemvrijheid met zeven centimeter kon worden gewijzigd.

Uit de testresultaten bleek dat de NAMI-0107 een zeer primitief ontwerp had met een lage betrouwbaarheid van de transmissie-eenheden en andere componenten. De algehele oplossingen werden echter positief beoordeeld: dankzij de voorwielaandrijving kon de auto korter, maar ruimer zijn dan de Moskvich-408 , en bovendien had de auto een goede stabiliteit en beheersing.

In het kader van de verdere ontwikkeling van het project werd in 1967 het prototype NAMI-0107B gecreëerd.(Helaas is daar geen info over)

NAMI-0132​

1

De experimentele auto met voorwielaandrijving NAMI-0132 werd in 1968 gemaakt en enkele oplossingen die op de modellen NAMI-0107 en NAMI-0107B verschenen, werden hierin gebruikt .

Het huidige model was gebaseerd op de Fiat-124 , die destijds in Toljatti gereed werd gemaakt voor productie. De motor was geleend van het model Peugeot 204 ; het was een 1,1-liter motor met een vermogen van 53 pk. De
NAMI-0132 bleef een prototype en werd nooit in productie genomen.


NAMI Okhta​

ONS

Het model NAMI "Okhta" werd in 1987 in één exemplaar uitgebracht. De auto had een interieur met zeven zitplaatsen en het ontwerp maakte het ook mogelijk om hem om te bouwen tot een tweezitsbusje. De stoelen waren in drie rijen opgesteld en de cabine kon ook gebruikt worden als eet- en slaapgedeelte.

De ontwikkelaars hoopten een auto te creëren die beter zou zijn dan zijn buitenlandse tegenhangers, en in veel opzichten slaagden ze daarin. De ingenieurs namen het chassis van het klassieke VAZ-model over. De auto had composiet zijramen en de zijspiegels konden worden versteld zonder de auto te verlaten. Bij hoge snelheid werd de spoiler automatisch uitgeschoven.

De Okhta was ooit een groot succes en nam deel aan veel tentoonstellingen, maar in de jaren negentig werd de auto door de douane niet meer vanuit het buitenland naar Rusland toegelaten. Momenteel zijn de resten van de Okhta overgedragen aan Dmitry Parfenov. Over het verdere lot ervan is niets bekend.

NAMI-0288 Compact​

Auto NAMI-Compact

In de jaren 80 werkte het NAMI Instituut aan verschillende projecten met compacte stadsauto's, waaronder de NAMI-0288 "Compact".

Het hoofddoel van het project, dat in 1987 van start ging, was om een extreem compacte, lichte en ruime auto te creëren. Ontwerper Alexey Ponomarev en ingenieur Alexander Mironov gebruikten een indeling die ongebruikelijk was voor Sovjetauto's uit die tijd.

De Compact had een hoge driedeurs carrosserie, slechts 3,33 meter lang - net als het model ZAZ-965 - maar dankzij de verticale landing pasten er vijf personen in de cabine. De voorstoelen waren draaibaar gemaakt, wat, in combinatie met de ruime deuropeningen, de toegang tot de achterbank vergemakkelijkte. Het middelste gedeelte van de achterste bank was in de lengterichting verstelbaar, zodat passagiers elkaar niet met hun schouders in de weg zaten. Het reservewiel bevond zich onder de motorkap, waardoor een behoorlijk ruime kofferbak ontstond.
De NAMI-0288 "Compact" had een stalen frame waaraan carrosseriepanelen van kunststof en metaal waren gehangen en het leeggewicht van de auto bedroeg slechts 650 kg. Een andere ongebruikelijke oplossing was het ontwerp van de voorzijde: deze was niet opgenomen in de aandrijflijn van de carrosserie, maar was er via rubber-metaal scharnieren als een aparte eenheid aan bevestigd.
De ophanging van de auto maakte gebruik van pneumatische elementen, waardoor de bodemvrijheid variabel was van 140 tot 200 mm.

Auto NAMI-Compact

Auto NAMI-Compact

Aanvankelijk was het de bedoeling om de Compact uit te rusten met een 1,1-liter Fiat-motor, maar uiteindelijk werd besloten om een gemoderniseerde MeMZ-245-motor (1,1 liter, 56 pk) uit de Tavria te installeren . Volgens het ontwerp kon deze krachtbron niet alleen op benzine functioneren, maar ook op waterstof. De voorraad waterstof werd opgeslagen in een tank van 25 liter. Het koppel werd via een handgeschakelde vijfversnellingsbak naar de voorwielen overgebracht.
Eind 1988 had NAMI een rijdend prototype van de Compact gebouwd en in 1989 werd de auto met groot succes getoond op de Tokyo Motor Show.

De auto werd in eerste instantie ontworpen als conceptauto, zonder dat er sprake zou zijn van serieproductie. Nadat het project was afgerond, werden echter de mogelijkheden bekeken om de auto op de assemblagelijn te zetten. Later werd er nog een versie van het model gemaakt, de zogenaamde " Compact II ", maar geen van beide modellen is ooit in productie gegaan.

NAMI Compact II​

1

Van het experimentele voertuig NAMI Compact II, ook bekend als "Compi", werd in 1991 een enkel exemplaar gemaakt. De auto bouwde voort op de ideeën van de eerste " Compact " uit 1988, maar was iets groter en had ook een ander ontwerp. Het ontwerpkenmerk van het model was een modulair carrosserieontwerp met een afneembaar achterste gedeelte, waardoor de auto omgebouwd kon worden tot een hatchback, bestelwagen of pick-uptruck.
 

Lada Aleko​

Hatchback Lada Aleko, 1992-1995

In 1992 begon de hatchback " Moskvich-2141 " te worden geleverd aan de Duitse markt onder de naam Lada Aleko, de verkoop van auto's werd uitgevoerd via het LADA-dealernetwerk.

Exportauto's werden uitgerust met 1,8-liter Ford XLD418-dieselmotoren met een kracht van 60 pk (hetzelfde werd bijvoorbeeld geïnstalleerd op de Ford Escort ).

De prijs van de Lada Aleko op de Duitse markt was 18 duizend D-Mark. De vraag naar dit model was erg laag, slechts ongeveer vierhonderd auto's werden over een paar jaar verkocht.

Ook in Nederland zou de Aleko als Lada verkocht worden, maar uiteindelijk viel de kwaliteit tegen en zag Gremi er van vanaf.
53859036168_91d4b73e22_b.jpg


53858787611_95f9ef5246_b.jpg
 
Een kleine omweg is het volgende merk:

Belgee is een nieuw automerk uit Wit-Rusland, geïntroduceerd in 2023. De auto's van het merk worden geproduceerd in een fabriek in Borisov, regio Minsk. Het eerste model was de compacte crossover Belgee X50 , een kopie van het Chinese model Geely Coolray. Belgee-auto's worden officieel verkocht in Wit-Rusland en Rusland.

Modelreeks : Belgee S50, Belgee X50 & Belgee X70​

Belgee S50​

Belgee S50

De Belgee S50 is een middelgrote sedan die sinds 2024 in Wit-Rusland wordt geproduceerd. De officiële verkoop van het model op de Russische markt begint in 2025. De auto is een hernoemde kopie van de Chinese Geely Emgrand sedan en verschilt alleen van het origineel qua typeplaatjes.

Onder de motorkap van het model Belgee S50 ligt een atmosferische 1,5-liter benzinemotor (122 pk), die wordt gecombineerd met een handgeschakelde vijfversnellingsbak of een zestrapsautomaat.

In tegenstelling tot veel andere "Chinezen" wordt de sedan onder andere aangeboden in een eenvoudige uitvoering zonder onnodige "toeters en bellen". De basisuitrusting van het model omvat een handgeschakelde versnellingsbak, stoffen bekleding, halogeen koplampen, stalen velgen, traditionele wijzerinstrumenten, twee airbags, airconditioning en een mediasysteem.

De prijzen voor de Belgee S50 op de Russische markt zijn nog niet bekendgemaakt, maar ze zullen waarschijnlijk gelijk zijn aan die van de Emgrand.

België X50​

belgee_x50_1.jpg


De Belgee X50 is een nieuwe compacte crossover, waarvan de productie in de zomer van 2023 in Wit-Rusland van start ging. Het model wordt officieel verkocht op de Russische en Wit-Russische markt.

De Belgee X50 SUV is een kopie van de Chinese Geely Coolray , die sinds 2019 in een fabriek in de regio Minsk wordt geproduceerd. Het nieuwe product verschilt alleen van het origineel qua emblemen, maar onder de licentievoorwaarden mag de Wit-Russische kant in de toekomst het ontwerp en de constructie van de auto wijzigen.

De auto is uitgerust met een driecilinder turbobenzinemotor met een inhoud van 1,5 liter en een vermogen van 150 pk in combinatie met een zeventraps robotversnellingsbak. De aandrijving vindt uitsluitend plaats via de vooras.
Het basispakket omvat twee airbags, airconditioning, verwarmde voorstoelen en voorruit, achteruitrijcamera, cruisecontrol en lichtmetalen velgen.


Belgee X70​

Crossover België X70

De Belgee X70 is een nieuwe crossover die sinds 2024 in Wit-Rusland wordt geproduceerd. De auto's worden in een fabriek in de regio Minsk geproduceerd in een volledige cyclus, inclusief het lassen en lakken van de carrosserieën.

De auto is een omgedoopte Chinese crossover Geely Atlas Pro ; de versie onder het Wit-Russische merk verschilt alleen in naam.

De voorwielaangedreven BelGee X70 is uitgerust met een driecilinder turbomotor van 1,5 liter (150 pk) en een zestrapsautomaat. De vierwielaangedreven crossover is uitgerust met dezelfde 1,5-liter motor, maar dan met een vermogen van 177 pk, een zeventraps robotversnellingsbak en een elektrische startmotor, die helpt bij de eerste seconden accelereren.

De basisuitrusting omvat vier airbags, lederen bekleding, klimaatregeling met twee zones, stoel-, stuur- en voorruitverwarming, achteruitrijcamera, cruisecontrol en lichtmetalen velgen.
 
Ook in Nederland zou de Aleko als Lada verkocht worden, maar uiteindelijk viel de kwaliteit tegen en zag Gremi er van vanaf.
Wel via Lada-dealers maar met Aleko als merknaam. In het Autovisie-jaarboek van 1990 staat hij als Aleko 141 vermeld.
 
Wel via Lada-dealers maar met Aleko als merknaam. In het Autovisie-jaarboek van 1990 staat hij als Aleko 141 vermeld.
Goeie van je! Ik heb de folder er nog even bij gepakt, en daar wordt inderdaad ook niet van Lada Aleko gesproken, maar van Aleko. Zonder de 141. Mijn folder is van 1989. Het is me doordat ik nog niet zo goed kan lopen te veel werk, maar anders was ik eens wat in mijn folders en oude magazine's gedoken. Wat ik daar nog kan vinden. Volgens mij komt de Aleko ook voorbij in het boek over Gremi, maar voor dat boek geldt hetzelfde verhaal, op krukken is het allemaal toch net niets qua zoeken.

Ik had eigenlijk gehoopt dat ik een foto kon vinden op Flickr van een Franse Aleko, daar zijn ze ook (kort) verkocht en heel verassend in kleine aantallen, maar dat is mission Impossible.

Leuk om het volgende te vermelden, de ZAZ Tavria, die is al eens voorbij gekomen, zou ook in ons land verkocht worden, via Gremi / meneer Noordman. Misschien als Lada of anders via Lada. Helaas kreeg die auto geen goedkeuring, dus het was niet mogelijk om hem hier te verkopen. Maar in Chili werd de auto ook verkocht, niet als ZAZ maar ook als Lada. Wel echter zonder ook maar enige type plaatje van Lada.

Deze foto's zijn gemaakt in Santiago, door mijn vriend Rámon uit Chilli





En nog een leuke commercial uit de jaren 90:
 
Ah, wat ben jij snel zeg! @929V6 , zoals ik tegen mijn collega zeg als ze weer wat voor me moet regelen ivm mijn ziekte "jij bent de beste!"(y)

Hm dat is dan wel weer met Moskvitch logo. Ik zal eens wat gaan spitten in wat Russische sites of ik wat kan vinden.

Ik kom er op terug.
 
Hier een persfoto van de Franse importeur:

0344aa4b64b6ff11a8d7c3b955584101.jpg


Ik heb er voor zover ik me herinner nooit eentje gezien in dat land.
Sil, ik ben de tel kwijt hoe hij ook weer heet op Flickr heeft er vroeger eentje gehad, vertelde hij me tijdens de Oostblok-meeting jaren terug. Ze zijn echt amper verkocht daar, wat ook geld voor Duitsland.

De Aleko was ook echt best een matige auto. Zelfs mijn Poolse vrienden noemen het rommel, en ook in Moeder Rusland heeft ie niet echt een goede naam. Of het het helemaal terecht is, ik heb het idee dat als je kijkt naar de wagens die nu nog rondrijden, wel een beetje werkpaarden zijn, zonder al te veel TLC.
 
Ik heb er voor zover ik me herinner nooit eentje gezien in dat land.

Heel verrassend, nouja niet echt, op de Russische sites die ik ken, vind ik eigenlijk niet zoveel. De Franstalige Wikipedia, we nemen het maar voor waar aan, schrijft het volgende:

De 2141 werd in 1988 op de Autosalon van Parijs gepresenteerd onder de naam Aleko. Hij werd in 1990 in Frankrijk op de markt gebracht door het bedrijf Poch. Hij was verkrijgbaar in de S-versie, de basisversie, en de SL, gereserveerd voor de Franse markt omdat hij door Poch was voorbereid , en die sportwieldoppen, een achterspoiler, een nieuwe grille en zijskirts kreeg. De Aleko werd standaard geleverd met een toerenteller en metallic lak. Hij was verkrijgbaar met twee 1600-motoren en zou in Duitsland zelfs een 1753 cm³ dieselmotor krijgen, van Ford- origine . Ondanks de inspanningen van het netwerk had de Moskvitch moeite om zijn onflatteuze materialen en goedkope afwerking te verbergen: hij werd in 1993 uit de Franse catalogus gehaald, na slechts 769 registraties.

De Nederlandse schrijft nog wat meer:

De Aleko werd vooral verkocht op de thuismarkt maar eind jaren tachtig werden ook exportpogingen ondernomen. In 1989 presenteerde de Nederlandse Lada-importeur Gremi Auto-import de Aleko 141 op de AutoRAI maar net als de Belgische importeur Scaldia-Volga SA koos men voor de voorzichtige weg. Het product moest eerst voldoen aan de maatstaven die vanuit beide landen aangegeven waren. Gremi verwachtte de Aleko eind 1991 of begin 1992 op de markt te kunnen brengen voor een prijs tussen de 19.000 en 20.000 gulden. Uiteindelijk zag Gremi, net als bij de Tavria, toch af van import in Nederland.

In Frankrijk werd de Aleko in 1988 gepresenteerd op de Autosalon van Parijs en tussen 1990 en 1993 verkocht door importeur Jacques Poch. Hij was verkrijgbaar als basisversie S en als SL die speciaal voor de Franse markt was voorzien van wieldoppen, een spoiler achterop, rubber strips op de flanken en andere bumpers en grille. De Aleko werd standaard geleverd met een toerenteller en metallic lak. Ondanks alle inspanningen om de middelmatige afwerking van de auto te verbergen werd de Aleko in 1993 na 769 registraties uit het Franse leveringsprogramma verwijderd.

In West-Duitsland werd de auto als Lada Aleko aangeboden en verkocht moeizaam, niet alleen door de technische stand van de late jaren '70 maar ook door de toenmalig hoge prijs van 18.000 Duitse mark. De import werd daarom in 1995 gestaakt. De Aleko had in Duitsland een 1753 cc dieselmotor met 44 kW (60 pk) van Ford. Hij versnelde de Aleko in 22 seconden van 0 tot 100 km/u, bereikte een topsnelheid van 140 km/u en had een verbruik van bijna 7,0 liter diesel per 100 km.

In Duitsland zijn de verkopen waarschijnlijk nihil geweest, er is geen enkel cijfer te vinden. Ook niet op de Duitse Wikipedia.

Er zijn trouwens, en dat was ik vergeten, ook Aleko's in Bulgarije gebouwd. Die zijn, je verwacht het niet, tegenwoordig erg gezocht, er zijn er destijds goed 31000 gebouwd.

Misschien kan ik het Pinksterweekend gebruiken om een "lesje Aleko" te maken, het was toch de auto die eigenlijk de Sovjet Industrie vernieuwde, maar door productieproblemen ging de Lada Samara met de titel "vernieuwer" (terecht) vandoor.
 
We gaan eerst nog even terug in de tijd, met ZIS - Stalin Plant.

De autofabrikant AMO (Moscow Automobile Society), opgericht in 1916, werd in 1931 omgedoopt tot Stalin Plant (ZIS). In 1933 begon het bedrijf met de productie van de ZIS-5 vrachtwagen , een gemoderniseerde versie van de AMO-2 en AMO-3 modellen. Later begon het bedrijf met de productie van andere vrachtwagens, luxe auto's en bussen. In 1956 werd het bedrijf omgedoopt tot Likhachev Plant ( ZIL ).

ZIS-101​

Limousine ZIS-101, 1936-1939

Tot de jaren dertig produceerde de Sovjet-Unie geen eigen limousines voor topfunctionarissen, wat niet paste bij de status van een grootmacht – dergelijke auto's waren immers het gezicht van de staat en een bewijs van haar ontwikkelingsniveau. Deze situatie leidde tot een bevel "van bovenaf" om een grote personenauto te produceren met een buitengewoon comfortniveau.

In 1932 kreeg de fabriek in Krasny Putilovets opdracht om exacte kopieën van de gloednieuwe Amerikaanse Buick 32-90 te produceren. Deze datum werd het startpunt voor de bouw van Sovjetlimousines. De Buick-dubbel, uitgerust met de nieuwste technologie, heette de L-1. Een achtcilindermotor van 105 pk, een drieversnellingsbak, een vering met instelbare hydraulische schokdempers en een ruim interieur met een scheidingswand tussen de passagiers en de bestuurder – dit alles was volledig gelijk aan de Amerikaanse auto.
Limousine ZIS-101, 1936-1939

Limousine ZIS-101, 1936-1939

Het was duidelijk dat de L-1 slechts een tijdelijke troost was en de vraag naar een representatieve auto bleef open. In totaal werden zes exemplaren van de Buick geassembleerd, waarvan er twee naar ZIS werden gestuurd voor verdere ontwikkeling van het idee van een Sovjetlimousine. Even later werd de originele Buick naar de fabriek gebracht voor een gedetailleerde studie, die de basis vormde voor een nieuwe auto, genaamd ZIS-101.

De selectie van het team voor de ontwikkeling van een representatief voertuig voor hoge regeringsfunctionarissen werd uitgevoerd door de directeur van ZIS, I. A. Likhachev zelf, wat nogmaals het bijzondere belang van het project bevestigde. Ingenieur Evgeny Vazhinsky werd aangesteld als hoofdontwerper, die besloot de vulling van Buick te lenen, maar zijn eigen carrosserie te bouwen. Het Amerikaanse bedrijf Budd nam het ontwerp van de carrosserie voor zijn rekening, die na voltooiing van de werkzaamheden in die jaren met een kolossale 1,5 miljoen dollar werd verrijkt. Ondanks dit bedrag konden de onderdelen nauwelijks onberispelijk worden genoemd, en dat is niet verwonderlijk - Budd was de eerste die carrosserie-elementen ontwikkelde.

In 1935 arriveerden de eerste onderdelen bij ZIS van Amerikaanse partners, in 1936 was een model van de ZIS-101 klaar en eind april van datzelfde jaar werd een prototype geboren. Op 29 april vond een besloten demonstratie van het nieuwe product plaats, bijgewoond door Chroesjtsjov, Mikojan, Ordzjonikidze en Stalin.
Limousine ZIS-101A, 1940-1941

Limousine ZIS-101A, 1940-1941

Het was moeilijk om het uitstekende interieur van de "honderd-en-een" niet te waarderen. Het was voorzien van comfortabele stoelen bekleed met leer en stof van de hoogste kwaliteit, decoratieve inzetstukken van natuurlijk hout, een radio en zelfs een verwarmingssysteem. Het enige nadeel van de auto was een zeer kleine kofferbak, maar dat probleem werd opgelost door een speciaal bagagerek achterin de limousine. Een interessante oplossing waren de passagiersdeuren die tegen de rijrichting in opengingen.

De krachtbron voor de ZIS-101 was de reeds genoemde achtcilinder-in-lijn motor van 5,77 liter, maar dan met een vermogen van 90 pk, waarmee de drie ton wegende kolos een snelheid van 115 km/u bereikte. De overbrenging van het koppel naar de wielen werd verzorgd door een handgeschakelde drieversnellingsbak met synchronisatie op de tweede en derde versnelling. Vacuümbekrachtigers voor de koppeling en remmen waren noodzakelijk voor zo'n enorme auto.


Eind 1936 waren er 11 handgemaakte auto's gebouwd en nadat de ZIS-101 begin het volgende jaar op de assemblagelijn was gezet, werden er 17 exemplaren per dag geassembleerd. Later werd een variant van de ZIS-101A gemaakt met een 20 pk sterke motor en een aangepaste radiatorgrille, evenals een versie van de ZIS-102 met een open carrosserie.

8752 exemplaren - dit is het aantal exemplaren van de eerste Sovjetlimousine. De eigenaren waren voornamelijk ambtenaren, maar verschillende auto's gingen naar gewone burgers voor speciale doeleinden. De opvolger van dit model was in 1945 de ZIS-110 .


ZIS-101A Sport​

Roadster ZIS-101A Sport

De ZIS-101A Sport Roadster werd in 1939 in één exemplaar uitgebracht voor recordbrekende races. De auto was gebouwd op het ZIS-101- platform en was uitgerust met een handgeschakelde drieversnellingsbak. Dit model is tot op heden niet bewaard gebleven.


ZIS-102​

Phaeton ZIS-102, 1938–1940

Na de start van de productie van de ZIS-101 limousine in 1936 begon de fabriek met de bouw van een open versie van het model. In 1938 was de eerste versie van de Phaeton, die de index ZIS-102 kreeg, klaar.

De auto kreeg een opvouwbare stoffen kap en afsluitbare zijkanten met celluloid ramen. Het ontbreken van een stijf dak vereiste een aanpassing in het ontwerp van het carrosserieframe, en de achterste zijdeuren hingen in de rijrichting, en niet ertegenin, zoals bij een limousine. De ZIS-102 had een interieur met zeven zitplaatsen, een comfortabele achterbank en opklapbare stoelen bij de schutbordes.
Phaeton ZIS-102, 1938–1940

Phaeton ZIS-102, 1938–1940

De auto was voorzien van een achtcilinder-in-lijnmotor met een inhoud van 5,8 liter (90 pk) en een drieversnellingsbak.

De massaproductie van de ZIS-102 Phaeton is nooit van start gegaan: tussen 1938 en 1940 produceerde de fabriek slechts negen exemplaren van het model. Volgens sommige bronnen werden er minstens drie auto's gebruikt in de sanatoria aan de Zwarte Zeekust, één auto werd geschonken aan de sportvereniging Dynamo en één aan het Volkscommissariaat van Defensie. Verschillende prototype auto's bleven in de fabriek staan; ze werden bijvoorbeeld gebruikt voor snelle races.
 
Na de ZIS 101 kwam de ZIS 110:

ZIS-110​

Limousine ZIS-110, 1945–1961

De fabriek begon al vóór de Grote Vaderlandse Oorlog na te denken over de ontwikkeling van een nieuwe luxe auto die het model ZIS-101 zou kunnen vervangen . De fabriek kon echter pas in 1944 beginnen met het ontwerp van de auto; een jaar later werd het eerste prototype gemaakt en in 1947 begon de kleinschalige productie van het model ZIS-110.

Het was een grote en solide zevenpersoons limousine, zes meter lang en 2,5 ton zwaar. Qua stijl leek hij op Amerikaanse Packard-auto's, maar er was geen sprake van een kopie van het ontwerp in de ZIS-110. Onder de motorkap lag een achtcilinder-in-lijnmotor met een inhoud van zes liter en een vermogen van 140 pk, gekoppeld aan een handgeschakelde drieversnellingsbak.
De auto was in de eerste plaats bedoeld voor de hoogste Sovjetleiders, evenals voor vertegenwoordigers van de creatieve en wetenschappelijke elite. Individuele exemplaren dienden als taxi.
Phaeton ZIS-110B, 1949–1957

Phaeton ZIS-110B, 1949–1957

Naast de basisversie met limousinecarrosserie kende het model diverse andere modificaties. De ambulance ZIS-110A werd in kleine aantallen geproduceerd; dergelijke auto's waren te herkennen aan hun witte lak. De ZIS-110B had een phaetoncarrosserie; na 1955 werden dergelijke auto's gebruikt tijdens militaire parades. Een andere open versie, de ZIS-110V, had geen dak, maar de zijkanten met ramen bleven behouden.

In 1947 werd een gepantserde ZIS-110S gecreëerd, op basis waarvan later een “pantserwagen” werd ontwikkeld, die een aparte index ZIS-115 kreeg .

De auto had ook een vierwielaangedreven versie. Eerst produceerde de fabriek in 1949 vier prototypes van de ZIS-110SH: twee met de transmissie van Dodge-trucks en twee met binnenlandse transmissies. Op basis van deze ervaring werden 47 ZIS-110P's met vierwielaandrijving en transmissies van de GAZ-63-truck geproduceerd.
Officieel werd het "honderdtiende" model tot 1959 geproduceerd, maar individuele exemplaren werden nog tot 1961 geassembleerd. In totaal werden er iets meer dan tweeduizend auto's gebouwd.
Limousine ZIS-110, 1945–1961

Limousine ZIS-110, 1945–1961


ZIS-115​

Limousine ZIS-115

De ZIS-115 is een Sovjet-uitvoering van de directieauto, die van 1949 tot 1955 individueel in Moskou werd geproduceerd.

Het model was een gepantserde versie van de ZIS-110 limousine . De bepantsering verhoogde het gewicht van het voertuig van 2,5 naar zeven ton, wat een sterkere ophanging, de ontwikkeling van speciale YASHZ-banden, het gebruik van krachtigere remmen en een achteras met een ander ontwerp vereiste.
De ZIS-115 met achterwielaandrijving was uitgerust met dezelfde motor als het oorspronkelijke model: een benzinemotor met acht cilinders in lijn met een inhoud van zes liter en een vermogen van 140 pk, gekoppeld aan een handgeschakelde drieversnellingsbak.

In totaal zijn er iets meer dan dertig van deze auto's gebouwd, waarvan de meeste in dienst stonden van Jozef Stalin - ze stonden in het Kremlin, op datsja's bij Moskou, in Leningrad en in de residentie op de Krim. Na Stalins dood werd besloten alle ZIS-115's te vernietigen. In de loop van enkele jaren keerden de meeste auto's terug naar de fabriek en werden ze gedemonteerd, maar er zijn nog steeds verschillende exemplaren van de auto's bewaard gebleven.

De opvolger was de ZIL, wellicht komt die mogen voorbij!
 
In 1956 werd ZIS omgedoopt naar ZIL, feitelijk veranderde niet heel veel, het bleef de top Limousines bouwen..
ZIL is een Sovjet-Russische fabrikant van personenauto's en vrachtwagens, gevestigd in Moskou. De naam ZIL (Likhachev Plant) werd in 1956 ingevoerd; voorheen heette de fabriek ZIS .

Onder het merk ZIL werden luxe personenauto's en minibusjes geproduceerd, maar de productie hiervan stopte begin jaren 2000. In 2013 stopte de productie van vrachtwagens volledig en werd de fabriek uiteindelijk failliet verklaard en geliquideerd.

Leuk om te delen is deze docu uit 2014:

Het is ook eens uitgezonden door Andere tijden, (geloof ik) maar die opname kan ik niet weer vinden. Dit is het verhaal:
Voor het eerst in twintig jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie krijgen de arbeiders en ingenieurs van de Sovjet-ZIL autofabriek in Moskou een speciale bestelling van het Russische ministerie van Defensie.

Drie gloednieuwe limousines van het merk ZIL zijn besteld voor de optocht op het Rode Plein ter ere van de Dag van de Overwinning. Vroeger zouden ze 5 jaar de tijd hebben gehad om deze te maken, maar nu hebben ze er nog maar 2.

Het team voelt dat het een kans heeft om hun specialistische vaardigheden te laten zien, ondanks het feit dat het personeelsbestand uitgeput is en de machines verouderd. Professionals worden uit hun pensioen gehaald om te helpen en er wordt een beroep gedaan op arbeidsmigranten om de deadline te halen. Ze houden allemaal vast aan hun routines, uit trots, uit wanhoop en uit een basisbehoefte om te overleven.

Het teken aan de wand voor de fabriek: de regering heeft plannen om het fabrieksterrein 'opnieuw toe te wijzen'. Dit zou wel eens de laatste opdracht kunnen zijn die de fabriek uitvoert. En zodra de laatste controles zijn uitgevoerd en de limousines klaar zijn om de hoofdrol te spelen in de parade, wordt de order zonder reden geannuleerd. Dit is Russische tragikomedie op zijn best.



Na de val van ZIL, bleef het een tijdje stil qua Staatslimousines, maar tegenwoordig maakt Aurus de staats auto's.

Maar terug naar de modellen van ZIL:

ZIL-111​

Limousine ZIL-111, 1959-1962

De assemblage van de ZIL-111 directiewagens, bestemd voor de hoogste Sovjetleiding, begon in 1959. Het model, dat de verouderde ZIS-110 verving, had een enorme limousine-achtige carrosserie van zes meter met zeven zitplaatsen in de cabine, een chassis met onafhankelijke vering voor en bladveerafhankelijke vering achter. Het uiterlijk van de ZIL-111, waarvan Lev Eremejev de ontwerper was, deed denken aan Amerikaanse auto's uit de eerste helft van de jaren 50. Later zou Eremejev het uiterlijk van de " Chaika " creëren, die qua stijl vergelijkbaar was met het "vlaggenschip" ZIL.

Ter beeldvorming: (altijd een mooie reden om de in mijn ogen mooiste Sovjet auto te plaatsen)
GAZ-13 Chaika (ГАЗ-13 Чайка)

Onder de motorkap van de auto lag een achtcilindermotor met een inhoud van zes liter en een vermogen van 200 pk, met een automatische versnellingsbak. De ZIL-111 was uitgerust met elektrische ramen, stuurbekrachtiging en later werd er airconditioning ingebouwd.

Sinds 1960 werd de ZIL-111V Phaeton, een open wagen met een uitschuifbare luifel, in kleine oplage geproduceerd. Het was deze wagen waarin Joeri Gagarin in april 1961 reed tijdens zijn ceremoniële ontvangst in Moskou.
Al in 1962 werd het model gemoderniseerd, waardoor het design van de auto compleet veranderde. De limousine kreeg de aanduiding ZIL-111G en de ceremoniële phaeton - ZIL-111D.

In totaal werden er tot 1967 112 auto's van de "honderd elfde" familie geproduceerd. De opvolger van dit model was de ZIL-114 .

ZIL-111D / ЗИЛ-111Д

Volgens het museum zijn er slechts 4 exemplaren ZIL-111D / ЗИЛ-111Д gemaakt, je kunt je voorstellen dat ik bijna stond te springen toen ik oog in oog stond met deze.


ZIL-114​

Limousine ZIL-114


De ZIL-114 is een representatieve limousine die sinds 1967 in kleine series wordt geproduceerd door de Likhachev-fabriek in Moskou. De auto was bedoeld voor de hoogste Sovjetleiding, in de eerste plaats voor secretaris-generaal Brezjnev.

De auto die het ZIL-111 -model verving , was helemaal opnieuw ontworpen (behalve de motor). De enorme machine, 6,3 meter lang en met een leeggewicht van drie ton, had een traditioneel frameontwerp. De achterwielophanging was een onafhankelijke bladveer, de voorwielophanging een onafhankelijke torsie en alle wielen hadden schijfremmen.
Interieur van de ZIL-114 limousine

Interieur van de ZIL-114 limousine

Het ruime interieur van de ZIL-114 had drie rijen stoelen (de middelste rij had klapstoelen). De voorstoelen waren bekleed met echt leer, de achterstoelen met lichte stof of velours. De uitrusting van de auto was in overeenstemming met zijn hoge status: drie verwarmingselementen, airconditioning, warmtewerend glas en elektrische ramen op alle ramen.
Interieur van de ZIL-114 limousine

Interieur van de ZIL-114 limousine

Een grote en zware auto vereiste een krachtige motor. Onder de motorkap lag een V8-motor met een inhoud van zeven liter en een vermogen van 300 pk – een gemoderniseerde versie van de vorige ZIL-personenauto's. Aanvankelijk was de auto voorzien van een automatische transmissie met twee versnellingen, maar vanaf 1975 werd er een automatische transmissie met drie versnellingen op de auto gemonteerd.
Limousine ZIL-114

Limousine ZIL-114

De ZIL-114 limousine werd ook gebruikt als basis voor de lichtere ZIL-117 sedan en twee ZIL-114A medische stationwagens die de colonne van Brezjnev vergezelden.

De productie van de auto eindigde in 1978; de fabriek produceerde in totaal 113 exemplaren van het model ZIL-114. Deze werd vervangen door de ZIL-4104 .

ZIL-117​

Sedan ZIL-117, 1971-1978

De ZIL-117 sedan was een verkorte versie van de ZIL-114 limousine en was bedoeld voor ambtenaren wier status hen geen limousine toeliet. Vergeleken met het oorspronkelijke model werd de auto als dynamischer en sneller beschouwd; een van deze auto's werd af en toe persoonlijk bestuurd door L. I. Brezjnev, die dol was op snel rijden.
De ZIL-117 was uitgerust met dezelfde motor als het "senior" model: een zevenliter V8-benzinemotor van 300 pk en een automatische transmissie met drie versnellingen (de keuzehendel bevond zich op de stuurkolom). De auto was voorzien van stuurbekrachtiging, elektrische ramen in alle portieren, centrale vergrendeling en airconditioning.
In totaal werden er van 1971 tot en met 1978 50 van deze ZIL-117 sedans geproduceerd. Ze waren in slechts drie kleuren gespoten: zwart, donkerblauw en donkerkers.
Phaeton ZIL-117V, 1972-1979

Phaeton ZIL-117V, 1972-1979

Een open tweedeursversie met stoffen kap, aangeduid als ZIL-117V, werd ontworpen voor militaire parades op het Rode Plein. Deze wagens (er werden slechts 11 exemplaren geproduceerd) waren zwart of donkergrijs geverfd. In Moskou werden de phaetons tot in de jaren 80 gebruikt bij parades, waarna ze werden overgebracht naar Leningrad. De laatste keer dat de wagen een ceremoniële aftocht maakte op het Paleisplein was in 2008.
 

ZIL-4104​

Limousine ZIL-4104, 1978–1983

De directieauto ZIL-4104 verscheen in 1978 als gevolg van de modernisering van het vorige model ZIL-114 .

Technisch gezien was de auto niet veel veranderd, maar hij kreeg wel een nieuw, robuuster uiterlijk. De V8-motor met een inhoud van 7,7 liter werd gemoderniseerd en leverde nu 315 pk. De versnellingsbak is een automatische drieversnellingsbak. De limousine had drie zitrijen, ontworpen voor zeven personen. In totaal werden er 106 auto's geproduceerd tot 1983, toen de aangepaste ZIL-41045 verscheen .

Op basis van dit model werden "unieke" modificaties met een stationwagencarrosserie gecreëerd, die werden opgenomen in de colonne van secretaris-generaal L. I. Brezjnev: de ambulance ZIL-41042 en het speciale communicatievoertuig ZIL-41043, alsmede het ceremoniële phaeton ZIL-41044 .


ZIL-41044​

Auto ZIL-41044

De ceremoniële Phaeton ZIL-41044 (ook bekend als ZIL-115V) werd in 1981 gecreëerd op basis van de limousine ZIL-4104 . De open versie had een 580 mm kortere wielbasis en twee deuren in plaats van vier. De auto was uitgerust met een elektrisch bedienbaar dak.


De ZIL-41044 had een frameconstructie, onafhankelijke voorwielophanging en achterwielaandrijving. Onder de motorkap lag een 7,6-liter V8-benzinemotor, gekoppeld aan een automatische transmissie.
Het interieur van de auto miste een passagiersstoel voorin, maar er was wel een hoge handgreep ingebouwd zodat de auto rechtop kon staan tijdens het rijden. Het interieur was bekleed met leer en berkenfineer, en de stoelen en zelfs de vloer waren verwarmd.

Volgens sommige bronnen heeft ZIL vijf van dergelijke voertuigen geproduceerd: drie werden aan het Ministerie van Defensie geschonken, één aan Mosfilm, en een ander prototype bleef in de fabriek. Drie grijze ZIL-41044's namen tot 2009 deel aan parades in Moskou - twee phaetons reden naar het Rode Plein en een reservevoertuig stond klaar voor onvoorziene situaties.


ZIL-41045​

ZIL-41045 (1983-1985)

De ZIL-41045 is een Sovjet-directieauto met een limousinecarrosserie. Hij verving het model ZIL-4104 , waarvan hij zich voornamelijk onderscheidde door zijn aangepaste uitvoering. Hij werd geproduceerd van 1983 tot 1985, waarna hij op de lopende band werd vervangen door een gemoderniseerde versie, die de index ZIL-41047 kreeg .


ZIL-41052​

Limousine ZIL-41047, 1987–1999

De Sovjet-regeringslimousine ZIL-41052 is een gepantserde versie van het model ZIL-41047 uit 1985. Van 1987 tot 1999 werden er 13 exemplaren van geproduceerd. De passagiers werden beschermd door een stalen motorkap met een pantserdikte van 4-10 mm. De auto was uitgerust met een V8-motor met een inhoud van 7,7 liter en een vermogen van 315 pk, gekoppeld aan een automatische transmissie met drie versnellingen.

ZIL-41047​

Limousine ZIL-41047, 1985-2002

De ZIL-41047 directiewagen, bestemd voor de hoogste Sovjetleiding, verving model 41045 in 1985. Hij verschilde alleen uiterlijk, het gehele ontwerp bleef ongewijzigd. Er waren versies van een limousine met een interieur voor zeven personen (6,34 m lang!) en een sedan voor vijf personen, evenals diverse speciale aanpassingen (begeleiders, gepantserde voertuigen , speciale communicatieapparatuur, enz.).

De auto was uitgerust met een 7,7-liter V8-carburateurmotor (315 pk), gekoppeld aan een automatische transmissie met drie versnellingen.

Begin jaren negentig werden dergelijke auto's ook gebruikt in de colonne van de Russische president, maar maakten later volledig plaats voor buitenlandse modellen. Eind jaren negentig kocht het kantoor van de burgemeester van Moskou echter een serie ZIL-41041 sedans met korte wielbasis. In 2002 werd een ZIL-41047 gebouwd voor de president van Kazachstan, in 2003 werd een gepantserde ZIL-41052 geleverd aan de "Special Purpose Garage" en in 2011 werd een cabriolet klaargemaakt voor de president van Oekraïne. De laatste jaren bouwde de fabriek auto's op bestelling voor particuliere klanten - één of twee auto's per jaar.
Limousine ZIL-41047, 1985-2002

Limousine ZIL-41047, 1985-2002


En dan zijn er nog deze:

ZIL-41041 AMG​

Cabriolet ZID-41041 AMG, 2009

De paradecabriolet ZIL-41041 AMG werd in 2009 gebouwd ter vervanging van het verouderde model 41044 , dat sinds 1981 aan overwinningsparades had deelgenomen. Ondanks de naam werd de auto niet door ZIL gemaakt, maar door het particuliere bedrijf Atlant-Delta, onderdeel van de GAZ Group, vandaar dat het model een andere index heeft: GAZ-SP45.

Het chassis van de Amerikaanse GMC Sierra pick-uptruck werd als basis gebruikt voor de constructie van de auto , en ook de motor werd daarvan overgenomen: een zesliter V8-motor met een vermogen van 353 pk, gekoppeld aan een zestraps automaat. De carrosserie leek qua uiterlijk op het model ZIL-41047 . Voor de bouw ervan werden gebruikte sedans aangeschaft, waarvan de basis van de carrosserie was overgenomen, maar alle buitenpanelen werden opnieuw gemaakt. De opvouwbare softtop van de auto is voorzien van een elektrische aandrijving.
Er zijn slechts drie exemplaren van het ZIL-41041 AMG-model gebouwd. Ze rijden sinds 2010 mee in parades.

ZIL-4112R​

Limousine ZIL-4112R

ZIL-4112R is een experimentele limousine, waarvan in 2012 slechts één exemplaar is gebouwd.

In de tweede helft van de jaren 2000 begon ZIL, samen met het particuliere bedrijf Depo-ZIL, dat zich bezighield met de reparatie en restauratie van auto's, met de ontwikkeling van een nieuwe luxe directieauto. Het project, genaamd Monolith, ging uit van de ontwikkeling van een reeks auto's die het verouderde model ZIL-41047 zouden kunnen vervangen en dienstauto's zouden kunnen worden voor hoge ambtenaren en zelfs de president.
Limousine ZIL-4112R

Limousine ZIL-4112R

In 2012 werd de eerste limousine met de index 4112P handmatig geassembleerd in de ZIL-fabriek. Uiterlijk leek de auto op de eerdere representatieve modellen van de fabriek, maar het ontwerp was aanzienlijk gewijzigd. De auto werd 11 cm korter, maar de wielbasis nam met 20 cm toe. De ophanging bleef hetzelfde: torsiestaaf voor en veer achter.

De meeste carrosseriepanelen waren origineel. De achterdeuren draaiden tegen de rijrichting in en het was ook mogelijk om een halve deur te openen, wat comfortabele toegang tot het interieur bood. De auto was onder andere uitgerust met aparte klimaatregeling, elektrische raambediening, een in de scheidingswand ingebouwde tv, een koelkast en elektrisch verstelbare stoelen.

Interieur van limousine ZIL-4112R

Interieur van limousine ZIL-4112R

De ZIL-4112R is uitgerust met een gemoderniseerde V8-benzinemotor met een inhoud van 7,7 liter en een vermogen van 340 pk. Deze krachtbron heeft een aangepast koelsysteem, een nieuw ontworpen inlaat en een verdeeld brandstofinjectiesysteem. De versnellingsbak is een vijftraps Allison-automaat.

Het project werd niet verder ontwikkeld en van de ZIL-4112R limousine bleef slechts één exemplaar over. In 2017 probeerden ze hem te verkopen voor 70 miljoen roebel . Het is onbekend of er een koper is gevonden die bereid was zo'n prijs te betalen.
 
Ik lees gewoon stiekem een beetje mee in je topic want ik weet heel weinig van dit soort auto's maar wat een parels deze ZIL's. Vind vooral de oudere dan mooi (specifiek die eerste ZIL-4104), daar paste het design nog bij de tijd, maar heel tof. (y)
 
Ah bedankt @Geuzert. Leuk om te lezen! De Sovjet industrie is erg boeiend vind ik, en heeft ook vele indrukwekkende, soms zelfs mooie auto's gemaakt.

ZIL is inderdaad altijd een indrukwekkende auto geweest vind ik, buiten Rusland en de voormalige USSR-landen compleet onbekend. Zelfs op de "Oost-Europa meetings" zijn ze niet te zien. Ik volg op Instragram wat Russische mensen, maar ook daar vind je eigenlijk geen enkele ZIL haast.

In het motormuseum van Riga vind je bijvoorbeeld wel de ZIS (presidentiele) modellen, maar ook daar missen de nieuwere ZIL volledig, deze is daar wel te zien:

1964 ZIL (ЗиЛ) 111G

In Polen staat een museum heel hoog op mijn bezoeklijstje, dat komt natuurlijk door deze:
1976 ZiL 115 by Adrian Kot, on Flickr (intern werd de ZiL 41045 115 genoemd)

Nog een leuk verhaal. Het is mij op OMMMA (de grootste Oost-Europa meeting) verteld, het staat nergens op internet en ook een bekende van me uit Rusland onderstreepte het:

ZIL was natuurlijk de presidentiele Limousine, de laatste exemplaren werden door Gorbatsjov gekocht. In 1991, toen Jeltsin de president werd, gingen ze naar hem. De huidige president, heeft zo'n haat richting Gorbatsjov dat hij weigerde om in die auto zich te laten verplaatsen. En dus kwamen er Mercedes en andere limousines. Maar dit was natuurlijk gezichtsverlies, immers heeft het land een eigen merk op gebied van staatslimousines.

Dit is ook een reden waarom ZIL geen auto's meer bouwt en dat Aurus, het nieuwe merk, is opgericht/bedacht. Ook gaat het verhaal dat daarom de order (uit de docu hierboven) uiteindelijk is geannuleerd.

De busjes en trucks van ZIL, of eigenlijk moet ik ZiL zeggen, komen nog wel eens voorbij.

En als bonus nog 1 ZiL:

De ZiL 112S


Deze foto heb ik gemaakt in het Riga Motor Museum.


De ZIL-112S was een Sovjet-sport-/racewagen die actief was van 1961 tot 1969. Hoewel de auto vrijwel vergeten was, was hij destijds zeer succesvol. Hij nam begin en midden jaren zestig deel aan vele kleine race-evenementen in de Sovjet-Unie en won er een aanzienlijk aantal.

De 112S werd aangedreven door een 6,0-liter V8 met 230 pk of een 7,0-liter V8 met 260 pk. Het vermogen werd naar de achterwielen gestuurd via een handgeschakelde drieversnellingsbak uit de ZIS-110 Limousine. De auto's wogen ongeveer 1330 kg en konden in ongeveer 9 seconden van 0 naar 100 km/u accelereren.

Afhankelijk van de motor kon de auto een maximumsnelheid van 257 tot 274 km/u bereiken. Daarmee was het destijds met gemak de snelste auto uit de USSR.

In 1963 behaalde Viktor Galkin de derde plaats in het Sovjetkampioenschap van 1963 met zijn 230 pk sterke ZIL-112S, en in 1965 won de krachtigere 270 pk-variant van de 112S het kampioenschap met Gennadi Zharkov aan het stuur. De auto's zouden ook een paar landsnelheidsrecords proberen te verbreken, maar dat was minder succesvol vanwege het vaak slechte weer.
 
Laatst bewerkt:
Je ziet in Nederland voor mijn gevoel ook bijna nooit oost-blok auto's. (Lada's dan misschien)

Toen wij nog in Amsterdam woonde stond deze GAZ-31105 Volga altijd een straat om de hoek, vond ik ook altijd heel bijzonder. Niet mijn foto's maar wel die exacte auto.

Ik kom nog weleens in Azerbeidzjan. Daar zie je best wel wat bijzondere dingen langskomen. Hoewel, zeker in Bakoe, er tegenwoordig ook heel veel modern Chinees spul rond rijdt. (Dat is al een tijdje zo, al voor dat al die merken zich hier in Europa presenteerde, zo had ik al Zeekr's edg gesport voordat de Nederlandse media er uberhaupt over repte)

Ik ben nooit zo van het auto spotten, maar mocht je me er hier op het forum op betrappen dat ik laat vallen binnenkort weer eens naar Azerbeidzjan te gaan stuur me dan een berichtje met de reminder dat ik wat plaatjes voor je schiet. ;)
 
Je ziet in Nederland voor mijn gevoel ook bijna nooit oost-blok auto's. (Lada's dan misschien)

Toen wij nog in Amsterdam woonde stond deze GAZ-31105 Volga altijd een straat om de hoek, vond ik ook altijd heel bijzonder. Niet mijn foto's maar wel die exacte auto.

Ik kom nog weleens in Azerbeidzjan. Daar zie je best wel wat bijzondere dingen langskomen. Hoewel, zeker in Bakoe, er tegenwoordig ook heel veel modern Chinees spul rond rijdt. (Dat is al een tijdje zo, al voor dat al die merken zich hier in Europa presenteerde, zo had ik al Zeekr's edg gesport voordat de Nederlandse media er uberhaupt over repte)

Ik ben nooit zo van het auto spotten, maar mocht je me er hier op het forum op betrappen dat ik laat vallen binnenkort weer eens naar Azerbeidzjan te gaan stuur me dan een berichtje met de reminder dat ik wat plaatjes voor je schiet. ;)
Ah gaaf die GAZ, dat is inderdaad een bekende! Voor de oorlog kwam er op OMMMA ook altijd eentje, die kwam vanuit Kaliningrad. Helaas waren ze er de laatste keer niet (meer).

Vroeger was er een "Oost-Europese Kameraden"topic, maar dat is helaas in de hemel beland, ik kan het namelijk neit terugvinden. (ik had je vraag daar willen plaatsen, en dan kon ik spammen met veel foto's, maar helaas) ..

De meeste aantallen Oost-Europa auto is wel de Trabant. Dan Lada. Wellicht nog Wartburg of misshcien de UAZ-busjes. Dan komt denk ik GAZ, de M24 en de M21 zie je nog wel, de M21 is ook nieuw in ons land verkocht in de jaren 60. Moskvitch heb je nog een handvol, samen met een paar IZH en naturulijk zijn er ook nog een paar Scaldia's. (dat zijn Moskvitch die in België zijn gebouwd) . Mm, misschien is het totale aantal oude Skoda's toch iets hoger dan ik nu zeg volgens deze opsomming.

En dan, dan blijft het heel erg lang stil, dan komen de merken als Zastava/Yugo, Dacia (pre Logan) FSO , daar zijn er echt maar duo's van, en van sommige helemaal niets meer. (ik heb zelf een FSO, zie ook mijn topic)

In tegenstelling tot wat men denkt, zijn de oude modellen niet gesloopt omdat ze barrels zijn of waren, nee ze werden vaak terug geëxporteerd naar land van herkomst, omdat auto's uit NL een erg goede naam hebben, krijgen goed onderhoud, etc. Plus dat auto's voor de Westerse markt strengere controles kregen, beter waren in uitrusting en soms ook in motor. Ik denk dat sloop 20-80 % is qua export.

Op je spot opmerking, doen! LEUK, ook de oudere Chinese wagens zijn bijster interessant. Heb je ook een "mijn autotopic?" Dan zal ik het wat in de gaten houden ;)
 
Op je spot opmerking, doen! LEUK, ook de oudere Chinese wagens zijn bijster interessant. Heb je ook een "mijn autotopic?" Dan zal ik het wat in de gaten houden ;)
Logische vraag, maar helaas. Terwijl ik groot autoliefhebber ben en bijna dagelijks actief ben op het forum, heb ik er bewust voor gekozen om geen eigen autotopic te starten.
Niet omdat ik niks te delen heb, maar vooral omdat ik bewust kies voor een zekere terughoudendheid rondom persoonlijke informatie.
Ik probeer een balans te houden tussen actief deelnemen aan discussies en het bewaken van mijn persoonlijke levenssfeer. Voornamelijk foto’s of video's maar ook bepaalde info die (al dan niet in combinatie met andere posts) herleidbaar zouden kunnen zijn naar mij als persoon, vermijd ik bewust. Misschien verandert dat ooit, maar voorlopig houd ik het liever op deze manier.

Als ik iets dergelijks meld dan is dat meestal omdat het ergens van toepassing is om te delen, bijvoorbeeld een wedstrijd waar ik niet in de gelegenheid ben om te stemmen oid. Dat is wellicht wat moeilijk bij te houden. Je beste kans is denk ik het Het Grote AutoWeek Offtopic-topic! - Terug van ver weggezakt…

Leuker kunnen we het niet maken en makkelijker ook niet in dit geval. :p
 
Laatst bewerkt:
Van die ZIL 112S is een leuk 1:43 model gemaakt.
Ah echt? Van die "kiosk"-serie?
Ik weet wel dat Avto Export (of hoe het ook heet) vroeger een hele hoop USSR modellen heeft gemaakt. (daar heb ik, je verwacht het niet, ook een hele hoop van.) Ik heb nog zoveel "dat wil ook nog doen" dingen, maar misschien zal ik eens wat foto's in het schaalmodellen topic plaatsen :)

@Geuzert , ah okay helder. Ja dat is een balans die iedereen zelf moet maken inderdaad.
 

Aurus Motors​

Aurus Motors is een Russisch luxe autobedrijf dat in 2018 werd opgericht.
In 2013 begon NAMI met de ontwikkeling van een nieuwe Russische presidentiële staatsauto ter vervanging van de toenmalige Mercedes-Benz S 600 Pullman Guard .

In 2018 werden de nieuwe Russische presidentiële staatsauto's en voertuigen voor de motorcade geïntroduceerd onder de Aurus Kortezh (Russisch voor stoet of motorcade ) voertuiglijn. Deze omvat de Senat sedan en limousine , Arsenal busje en Komendant SUV . De drie voertuigen zijn vernoemd naar de Kremlintorens .

Ook heeft Aurus in 2019 meegedaan aan de 24uur van LeMans.

De autofabrikant beweert in 2023 115 auto's te hebben verkocht. Facelifts staan gepland voor 2026 en 2030. President Poetin liet in 2024 een facelift aan de Aurus uitvoeren.

Aurus Senat​

Aurus Senaat


De Aurus Senat is een grote sedan, die sinds 2021 in kleine series in Rusland wordt geproduceerd.

Geschiedenis van het project​

De werkzaamheden aan het project "Cortege" (officieel EMP - Unified Modular Platform) gingen in 2012 van start. Op instigatie van de autoriteiten begonnen de ontwikkelaars met de creatie van een familie luxe auto's van de hoogste klasse, die gebruikt konden worden in de colonnes van ambtenaren.

De eerste presentatie van de limousine en escort sedan, reeds onder de naam "Aurus Senat", vond plaats in het voorjaar van 2018 tijdens de presidentiële inauguratie. De auto's werden in augustus van datzelfde jaar aan het grote publiek getoond op de Autosalon van Moskou.

Aanvankelijk hield het NAMI-instituut in Moskou zich bezig met de individuele assemblage van Aurus Senat sedans, en in 2021 begon de fabriek in Jelaboega met de kleinschalige productie van auto's voor vrije verkoop. Tegelijkertijd is NAMI nog steeds bezig met de productie van gepantserde versies van de sedan.
Aurus Senaat

Aurus Senaat

Ontwerp​

De 5,63 meter lange Aurus Senat sedan is gebouwd op een modulair platform van eigen ontwerp. Het interieur beschikt over vier zitplaatsen, luxe achterbanken en een afwerking met natuurlijk hout en leer.
De auto is uitgerust met een hybride aandrijflijn. Deze bestaat uit een V8 4.4 turbobenzinemotor van eigen ontwerp met een vermogen van 598 pk, een elektromotor met een piekvermogen van 63 pk, een negentraps automatische transmissie van het Russische merk KATE en een tractiebatterij. De aandrijving gebeurt volledig via een koppeling op de vooras.
Interieur van de Aurus Senat sedan


aurus_senat_1_5.jpg

Interieur van de Aurus Senat sedan


Prijzen​

De verkoop van de Aurus Senat sedans begon in 2021 voor een prijs van 24 miljoen roebel. In 2024 bedraagt de prijs van de sedan al minstens 48 miljoen roebel.

Verkoopstatistieken van Aurus Senat in Rusland
2023 65
2022 30
2021 20
2020 7


Aurus Senat Limousine​

Limousine Aurus Senat

De Aurus Senat-limousine debuteerde in 2018. Het model werd individueel geproduceerd door het NAMI Institute.
Dit is de presidentiële auto, ontwikkeld in het kader van het "Cortege"-project (officieel heet het het Unified Modular Platform). Andere auto's uit de familie worden ook op dit platform gebouwd - een sedan en een minibusje, en later zal het aanbod worden uitgebreid met een SUV.

De Aurus Senat is een grote auto met een strak design, klassieke proporties en een luxe interieur. Dankzij de grote bodemvrijheid (20 centimeter) en het hoge dak biedt de auto passagiers een comfortabele in- en uitstap. Conform zijn status is de limousine volledig gepantserd.

De auto is uitgerust met een hybride aandrijflijn, bestaande uit een V8 4.4 benzineturbomotor van eigen ontwerp met een vermogen van 598 pk, een elektromotor met een vermogen van 57 pk, een negentraps automatische transmissie van het Russische merk "KATE" en een tractiebatterij.
In tegenstelling tot de gelijknamige sedan zal de Aurus Senat limousine niet in de verkoop gaan.


Aurus Arsenal​

Minibus Aurus Arsenal (EMP-4125)

Aurus Arsenal is een grote minibus die sinds 2018 in kleine series wordt geproduceerd. De auto's worden in Moskou gemaakt, bij het NAMI-instituut.

De auto met de fabrieksindex EMP-4125 is ontworpen op een platform dat vergelijkbaar is met de luxe sedan " Senat ". In tegenstelling tot de "Arsenal" zal deze niet vrij te koop zijn: de minibus is uitsluitend bedoeld als escortevoertuig voor de colonnes van overheidsfunctionarissen.
Minibus Aurus Arsenal (EMP-4125)

De 5,98 meter lange minibus heeft een interieur met acht zitplaatsen (vier rijen van elk twee stoelen), schuifdeuren aan de zijkant en scharnierende achterdeuren. De basisversie van de Aurus Arsenal is gepantserd, hoewel NAMI ook verschillende ongepantserde modellen produceerde.

De auto heeft onafhankelijke vering op alle wielen, schijfremmen en vierwielaandrijving met een plug-in vooras. Het leeggewicht van het gepantserde Arsenaal bedraagt 4950 kg.
Onder de motorkap van de auto ligt een 4.4 V8-benzinemotor met directe injectie en twee turbo's, goed voor 598 pk. Deze is gekoppeld aan een elektromotor met een nominaal vermogen van 38 pk (piekvermogen - 63 pk). De versnellingsbak is een negentraps automaat.
aurus_arsenal_1_2.jpg

Er is geen informatie over de prijs van de Aurus Arsenal-minibus.

En dan tot slot, de nieuwste Aurus:


Aurus Kommandant​

SUV Aurus Commandant


De Aurus Komendant is een grote luxe SUV die sinds 2023 in kleine series in Rusland wordt geproduceerd. De productie vindt plaats in een fabriek in Jelabuga.

Het ontwerp van de "Komendant" is in de stijl van de " Senat " sedan behouden, maar alle carrosseriepanelen, koplampen en achterlichten zijn origineel. De lengte van de auto is 5,38 meter: qua afmetingen en formaat is de Russische SUV vergelijkbaar met de Cadillac Escalade of Rolls-Royce Cullinan .

De Aurus Komendant SUV is verkrijgbaar in twee interieurversies: de eerste met een driezitsbank achterin, de tweede met aparte achterbanken met elektrische verstelling. In de vierzitsversie zijn de opklapbare tafeltjes verborgen in een enorme doos tussen de achterbank.

Qua technologie zijn alle Auruses gebouwd op het Unified Modular Platform vrijwel identiek. Onder de motorkap bevindt zich een hybride aandrijflijn: een V8 4.4 benzinemotor met twee turbo's, goed voor 598 pk, een negentraps automaat en een synchrone elektromotor met een piekvermogen van 63 pk.

De aandrijving is volledig, met een koppeling die de vooras verbindt. In tegenstelling tot de sedan is de Aurus Komendant uitgerust met luchtvering in plaats van veren. Hierdoor kunt u de bodemvrijheid variëren van 215 tot 260 mm.
 
Laatst bewerkt:
Ik knip de Zil 4102 even uit mijn eerdere bericht.. Ik heb namelijk nog wat uitgebreidere info gevonden. Eerst het "originele" stukje:



Er is nog 1 prototype van ZiL die nog niet voorbij gekomen is:

ZIL-4102​

ZIL-4102

Begin jaren tachtig begon de ZIL met de bouw van een veelbelovende nieuwe generatie directieauto.

Het prototype, met indexnummer 4102, was in 1988 klaar. Het belangrijkste verschil met andere directieauto 's van ZIL is de dragende carrosserie in plaats van een frameconstructie.
De technische uitrusting was dezelfde als bij de serieauto's: een V8-motor met een inhoud van 7,7 liter en een vermogen van 315 pk, automatische transmissie en achterwielaandrijving. De ontwerpers hadden de creatie van een limousine, stationwagen en cabriolet op basis van de ZIL-4102 sedan voor ogen, maar vanwege de moeilijke situatie in het land en een gebrek aan financiering werd het project stopgezet. Er werden slechts twee prototypes gebouwd, waarvan er één tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven.

De website Consumerguide Automotive heeft een deel over vergeten conceptcars en van de auto's die door voorbij komt is dus de ZiL-4102.

Dit stukje heeft een paar hele mooie oude foto's en ook wat meer info:

Screen-Shot-2021-07-01-at-2.26.05-PM.png

De ZIL-4102 van de Russische autofabrikant ZIL werd voor het eerst getoond in 1988 tijdens een besloten voorbezichtiging in Moskou voor Sovjetleiders (waaronder de toenmalige president Michail Gorbatsjov). Het model was bedoeld als vervanging voor de gedateerde ZIL-4104, een logge limousine met vierkante zijkanten die voor het eerst werd geproduceerd in 1978, maar sinds 1983 niet meer werd geproduceerd.

Net als de 4104 was de 4102 bedoeld als vervoermiddel voor hooggeplaatste Russische functionarissen en als limousine met chauffeur voor de hoogste leiders. De 4102 brak op twee manieren met ZIL (Zavod imeni Likhacheva – letterlijk: Likhacheva-fabriek). Ten eerste zou hij verkrijgbaar zijn met een V6-motor – alle eerdere ZIL's waren voorzien van een V8-motor – en ten tweede zou hij een zelfdragende carrosserie krijgen – eveneens een primeur voor ZIL.
Screen-Shot-2021-07-01-at-1.36.46-PM.png

Drie motoren zouden worden gebruikt in de geplande productieversies van de 4102: een 4,5-liter V6, een 6,0-liter V8 en een kolossale 7,0-liter V8-dieselmotor. Twee transmissies stonden ook op de planning: een automaat met vier versnellingen en, intrigerend genoeg, een handgeschakelde vijfversnellingsbak.

Helaas heeft ZIL nooit basisspecificaties voor de 4102 gedeeld, dus daarover hebben we niets te melden. Het gerucht gaat dat de ontwerpers van de auto verwezen naar de toenmalige Mercedes-Benz S-Klasse, hoewel de 4102 er voor ons langer uitziet.

Er werden twee prototypes van de 4102 gebouwd – liefkozend Mishka en Rayka genoemd, koosnaampjes voor Gorbatsjov en zijn vrouw Raisa. (Het is onduidelijk welk prototype – de ene was blauw, de andere bruin – welke was.)

Er zijn uiteenlopende verhalen over de reden waarom de 4102 niet in productie is genomen. De meest interessante is dat Gorbatsjov zelf het project heeft stopgezet, nadat hij zich onlangs had uitgesproken tegen de buitensporige bonussen waarmee Sovjetfunctionarissen zichzelf beloonden.

Er zijn berichten dat er in 1990 een derde prototype van de 4102 werd gefabriceerd, maar wat daar mee gebeurd is, is onduidelijk.
Het interieur:
tumblr_pngi15k6dU1roi5yvo1_1280.jpg


Screen-Shot-2021-07-01-at-2.28.39-PM.png


Screen-Shot-2021-07-01-at-2.29.31-PM.png
 
Ah echt? Van die "kiosk"-serie?
Ik weet wel dat Avto Export (of hoe het ook heet) vroeger een hele hoop USSR modellen heeft gemaakt. (daar heb ik, je verwacht het niet, ook een hele hoop van.) Ik heb nog zoveel "dat wil ook nog doen" dingen, maar misschien zal ik eens wat foto's in het schaalmodellen topic plaatsen :)

@Geuzert , ah okay helder. Ja dat is een balans die iedereen zelf moet maken inderdaad.
Yup.

%D0%97%D0%98%D0%9B-112%D0%A1_%D0%B1%D0%B5%D0%BB%D1%8B%D0%B9_%D0%90%D0%B2%D1%82%D0%BE%D0%BB%D0%B5%D0%B3%D0%B5%D0%BD%D0%B4%D1%8B_%D0%A1%D0%A1%D0%A1%D0%A0__119_1.jpg
 
Na alle elite auto's gaan we even weer terug naar de gewone Sovjetman. De Jeep's van Moskvich.

In het stukje van de 415 wordt de 4x4 genoemd, dat is een auto waar helemaal niets meer over te vinden is. Zelfs in mijn boeken komt ie niet voor..

Moskvich 415​

Moskvich-415, 1959

Tijdens het onderzoek naar de tekortkomingen van de Moskvich 4x4 werd, na tests in 1959, een nieuw model ontwikkeld: de Moskvich-415. De twee nieuwe modellen verschilden niet veel van hun prototype: de stadslichten en richtingaanwijzers waren los van elkaar gemaakt. De reflectoren waren aan de achterkant iets lager geplaatst. Bovendien was er, in tegenstelling tot de Moskvich 4x4, een zoeklicht vóór de voorruit aan de bestuurderszijde geïnstalleerd. De nieuwe auto was uitgerust met een vierversnellingsbak van de Moskvich-407 , en ook de belangrijkste paren aandrijfassen waren daarvan overgenomen (i = 4,62 in plaats van de vorige 4,71).

De instructeurs verwaarloosden in veel opzichten de militaire tactische en technische eisen. Tijdens de test werden meerdere tekortkomingen in de werking van verschillende eenheden vastgesteld en werden pogingen gedaan om deze problemen op te lossen. De versnellingsbakken kregen een gelijmd tandwielboringoppervlak in plaats van een gecyanideerd oppervlak, en in de nieuwe tussenbakken werd het tandwielblok niet op cilinderrollagers, maar op conische lagers gemonteerd. Ook werden nieuwe aangedreven schijven met frictievoeringen met een hogere wrijvingscoëfficiënt gebruikt. De nieuwe achterassen kregen volledig onbelaste steekassen (in plaats van de aanvankelijk gebruikte halfbelaste) met conische rollagers voor de wielen, en er werden ringen aan de voorassen toegevoegd om de positie van de fusees van de voorste steekassen te fixeren.

Daarnaast werden ook andere ontwerpfouten verbeterd: er werden gasafvoerbuizen in het carterventilatiesysteem geïnstalleerd, de luchtfilterkap en de luchtinlaatbuis werden gewijzigd, het ontwerp van de longitudinale buisvormige steunen van de voorstoelen werd verbeterd, de beugels van de achterbank werden verstevigd en er werden vier verstevigingshoekstukken in de carrosserie aangebracht op plaatsen waar vermoeiingsscheuren ontstonden. Een van de monsters kreeg ook nieuwe banden met een grotere maat (6.70-15 in plaats van 6.40-15), waardoor de geometrische terreincapaciteiten licht konden worden verbeterd en die later de belangrijkste banden voor de Moskvich-415 zouden worden. Veel ontwerpverbeteringen na tests werden vervolgens door de ontwerpers meegenomen bij het ontwerp van het model Moskvich-415S.

Waar de 415 nog een "kopie" leek van de Wily's JEEP, had de 416 wat meer een eigen gezicht

Moskvich 416​

SUV Moskvich-416

De Moskvich-416 is een prototype SUV die in 1960 werd gebouwd in de Moskouse fabriek voor kleine auto's (MZMA).

Het prototype van de Moskvich-416 SUV werd ontwikkeld op basis van het prototype Moskvich-415 . De auto behield het vorige ontwerp, maar kreeg een gesloten carrosserie en een andere interieurindeling met neerklapbare banken aan de zijkanten. De plaatsing van het reservewiel werd ook gewijzigd om het ontwerp van de achterklep te vereenvoudigen.
De serieproductie van het model Moskvich-416 en andere SUV's van de fabriek is nooit van start gegaan.

Toen bleef het even stil, maar het werd daarna toch weer opgepakt:

Moskvich 2150​

Moskvich-2150

In 1973 creëerde AZLK een prototype van de Moskvich-2150, een personenauto met verbeterde terreincapaciteiten dankzij een volledig metalen carrosserie, evenals een versie met een stoffen kap, die de index 2148 kreeg. Tijdens de ontwikkeling van de auto werden enkele oplossingen gebruikt die al waren toegepast op de experimentele SUV's Moskvich-415 en Moskvich-416 van eind jaren vijftig, en het model 2150/2148 werd wat betreft de aggregaten geüniformeerd met de productievoertuigen van de fabriek.

In tegenstelling tot de Niva , die tegelijkertijd werd ontwikkeld , was de Moskvich-2150 meer een offroadvoertuig. Het prototype had een chassis, starre assen, bladvering en een gedwongen sperdifferentieel achter. De aandrijving was volledig, met een plug-in vooras. Onder de motorkap bevond zich een 1,5-liter M-412-motor met een verlaagde compressieverhouding, zodat in landelijke gebieden "zesenzeventigste" benzine kon worden gebruikt. Overigens waren er twee benzinetanks, met een totale inhoud van 60 liter.

Dit model zou in massaproductie gaan bij de AZLK-vestiging in Kineshma, maar de financiering voor het project werd nooit goedgekeurd. Er werden slechts twee exemplaren van de auto gemaakt: de "Moskvich-2150" en de "Moskvich-2148". De volledig metalen versie is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.

De Tsjechische Moskvich en IZH club heeft een erg boeiende website. En zij hebben ook een boeiende verhalen van vroeger, met nog meer info! (en ook oude foto's)

Moskvich 2148 en 2150​

(1973 - prototype)

In 1973 hervatte de autofabriek van AZLK een project voor de ontwikkeling van een speciale terreinwagen, de zogenaamde Russische jeep. De ervaren ontwerpers Baranov en Gladilin, die eerder de Moskvich 415 en Moskvich 416 hadden ontworpen, werkten opnieuw aan het project.

moskvich%202148_04.jpg

Het waren de projecten 415 en 416 die als basis dienden voor twee nieuwe modellen met de aanduidingen 2148 en 2150. De eerste werd geproduceerd in een versie met een open carrosserie en een canvas dak, en de tweede, het model 2150, met een volledig metalen carrosserie. Bij beide modellen werd het voorste deel van de carrosserie opnieuw ontworpen, de lengte van de carrosserie en de wielbasis werden vergroot. De langere wielbasis droeg bij aan een betere rijstabiliteit bij hogere snelheden. De verlichting op het voertuig werd overgenomen van de Gaz 66. Achterin de auto, onder de vloer, bevinden zich twee onderling verbonden brandstoftanks met een totale inhoud van 60 liter, die zowel links als rechts kunnen worden bijgevuld. Deze capaciteit maakte een actieradius tot 500 kilometer per tankbeurt mogelijk. Dankzij de langere wielbasis was er meer ruimte voor passagiers op de achterbank. Bovendien waren ze neerklapbaar, waardoor het vervoer van nog volumineuzere lading mogelijk was. In tegenstelling tot zijn voorganger, de 415, had de 2148 een rolbeugel op de carrosserie om de inzittenden te beschermen bij een koprol. De zijramen in de cabine waren schuiframen. Hoofdinterieurontwerper I.A. Zaitsev ontwierp een nieuw, modern dashboard met passieve veiligheidsvoorzieningen. De auto is uitgerust met een veiligheidsstuurkolom. Het ontwerp van de bij AZLK geproduceerde jeep had alle elementen van een klassieke terreinwagen, zoals een apart draagframe, starre assen en bladvering. Een nieuwe feature was een sperdifferentieel op de achteras.
moskvich%202148_03.jpg

Het voertuig was uitgerust met 15-inch banden met een offroad-profiel. Tijdens veldtesten bleek het geschikt voor het beoogde doel. Het kon tot 0,6 m waden, tot 35 graden klimmen en kon gemakkelijk klei, zand en ploegen aan. Tegelijkertijd was het zeer comfortabel en dynamisch. Dit was vooral te danken aan de nieuwe viertakt, vloeistof gekoelde viercilindermotor met OHC-distributie met een cilinderinhoud van 1478 cm3 ( boring/slag - 82/70 mm), goed voor een vermogen van 75 pk. De maximumsnelheid gemeten op de snelweg is 120 km/u. Het kon een aanhangwagen trekken met een gewicht tot 350 kg en in het geval van een geremde aanhangwagen tot 850 kg. Vergeleken met zijn concurrenten, de Izh 14 en de Vaz 2121, bleek de Niva perfect voorbereid op off-road gebruik, maar AvtoVaz uit Togliatti kwam als winnaar uit de bus. Het was erin geslaagd een comfortabeler en wereldwijd competitiever voertuig te creëren, zij het ten koste van mindere off-road capaciteiten.

moskvich%202150_08.jpg


De Moskvich 2150 werd geprezen door militaire experts. Het Ministerie van Defensie raakte geïnteresseerd in de auto en de bestelling was bestemd voor 60.000 voertuigen per jaar in de fabriek in Kineshma. Gladilin wilde de auto verder verbeteren volgens de voorstellen van het leger, maar werd helaas getroffen door een plotseling overlijden, waardoor de financiering voor dit project en alle werkzaamheden aan beide voertuigen werden stopgezet.
 
Op Vroom.be las ik het volgende stukje, over een Lada met Belgische roots:

Geflopt model: Lada Natacha, met een ongelooflijke Belgische geschiedenis

Met de lancering van de Samara in 1984 blies een frisse wind door het gamma van Lada. De nieuwkomer was praktisch en modern, met een elektronische ontsteking en voorwielaandrijving. Maar om klanten te verleiden gaf de Belgische invoerder hem een echte dosis glamour…​



Lada heeft bij ons nooit echt een sterk imago gehad. Toch verkocht de Samara redelijk goed, onder meer dankzij zijn lage prijs. De Belgische invoerder van destijds probeerde echter om verder te gaan, met een mooiere afwerking en, hou je vast, door het gamma langs boven aan te vullen met een heuse cabrioversie.
20200409073026ladanatacha1.jpg

Hier kwam EBS aan te pas. Die kleine Belgische koetswerkbouwer had een stevige reputatie opgebouwd door met goedkeuring van Renault de R5 om te bouwen tot cabrio. Toen Renault zich echter uit de samenwerking terugtrok probeerde EBS om de kleine stadsauto nog te verkopen, maar financieel verkeerde het bedrijf in zwaar weer. De bestelling van Lada België was dus zeer welkom.
20200409073026ladanatacha2.jpg

De auto kwam in 1991 op de markt. De verbouwing was geslaagd en de Samara kreeg een vleugje sportiviteit. Hij werd verkocht in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Afhankelijk van de markt heette hij Natacha of gewoon Cabrio. Uiteindelijk zijn er 446 exemplaren van verkocht. Een mooi resultaat voor dit soort ‘knutselwerk’, maar veel minder dan wat Lada België en EBS hadden verhoopt. Dat laatste bedrijf moest trouwens in 1996 de deuren sluiten.
Author's image

Artikel door
Jean-Francois Christiaens
 
Leuk!

Een grote occasionhandelaar in Hoevelaken met een dubieuze reputatie (ben de naam kwijt, dit speelde minstens 20 jaar terug en deze handelaar is jaren geleden verdwenen) had destijds een rijtje nieuwe Samara cabrio's staan. Mogelijk een goede deal gesloten met een overgebleven voorraad.
 
Ik weet van een andere site dat er een liefhebber in België is die er 3 witte heeft. Zelf heb ik er een blauwe miniatuur versie van ( net als van de bestel versie in het groen)
 
Bij iemand die ik op Instagram volg kwam ik wat boeiende foto's tegen. Ik zat te denken, hoe kan ik hier een bericht van maken en waar kan ik het dan plaatsen. Nou het kwam op Newsdrom gewoon voorbij en ik plaats het hier, omdat bijna niemand de Lada Oko kent.

In de VS is een stortplaats met Oka-auto's gevonden​

4352471.jpg

11 juni 2025 | 11918 keer bekeken

In Colorado (VS) werd een hele partij Oka-auto's gevonden op een van de stortplaatsen. Foto's van verlaten miniauto's werden geplaatst op een van de westerse sociale media, gedateerd juni 2025.
4352469.jpg
Er zijn minstens zeven auto's te zien op de foto's, waaronder een zeldzame Toyma-bestelwagen (ze werden in kleine series gemaakt).
4352473.jpg

Het feit dat de Okushki in het zuiden van de Verenigde Staten in de vergetelheid zijn geraakt, heeft een dramatische achtergrond. Deze auto's werden meer dan 20 jaar geleden geïmporteerd door Mirox Corporation uit Nevada, dat ze in de Verenigde Staten en Canada wilde verkopen. Het bedrijf werkte op dit gebied zelfs nauw samen met de fabrieken van SeAZ en ZMA, die de minicars produceerden.
4352467.jpg

Om een aantal redenen – wetgevend, organisatorisch en economisch – mislukte het idee om Oka's op de Amerikaanse markt te brengen. De hatchbacks belandden daardoor op een stortplaats, waar ze jarenlang in de open lucht hebben gestaan.
4352475.jpg


Laten we niet vergeten dat het merk Oka werd gebruikt voor de miniauto VAZ-1111 , geproduceerd tussen 1988 en 2008. Dit model werd geproduceerd in drie fabrieken: VAZ in Toljatti, KAMAZ in Naberezjnye Tsjelny en SeAZ in Serpoechov.

In 2001-2005 ontwikkelden en bouwden VAZ en KAMAZ gezamenlijk prototypes van de tweede generatie VAZ-1121 , maar de serieproductie ervan bereikte nooit het einde. (daar is een heel boekwerk artikel over, misschien leuk om het verhaal van de Oka eens mee te plaatsen hier)

Alle foto's zijn hier te vinden:
Post 1

Post 2
 
Dat lijken gewoon Daihatsu Cuore's. Hebben die samengewerkt aan het ontwerp of is dat nageaapt?
 
Dat lijken gewoon Daihatsu Cuore's. Hebben die samengewerkt aan het ontwerp of is dat nageaapt?
Ja en nee, hij lijkt er wel wat op inderdaad. Het is wel zo dat de Oko "is geïnspireerd" op de Japanse Kei-auto's van begin jaren 80. Het is geen 1 op 1 kopie zoals in China is gedaan voeger, maar hij lijkt er wel op.

De Aleko, die is al eens voorbij gekomen, lijkt ook op een Simca, dat model is wel naar Rusland gehaald en toen nagemaakt. Maar tegelijk ook aangepast aan Moeder Rusland, dus geen schroefje is gelijk. Maar hij lijkt er erg op.

Maar de Oka is echt een briljante auto, de motor is een 2 cilinder. EN wat hebben ze gedaan, ze hebben de motor van Lada gewoon door de midden gedaan


Er is er zelfs 1 in Nederland:


Leuk om te vertellen, de Oka was als auto ontworpen om zeg maar de volksauto te worden, dus goedkoper dan de Lada (de helft van de prijs) dus ideaal voor jongeren, plus dat hij eigenlijk de ZAZ en SMZ-S 3D, de Sociale zekerheidsauto's die waren aangepast voor mensen mensen met een handicap.
Zoals:
  • SeAZ-1111-01 - een sociale versie gebaseerd op de VAZ-1111 voor mensen met een beperking zonder beide benen;
  • SeAZ-1111-02 - een sociale versie gebaseerd op de VAZ-1111 voor gehandicapten zonder één been;
  • SeAZ-1111-03 - een sociale versie gebaseerd op de VAZ-1111 voor gehandicapten zonder één been en één arm;
 
Laatst bewerkt:
Ik heb eens op de auto Rai in Amsterdam de elektrische Oka gezien. Daarna nooit meer wat van vernomen. Ik weet dat er in België een benzine variant nog rond rijdt.
 
Ik heb eens op de auto Rai in Amsterdam de elektrische Oka gezien. Daarna nooit meer wat van vernomen. Ik weet dat er in België een benzine variant nog rond rijdt.
Echt? Dat is wel cool! Ik weet dat de witte door Gremi / Meneer Noordman, maar Nederland is gehaald om hier verkocht te worden. Deze kreeg helaas geen type goedkeuring en is daarom nooit op de weggekomen.
 
Leuk!

Een grote occasionhandelaar in Hoevelaken met een dubieuze reputatie (ben de naam kwijt, dit speelde minstens 20 jaar terug en deze handelaar is jaren geleden verdwenen) had destijds een rijtje nieuwe Samara cabrio's staan. Mogelijk een goede deal gesloten met een overgebleven voorraad.
Jonker was dat idd. Er reden in die tijd gevoelsmatig vrij veel Samara's Cabrio hier (Amersfoort). Allemaal donkerrood van kleur. Maar met rolbeugel meen ik me herinneren.
 
Nog een weetje dankzij Instagrammm


Ik volg een spotter uit Moskou en hij deelde een foto van een auto die me niets zei. Hoewel dat is neit helemaal waar. Het is was een TagAZ Road Partner. TagAZ heeft een sportauto gebouwd, de Aquila die later ook nog in Frankrijk is gebouwd.


TagAZ

TagAZ is een Russisch automerk dat in 2008 werd opgericht en in 2014 ophield te bestaan. Onder deze merknaam produceerde de fabriek in Taganrog licentiebouw van Koreaanse en Chinese auto's, evenals twee modellen van eigen ontwerp.

De productie van auto's onder het merk TagAZ in de Taganrog Automobile Plant, waar Hyundai-auto's voor de Russische markt werden geproduceerd, ging in 2008 van start. De eerste modellen van het nieuwe merk waren de verouderde, onder licentie geproduceerde SsangYong SUV's - Tagaz Tager en Tagaz Road Partner . Daarna volgde de Vega sedan , zogenaamd van eigen ontwerp, maar die een "piratenkopie" bleek te zijn van de Koreaanse Lacetti.

In 2009 raakte de fabriek in ernstige financiële problemen. Het bedrijf probeerde onder licentie auto's van verschillende Chinese bedrijven onder het merk TagAZ te produceren. In 2013 werd de originele Aquila sportwagen gelanceerd . Het lukte echter niet meer om de situatie recht te zetten en in 2014 werd TagAZ officieel failliet verklaard.

Tagaz Tager​

Driedeurs SUV Tagaz Tager, 2008–2012

In 2008 begon de autofabriek van Taganrog met de productie van de driedeurs SUV "TagAZ Tager" – een gelicentieerde kopie van het Koreaanse model SsangYong Korando . In 2009 ging een vijfdeursversie van de auto, ontwikkeld door de Koreaanse engineeringafdeling van Tagaz, in productie (de "Korando" had geen vijfdeursversie).


De "TagAZ Tager" had een traditioneel ontwerp voor SUV's: een frame, een starre achteras en een starre vierwielaandrijving met reductietandwiel. De auto was uitgerust met gelicentieerde "Mercedes"-motoren van Koreaanse makelij.
Interieur van de SUV Tagaz Tager

Interieur van de SUV "TagAZ Tager"

De basisversie van de SUV had een 2,3-liter benzinemotor met een vermogen van 150 pk onder de motorkap, gecombineerd met een handgeschakelde versnellingsbak. De aandrijving kon via achter- of vierwielaandrijving. De "Tagaz Tager" met een 3,2-liter zescilinder-in-lijn motor (220 pk) had een viertrapsautomaat en vierwielaandrijving. Er waren ook twee turbodiesels in het aanbod: een viercilinder met een inhoud van 2,6 liter (104 pk) en een vijfcilinder met een inhoud van 2,9 liter (120 pk). Deze waren uitgerust met een mechanische versnellingsbak en vierwielaandrijving.


In 2009 begonnen de prijzen voor de achterwielaangedreven Tagaz Tager 2.3 bij 470.000 roebel; de basisuitrusting omvatte een bestuurdersairbag, ABS, airconditioning, elektrische accessoires en lichtmetalen velgen. De versie met een zescilinder benzinemotor kostte vanaf 625.000 roebel.
Vijfdeurs SUV Tagaz Tager, 2009–2011

Vijfdeurs SUV "TagAZ Tager", 2009–2011

De vraag naar de Tager bleek echter vrij bescheiden: zo werden er in 2009 slechts 2.462 exemplaren van het model verkocht. Tegelijkertijd klaagden veel kopers over de slechte bouwkwaliteit; zo moesten de versnellingsbakken van sommige versies massaal terug naar de fabriek voor reparatie.

TagAZ zelf kampte in die jaren met ernstige financiële problemen en verlaagde geleidelijk de productie. De productie van Tagers werd uiteindelijk in 2012 stopgezet.


TagAZ Road Partner​

Tagaz Road Partner SUV, 2008-2009


In 2008 begon de Taganrog Automobile Plant met de licentieproductie van de Koreaanse SUV SsangYong Musso (model 1993) onder eigen merk. De auto, genaamd TagAZ Road Partner, werd alleen op de Russische markt aangeboden.

De SUV werd in twee versies geproduceerd: met een 2,3-liter motor (150 pk) en een handgeschakelde versnellingsbak of met een 3,2-liter zescilinder-in-lijn motor (220 pk) en een viertraps automaat. Alle auto's hadden een plug-in vierwielaandrijving en een terugschakeling in de transmissie. Aanvankelijk begonnen de prijzen voor de SUV bij 480 duizend roebel, maar na verloop van tijd steeg de vanafprijs tot boven de 600 duizend roebel.

Tagaz Road Partner SUV na restyling, 2009-2011

TagAZ Road Partner SUV na restyling, 2009-2011

In 2009 kreeg de TagAZ Road Partner een vernieuwd design en begon zijn uiterlijk te verschillen van het Koreaanse “origineel”, tegelijkertijd verscheen er een versie met een pick- upcarrosserie .

De productie van het model was aanvankelijk klein en nadat TagAZ in financiële moeilijkheden raakte, werd de productie van auto's tot een minimum beperkt. De TagAZ Road Partner werd uiteindelijk in 2011 stopgezet, in deze periode het bedrijf ongeveer 3300 van deze SUV's produceerde.



TagAZ Road Partner Pickup​

Tagaz Road Partner-pick-up, 2009-2011

De TagAZ Road Partner pick-up werd voor het eerst gepresenteerd in 2008 op de Autosalon van Moskou en in 2009 begon de kleinschalige productie van het model in Taganrog. De auto werd ontwikkeld door de Koreaanse tak van TagAZ op basis van de Road Partner SUV, een kopie van de SsangYong Musso . Het Koreaanse prototype was ook verkrijgbaar als pick-up, maar dan met een vierdeurs cabine, terwijl de Taganrog-auto een tweedeurs cabine met één zitrij had.

In tegenstelling tot de originele SUV, die was uitgerust met benzinemotoren, was de TagAZ Road Partner Pickup alleen uitgerust met een 2,6-liter turbodieselmotor met 105 pk in combinatie met een handgeschakelde vijfversnellingsbak. De auto had een plug-in vierwielaandrijving en een lage gearing in de transmissie. Het laadvermogen bedroeg 650 kg. De prijs van het model bedroeg ongeveer 610 duizend roebel.

Kort na de introductie van de pick-up raakte de Taganrog Automobile Plant in ernstige financiële problemen en was er weinig vraag naar de auto. De grootschalige productie van het model is daarom nooit van start gegaan. In totaal werden er tot 2011 ongeveer 130 van dergelijke pick-ups geproduceerd.
 

TagAZ Vega​

Tagaz Vega sedan, 2009–2010

De Tagaz Vega sedan (oorspronkelijk Tagaz C100) werd in 2009 in Taganrog gelanceerd. De auto was uitgerust met een 1,6-liter motor met een vermogen van 124 pk en een handgeschakelde vijfversnellingsbak. Het basismodel kostte 375 duizend roebel.

Deze auto werd ontwikkeld door het Koreaanse ontwerpbureau TagAZ. Al snel bleek echter dat het ontwerp van de Vega illegaal werd gebruikt voor het Lacetti -model , en de Koreaanse rechtbank verbood lokale bedrijven om onderdelen voor de auto te leveren.

De productie van de Tagaz Vega sedan werd in 2010 noodgedwongen beëindigd. Er werden in totaal slechts zo'n 2.300 auto's geproduceerd.

Om eens wat anders te delen, deze recensie van en eigenaar:


Tagaz Vega 2009 · recensie​

Toegevoegd door Cooler 27-05-2015 ✦ 2
Tagaz Vega 2009

Tagaz Vega • 2009 • 16000 km

Ik wil niet eens een recensie schrijven, maar een korte samenvatting van Tagaz Vega.
Ik heb de auto in 2009 gekocht. Uitrusting (MT2): ABS, airconditioning, 2 airbags, elektrische ramen, startonderbreker, lichtmetalen velgen, mistlampen. Ik heb er slechts 16.000 km mee gereden. Tot nu toe geen problemen gehad met de bediening, alleen heb ik om de een of andere reden twee keer het lampje van het rechter dimlicht vervangen. Hij start fantastisch in de winter. De dynamiek tijdens de inrijperiode is niet erg goed, maar na 8.000 km werd de motor wakker... De schakelpook is lang, de koppeling is lang, maar je went er snel aan.

Er was een soort gekraak achterin, in de cabine, bij het langzaam rijden over hobbels (ik snap nog steeds niet waarom), daarna verdween het gekraak. De vering is wat stug, maar met mate voel je niet alle hobbels. Ik ben naar de regio Krasnodar geweest, in Oekraïne. Ik voel weinig vermoeidheid, de landing is comfortabel, de stoelen zitten stevig. De wegligging is goed, alleen bij een sterke zijwind is het zeilen geblazen. Ik merk geen spoorvorming. Na 100 km/u wordt het lawaaierig in de cabine, je moet de muziek harder zetten. Wat benzine betreft, een volle tank (60 liter) AI92 (AI95 werd afgeraden bij de autodealer) is voldoende voor 900-1000 km.

Het interieur is ruim, de stijlen zijn breed, maar belemmeren het zicht niet. Ik zit achter me en er is 10 cm ruimte tussen mijn knieën en de rugleuning van de stoel. Binnenin is het comfortabeler dan in de El XD of Spectra.
Kortom: de indrukken zijn als volgt...
1. Motor. De motor bleek verrassend krachtig, in de vijfde versnelling gaat inhalen van 80 naar 160 zonder problemen.
Momenteel is het verbruik 6-7 l
2. Transmissie. Het schakelen, hoe kritisch ik ook ben, is duidelijk. De versnellingsbak is vergelijkbaar met die van een Daewoo, alleen veel beter. Het enige nadeel is dat de eerste en derde versnelling vrij ver weg zitten, je moet naar voren reiken.
3. De vering is gematigd. Ik vind hem prettig. Je voelt de oneffenheden, maar als het gematigd is, is er geen sprake van wiebelen of kantelen.
4. Sturen. De besturing is scherp, ik kan er nog niet aan wennen.
5. Het interieur. Het is gewoonweg enorm. Er is veel ruimte "achter je". De niet-neerklapbare rugleuning van de achterbank is teleurstellend. De instrumenten zijn handig en gemakkelijk af te lezen.
Het licht is goed, de kofferbak is erg ruim.

Over het algemeen ben ik tevreden met de auto en als ik hem goed onderhoud, zal hij zonder problemen functioneren.
Een goede auto voor zijn klasse!

PS: de auto werd geassembleerd in Taganrog en gekocht voor 415.000 roebel.

Tagaz Vega 2009

Tagaz Vega 2009
 
Jongens, nouja lezers van dit topic. Ik heb een vraagje. Ik weet niet zo goed waar ik het moet plaatsen, dus ik doe het hier.

Ik zie dat er best wel wat mensen met interesse dit topic volgen, daar ben ik heel erg blij mee. Bedankt!

De Post van Lada Oka's , laat ook Zastava's zien. En daar heb ik een beetje over nagedacht. Zijn er mensen die het leuk vinden om ook over dat soort auto's dingen te lezen?

Dit topic gaat echt over de USSR, en dat wil ik eigenlijk zo laten, Rusland is beladen natuurlijk (dat kun je ook zien op de frontpage onder het nieuws bericht over de nieuwe Lada) maar dan zou ik bijvoorbeeld net als heel vroeger een "Oost-Europese Kameraden Topic" kunnen maken.

De reden waarom ik het eigenlijk vraag is namelijk dit, ik heb namelijk jaren terug, foto's van de Zastava Fabriek gekregen, van de toenmalige directeur. En ik heb ze jaren en jaren voor me gehouden, maar ik zou ze graag online willen delen. Dat zou ik dan in een "Oost-Europese Kameraden Topic" kunne doen, of zeggen jullie, nee maak een apart topic aan voor de fabrieksfoto's?

Wie denkt met me mee :)
 
Lada 2122 "Reka


Ik kwam toevallig onderstaande auto 2 keer tegen vandaag, eest op een website over modelauto's, daar stond ook onderstaand verhaal.

Daarnaast zag ik op de website van "Lada History" een reportage over Het derde Togliatti retrofestival "Zhiguli" , daar was de unieke Lada 2122 ook te zien:

4.jpg.webp

Naast zijn broertje de AvtoVAZ 2121.



Lada 2122 "Reka"

Hoewel de fabrieken van VAZ uitsluitend bedoeld waren voor de productie van personenauto's en de Niva dus puur als civiel voertuig bedoeld was, was het Sovjetleger zo verbaasd over de off-roadcapaciteiten van de auto
dat het VAZ opdracht gaf een militaire versie te bouwen. Deze versie zou de op dat moment gebruikte UAZ-469 als standaard militair 4x4-voertuig kunnen vervangen.

De voorstudie van het project voor de creatie van een amfibievoertuig voor het leger met vierwielaandrijving begon bij VAZ in 1970. Een jaar later begonnen de ontwerpers van het bedrijf met de werkzaamheden aan de " Niva ", en in de toekomst verliep de ontwikkeling van leger- en civiele terreinwagens parallel.

In 1972 werd de officiële opdracht voor een amfibievoertuig goedgekeurd: in de fabriek werd dit project "een machine voor jagers en vissers" genoemd, en de militaire afdeling gaf het de code " River ". De eerste prototypes van de VAZ-E2122 SUV werden in 1976 gemaakt .

De auto had een gesloten zelfdragende carrosserie met twee deuren, een afneembare luifel en een neerklapbare voorruit. De 1,6-liter motor en transmissie waren dezelfde als die van de Niva , en draaiende wielen dienden als propeller voor voortbeweging op het water, wat een snelheid van ongeveer 4 km/u mogelijk maakte.

Eind 1978 werden aangepaste prototypes van de VAZ-2E2122 gemaakt met een aangepast ontwerp van de bodem (romp), zijkanten en luchtinlaten. Dit alles zorgde voor een betere koeling van de motor en transmissie – oververhitting bleek het meest opvallende nadeel van het eerste model van de auto.

Het gemoderniseerde model VAZ-3E2122 uit 1982 werd lichter en compacter en er werd een minder krachtige 1,3 liter motor als krachtbron gebruikt.

De volgende stap was de ontwikkeling in 1983 van prototypes van de VAZ-2122
" 400-serie ". Deze machines doorstonden een volledige reeks tests en werden door de staatscommissie aanbevolen voor serieproductie.

De machines van de vijfde serie, geproduceerd in 1984 , werden voor proefdraaien naar militaire eenheden in verschillende regio's van de Sovjet-Unie gestuurd, waar ze positieve reacties kregen. De laatste ontwikkeling van het project bestond uit de prototypes van het model VAZ-2122 " serie 600 " uit 1987 .

De VAZ-2122 presteerde beter dan de destijds gebruikte UAZ-469 , met name dankzij de amfibische mogelijkheden die de UAZ niet had. Het leger reageerde zeer positief en was tevreden over de mogelijkheden, betrouwbaarheid, sterkte en duurzaamheid. In 1987 had VAZ alle ontwikkelingswerkzaamheden afgerond en was de auto klaar voor massaproductie en militaire dienst.

Vanwege de ontwerpkenmerken kon de amfibie-SUV niet
op dezelfde productielijn als de Niva worden geproduceerd ; er was een aparte lijn nodig voor de auto en het Ministerie van Defensie beschikte niet over de financiële middelen om grote bestellingen te plaatsen voor de VAZ-2122 en om te betalen voor ander nieuw materieel zoals het mobiele Tor-luchtafweersysteem, de T-80U-gevechtstank, het BMP-3 infanteriegevechtsvoertuig, de BM-30 Smerch-raketwerper, de 2S19 Msta-zelfrijdende artillerie en andere. Hierdoor werd de Reka nooit in massaproductie genomen en bleef het, ondanks succesvolle tests en meer dan 10 jaar ontwikkeling, slechts een prototype.

Gedurende 17 jaar werden er 27 prototypes van de SUV gemaakt. Tegenwoordig is bekend dat er nog drie exemplaren van het model VAZ-2122 bewaard zijn gebleven (allemaal uit de laatste serie “ 600 ”).
 

De geschiedenis van de ErAZ-3730​


Onder de omstandigheden van de Sovjet-planeconomie leek het Jerevan-project vanaf het begin bijna spontaan en daarom gedoemd de "eeuwige stiefzoon" van de binnenlandse auto-industrie te worden. De noodzaak om de productie van bestelwagens met een klein laadvermogen te verhogen als strategische taak werd in de eerste helft van de jaren 60 door het Staatsplancomité van de USSR geuit. Tegelijkertijd begreep het Staatsplancomité heel goed dat het economische effect van het gebruik van dergelijke bestelwagens niet zo groot was dat het budget van het vijfjarenplan erdoor ingrijpend zou worden gewijzigd, wat betekende dat er "reserves" moesten worden gevonden om het project uit te voeren - met andere woorden, alles zou gaan zoals het ging, zoals bleek. Aanvankelijk ging de discussie over het beheersen van de productie van de in Riga ontwikkelde RAF-977K-bestelwagen. Maar de optie om de Riga Automobile Plant (RAF) te herbouwen en uit te breiden tot een schaal die het mogelijk zou maken om het land niet alleen van minibusjes, maar ook van bestelwagens te voorzien, werd niet eens overwogen - als te duur. De bouw van een nieuwe fabriek was nog duurder. En industriële strategen richtten hun aandacht op de heftruckfabriek in aanbouw nabij Jerevan.

De onderneming was ontworpen om compleet andere producten te produceren en voor kleinere productievolumes, maar het was mogelijk om snel en met minimale kosten een deel van de onafgemaakte werkplaatsen om te vormen tot een autofabriek. Dit bepaalde het toekomstige lot van ErAZ. Door de geschiedenis heen werd de fabriek voortdurend voltooid, herbouwd, gereconstrueerd, uitgebreid, en dit alles om uiteindelijk de schijn van een volwaardige autofabriek te krijgen. Alle fondsen, al waren ze klein, die van tijd tot tijd uit de nationale begroting werden gehaald, werden besteed aan de ontwikkeling van nieuwe productielocaties.

Ook het ontwerp van de ErAZ-762 ging "verloren". Als de productie van de autofabriek in Riga afhankelijk was van leveringen van motoren en andere belangrijke onderdelen en assemblage van de Gorky-autofabriek en haar satellieten, dan was de productie van de door de inwoners van Riga door ErAZ ontwikkelde bestelwagen afhankelijk van regelmatige leveringen, niet alleen van GAZ, maar ook van de RAF. Bijna de gehele eerste vijf jaar werden besteed aan het afbouwen van de afhankelijkheid van Baltische carrosseriecomponenten, maar zodra de perserijen van ErAZ hun volledige capaciteit bereikten, gaf de staat opdracht de persstroom terug te draaien. De autofabriek van Jerevan begon daken en frontpanelen te produceren, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de RAF. Het was moeilijk om onder dergelijke omstandigheden de productie van fundamenteel nieuwe modellen onder de knie te krijgen.

Hoewel de autofabriek van Jerevan zich vanaf het begin in de rol van "Assepoester, die de kans om naar het bal te gaan, heeft gestort", waren de mensen die aan de basis van de onderneming stonden, die haar voltooiden, de assemblage van de eerste auto's organiseerden, er alles aan deden om de fabriek op zijn ontwerpcapaciteit te brengen, echter oprecht gecharmeerd van ErAZ en er trots op. De eigen autofabriek was niet zozeer belangrijk voor Armenië vanuit economisch oogpunt, maar als een reden voor nationale trots en zelfrespect. Daarom werkte het team van de onderneming vanaf het begin zonder rekening te houden met reële vooruitzichten, en wijdde het zich fanatiek aan de zaak.

De afdeling Hoofdontwerper (CDD), onder leiding van Joeri Arsenjevitsj Simonjan, werd in de begindagen van het bedrijf opgericht bij ErAZ. Formeel was de enige taak van de ontwerpers het aanpakken van de inherente gebreken van de door de Riganen ontwikkelde bestelwagen – een slechte gewichtsverdeling (de voorwielen waren overbelast) en een onvoldoende carrosseriesterkte. De ingenieurs hebben dit probleem eerlijk opgelost gedurende de 28 jaar dat de bestelwagen op het "zevenhonderdtweeënzestigste" platform werd geproduceerd. Gedurende deze periode onderging de auto drie grote upgrades, de laatste in 1979. De ontwerpers beseften echter dat het onmogelijk was om de tekortkomingen van het basisontwerp volledig te verhelpen zonder de architectuur ervan te veranderen. Daarom werkten ze, parallel aan de verbetering van de Riga-bestelwagen, vanaf de eerste dagen aan de creatie van een auto naar eigen ontwerp. Uiteraard streefden de ontwerpers uit Jerevan niet naar de originele motor en het originele chassis, maar uitsluitend naar een nieuwe chassislay-out en een nieuwe carrosserie. Ze werkten samen met ingenieurs van NAMI, omdat bestelwagens destijds een van de favoriete onderwerpen van het instituut waren.
Al in 1967 werd, volgens de technische voorwaarden opgesteld door NIIAT-specialisten, een prototype ontwikkeld, dat de index EpAZ-763 kreeg. Een radicale vernieuwing van het ontwerp was het frame. Hieraan werd een cabine met overkapping bevestigd, die qua uiterlijk leek op de standaard RAF's en ErAZ's, en achter de cabine werd een volwaardige, stijve, volledig metalen "cabine" geïnstalleerd, die de cabine zowel in breedte als hoogte overtrof.

Het stijfheidsprobleem was opgelost. Het enige wat nog restte was het ontdoen van het RAF-ErAZ-platform van zijn tweede inherente defect: de overbelaste vooras. Als gevolg hiervan verscheen in 1968 een prototype EpA3-763A, waarvan de cabine tegenwoordig semi-motorkap zou heten. Dankzij de verplaatsing van de cabine en een deel van de massa van de motor binnen de wielbasis, was het mogelijk een veel evenwichtiger gewichtsverdeling te bereiken. Qua onderdelen en samenstellingen was de EpA3-763A grotendeels één geheel met de Moskvich-voertuigen: motor en UAZ, versnellingsbak en voorloopas.

Deze optie werd als succesvol beschouwd en naast de bestelwagen werden nog een paar test-voertuigen gebouwd: de minibus ErAZ-76ZV (1970) en de datsja-auto EpA3-763-4 (1971).

Tijdens de verbetering van het nieuwe basisplatform in 1971 werd de volgende generatie semi-motorkap bestelwagen gecreëerd: de ErAZ-76ZB. Al snel werd het ontwerp gewijzigd. Yu. A. Simonyan noemt, naast de basis bestelwagen, zeven speciale modificaties. In het aprilnummer van het tijdschrift "Behind the Wheel" noemde Simonyan er zes: een isothermische bestelwagen, een koelkast, een minibus voor 10-12 personen, een ambulance, een auto-datsja voor reizen en een trainingsvoertuig met dubbele cabine. Een andere modificatie - een routetaxi - wordt genoemd in een korte notitie in het decembernummer van het tijdschrift.

Passagiers-voertuig ErAZ-763V

Het nieuwe project voor het bestelvoertuig was veelbelovend - tegenwoordig wordt de semi-motorkapconfiguratie beschouwd als de belangrijkste voor voertuigen van deze klasse. De vooruitziende blik en professionaliteit van het jonge ontwerpteam waren gemakkelijk te verklaren. Ten eerste werd het team van KEO ErAZ, zoals dat in ons land gebruikelijk was, gevormd door de overplaatsing van ervaren ontwerpers van andere bedrijven in de industrie, waaronder de RAF. Ten tweede werden het ontwerp en de verfijning van het voertuig uitgevoerd in nauwe samenwerking met NAMI. Er werd voortdurend contact onderhouden met de laboratoria voor veiligheids- en draagsystemen van het instituut en met het ontwerpbureau voor vrachtwagens.
Begin jaren 70 werd een dergelijk ontwerp als zeer vooruitstrevend beschouwd. Een klasse vergelijkbare bestelwagens, genaamd "multi-stop", met een vergelijkbare architectuur werd toen steeds populairder in de VS. Kapitalisten hebben altijd al geld kunnen tellen, en als de Amerikanen dit ontwerp optimaal vonden voor intrastedelijk vervoer met een laag tonnage, waarbij er frequent moet worden gestopt voor laden en lossen in een beperkte ruimte, dan was het echt optimaal.
Een multi-stop carrosserie, ook wel bekend als een walk-in delivery of step van, is een type lichte en middelzware vrachtwagen die veel voorkomt in Noord-Amerika en is ontworpen voor lokale bezorging. Ze zijn ontworpen om zittend of staand te worden bediend en bieden de chauffeur gemakkelijke toegang tot de goederen, vandaar de naam walk-in delivery. Vrachtwagens van dit type kenmerken zich door een lage laadhoogte en de mogelijkheid om volledig te lossen via de rechter- of linkerschuifdeur van de cabine.

Zo ontstonden prototypes van de auto's - ErAZ-3730 - en vervolgens begonnen de tests. Eerst vonden er fabriekstests plaats - deze vonden plaats in Centraal-Azië, in Sotsji en op het NAMI-testterrein in Dmitrov bij Moskou, en vervolgens de staatstests.
De basis van het ontwerp van de binnenlandse reactie op de Amerikaanse multistops was een sparframe. Dit gaf de bestelwagen voldoende stijfheid en maakte het mogelijk om de carrosserie te ontdoen van omvangrijke aandrijfelementen. De volledig metalen, gestanste carrosserie (zoals die van de RAF of de "broodjes" van Oeljanovsk) had, naast de semi-motorkap, nog een origineel onderscheidend kenmerk: schuifdeuren aan de zijkant. Deze schuifdeuren gaven echter, in tegenstelling tot wat de logica voorschrijft, geen toegang tot de bagageruimte, maar tot de tweezitscabine. In- en uitladen zou uitsluitend via de achterste, dubbelvleugelige, scharnierende deur plaatsvinden.


Op 19 oktober 1973 werd de basisbestelwagen van de nieuwe familie door de staatscommissie aanbevolen voor een productie van 10.000 voertuigen per jaar. De architectuur van de nieuwe bestelwagen verschilde opvallend van het ontwerp van de oude, waardoor een geleidelijke overgang naar het nieuwe model, door het geleidelijk vervangen van oude elementen door nieuwe (zoals bijvoorbeeld bij AZLK gebeurde), onmogelijk was. Misschien was een bestelwagen die naar de maatstaven van die jaren behoorlijk modern was, in het buitenland gewild, maar de geringe productiecapaciteit van AZ liet dit probleem niet serieus nemen.

Bovendien zat de fabriek vast in macro-economische productiebanden binnen het land. Zo was het onmogelijk om de productie van carrosseriepanelen voor de bestelwagens van de 762-familie stop te zetten, aangezien sommige daarvan naar de RAF werden gestuurd (het nieuwe model van de Riga-minibus RAF-2203 werd pas in 1976 gemasterd). Als het mogelijk was geweest om zich te bevrijden van de verantwoordelijkheid voor de RAF, had de EpA3-3730 (althans theoretisch) een kans gehad, maar het Staatsplancomité had zijn eigen plannen voor de onderneming. Kort na de lancering van de belangrijkste bovenleidingassemblagelijn in de fabriek (dit gebeurde in 1976), werd de productievereniging ErAZ opgericht, met de Jerevan Autofabriek als belangrijkste onderneming.
Desondanks nam ErAZ in 1974 deel aan de sectorbrede campagne om elektrische voertuigen te ontwikkelen, en zo werd de elektrische EpA3-3731 geboren – succesvol, voor zover dat in die jaren in principe mogelijk was, maar, net als andere analogen, onvolmaakt en daarom ongebruikt.
De ErAZ-3731 maakte gebruik van een EDT-81 elektromotor met een vermogen van 21 kW en een snelheidsregelsysteem voor de tractiemotor met een thyristor-pulsspanningsregelaar. Het koppel van de elektromotor naar de achteras werd overgebracht via een eentraps versnellingsbak die op het carter van de elektromotor was gemonteerd (de totale overbrengingsverhouding van de elektromotor naar de aandrijfwielen is 6,8). De ENZh-200 accu, samengesteld uit 96 ijzer-nikkel accu's, werd in speciale compartimenten in de carrosserie geplaatst (direct achter de bestuurderswand) en via speciale luiken aan de zijkanten van de carrosserie uitgerold voor onderhoud en opladen. De accu's en apparatuur in het elektrische voertuig maakten tussentijds gedwongen opladen van stroombronnen met een stroomsterkte van 190 A gedurende 1 uur mogelijk, terwijl de lading 70% van de nominale waarde bereikte. De technische specificaties van het elektrische voertuig voorzagen in de mogelijkheid van snel tussentijds opladen.
Tijdens de tests werd de hoge arbeidsintensiteit van het onderhoud van het elektrische voertuig ErAZ-3731 (het uitrollen van de batterijen, het controleren ervan), het opladen van de batterijen en de duur van het opladen zelf opgemerkt - in totaal duurde het tot 15 uur. De duurzaamheid van de batterijen was ook onbevredigend vanwege de verhoogde verhitting van de elektrolyt (tot 70 °) tijdens het rijden van het elektrische voertuig, evenals vanwege frequente kortsluitingen in de batterijen. Tijdens de tests werd meer dan de helft van de batterijen onbruikbaar. Tijdens het rijden was het elektrische voertuig vatbaar voor slippen en kantelen bij manoeuvreren op hoge snelheid vanwege het hoge zwaartepunt.
Tegelijkertijd bewees het eerste prototype van het Armeense elektrische voertuig de bruikbaarheid van het ontwerp, wat het mogelijk maakte om verder te werken in de gekozen richting en in de toekomst geavanceerdere modellen van elektrische voertuigen te creëren (ErAZ-3732, ErAZ-3734).
In totaal werden in Jerevan 26 prototypes van elektrische voertuigen van verschillende modellen geproduceerd, gebaseerd op de YerAZ-3730-bestelwagens. Vanwege de gebrekkige energiebronnen werd de bouw van elektrische voertuigen in de Jerevanse autofabriek (uiteindelijk in 1986) echter stopgezet.
Het verdere lot van de veelbelovende familie voertuigen met een halfopen kap is vergelijkbaar met dat van de Moskouse Yunost-bussen. Net als de Yunost werden de nieuwe YerAZ-voertuigen van tijd tot tijd in individuele batches geassembleerd - "op de knie". Ze werden ook tentoongesteld op allerlei vakbeurzen en naar evenementen van nationaal belang gestuurd. Net als de Yunost wekten ze steevast bewondering van het publiek en de goedkeuring van specialisten. Maar het resultaat was hetzelfde: de functionarissen van wie de financiering van het project afhing, beschouwden het niet als een prioriteit.
Maar ondanks alle bovengenoemde obstakels maakte de Jerevanse autofabriek opnieuw naam tijdens de Olympische Spelen in Moskou in 1980. Tien EpA3-37302 koelwagens, gebaseerd op de vernieuwde bestelwagen, werden speciaal naar de hoofdstad gestuurd om dit evenement te verzorgen.

Dankzij een partij van tien voertuigen die naar Moskou werden gedelegeerd voor de Olympische Spelen van 1980, werden de EpA3-37302 koelkasten een van de bekendste uitvoeringen van de familie. De thermische isolatie van de bagageruimte, met een volume van 5 m³ over de gehele oppervlakte, werd verzorgd door 80 mm dik polystyreenschuim, bedekt met een aluminium plaat. De warmteoverdrachtscoëfficiënt van de carrosserie was maximaal 0,4 W/m² x °C. Om een temperatuur onder nul te creëren, werd een stikstofkoelunit KV 1522000 gebruikt. Bij een omgevingstemperatuur van +40 °C was de capaciteit van de koelunit voldoende om een temperatuur van +5 tot -10 °C in de bagageruimte te handhaven.
In 1980 begon de productie van de 3730-familie in kleine series met behulp van bypasstechnologieën – voornamelijk voor representatieve doeleinden en voor gebruik binnen de republiek.
Toch bereikte de nieuwe bestelwagen de transportband nooit. De fabriek bleef echter uitbreiden en werd verbouwd. In 1980 bereikte het jaarlijkse productievolume van de "goede oude" ErAZ-762V 13.000 voertuigen (in september 1987 overschreed de fabriek de grens van 16.000). Er werden nieuwe werkplaatsen gebouwd, moderne technologieën werden onder de knie gekregen, maar de ErAZ-3730 was nog steeds "een buitenstaander op dit feestje". Regelmatig verschenen er korte vermeldingen van de "veelbelovende" ontwikkeling in de media, met de woorden: "de technologische voorbereiding van het nieuwe model is in volle gang, de apparatuur wordt al geïnstalleerd." Bovendien bleven de ontwerpers in Jerevan bijna twintig jaar lang samenwerken met NAMI, werd het basisplatform voortdurend gemoderniseerd en werden er nieuwe modificaties gebouwd en getest.

In de eerste versie zou de auto worden uitgerust met een GAZ-24D-motor. Naarmate het basisontwerp evolueerde, veranderden ook de motoren. In de jaren 80 werden prototypes uitgerust met ZMZ-24-01-motoren met een lagere compressieverhouding, waardoor het mogelijk werd om "zesenzeventigste" benzine te gebruiken (en halverwege de jaren 90 met ZMZ-4021.10, een analoog van de 24-01, ontwikkeld voor de GAZ-24-10-familie). De versnellingsbak werd in de technische documentatie vermeld als "vierversnellingsbak, type UAZ".

Halverwege de jaren 80 werden prototypes van de GAZ-24-versnellingsbak getest, maar de resultaten werden als onbevredigend beschouwd. Het hoofdtandwiel en de achteras waren samengesteld uit UAZ-onderdelen, maar hadden geen directe analogie met de Ulyanovsk-modellenreeks. De Yerevan-bus had een eigen overbrengingsverhouding van het hoofdtandwiel en was samengesteld uit twee lange UAZ-askousen (de spoorbreedte van de YerAZ-bus was daardoor groter dan die van de UAZ). De afhankelijke achterwielophanging op twee longitudinale semi-elliptische veren was zoveel mogelijk gelijkvormig aan die van de UAZ, en de voorkant, hoewel structureel verwant aan de UAZ-451, had een origineel ontwerp met een smallere gesmede balk dan die van de Ulyanovsk-cabriolet met achterwielaandrijving.
In de cabine leek de binnenlandse "multi-stop" ook op de overzeese versie - het voorpaneel bevatte alleen de meest noodzakelijke onderdelen.

Er werd ook een vracht- en passagiersversie geïmplementeerd.
Het doel van de vracht- en personenautoversie van de bestelwagen (met een dubbele cabine en een verkorte laadruimte) veranderde in de loop der tijd. Begin jaren 70 zagen ontwerpers deze modificatie als een trainingsvoertuig. Onder de marktomstandigheden bleken vracht- en personenauto's zonder speciale vulling gewild (EpA3-37308).

En eind jaren 80 ondergingen twee experimentele vracht- en personenautomodellen, de EpA3-3945, officieel "mobiel technisch controlepunt" genoemd, voorlopige tests op het NAMI-testterrein. De technische controle, aldus de makers, moest worden uitgevoerd - "controle van de technische staat van eenheden, assemblages en systemen van motorvoertuigen die van invloed zijn op de verkeersveiligheid in termen van hun naleving van de eisen van normen met betrekking tot het waarborgen van de verkeersveiligheid." EpA3-3945. Er bleef slechts 480 kg over voor vracht in deze modificatie. Het grootste nadeel van deze modificatie was bovendien het ontbreken van een tweede rij deuren, waardoor de toegang tot de achterbank werd bemoeilijkt. Modificaties van deze bestelwagens kregen de aanduidingen EpAZ-3218 en EpA3-3945 en werden dienovereenkomstig aangeduid als - mobiel technisch controlepunt van de Staatsauto-inspectie. Het is niet moeilijk te raden dat deze controle onder de jurisdictie van de Staatsinspectie Verkeersveiligheid viel. De auto zag er dan ook dienovereenkomstig uit: blauw en gele carrosserielak, het opschrift "GAI" op de motorkap.

Er werd ook een aanpassing van de ambulance voorzien.

Daarnaast zijn er op basis van het model ErAZ-3730 diverse mobiele handelsautoshops geproduceerd.

Maar de fabriek had simpelweg geen ruimte om de EpA3-3730 parallel aan de reeds gemasterde ErAZ-762 te produceren. Ondanks het voortdurende proces van wederopbouw en uitbreiding van de onderneming waren de gemasterde capaciteiten nauwelijks voldoende om geleidelijk de mijlpaal te bereiken; het zou nodig zijn geweest om eerst de productie van de "zevenhonderdtweeënzestigste" bestelwagens te stoppen en alle productieapparatuur te vervangen. Maar de Staatsplancommissie was van mening dat het beste de vijand van het goede is en was niet klaar voor dergelijke offers. Alleen op inkomsten uit export kon worden gerekend: de reserveonderdelenfabriek in Jerevan, de heftruckfabriek in Jerevan, de fabriek voor hydraulische apparatuur in Jerevan en de in aanbouw zijnde heftruckfabriek in Tsjarentsavan. Maar vóór de fusie werd de volgende taak gesteld: naast de productie van ErAZ-voertuigen en heftrucks "4022", de productie van heftrucks "4091" die door de Lvov GSKB "Avtopruktiv" zijn ontwikkeld, beheersen. Het leek erop dat het lot, vertegenwoordigd door de Staatsplancommissie, een "karmische schuld" op de autofabriek had gelegd, die ontstond toen werd besloten de onderneming te bouwen op basis van de werkplaatsen van de heftruckfabriek. Als we terugdenken aan de financiering, wordt het duidelijk dat er geen sprake was van parallelle ontwikkeling van heftruckapparatuur en een nieuwe bestelwagen.

En toen speelde zich een typisch verhaal af, toen verschillende nieuwe modellen van binnenlandse autofabrieken de staatstests doorstonden en door de staatscommissie werden aanbevolen voor serieproductie, maar nooit werden ontwikkeld nadat de budgetfinanciering van de projecten was stopgezet. Later, gezien de marktomstandigheden, verbaasde het niemand dat de aanbeveling van de staatscommissie in feite een vergunning was, maar geen garantie voor materiële steun.
In 1985 werd de EpA3-3730 zelfs bekroond met een bronzen medaille op de Avtoprom-85-tentoonstelling in VDNKh. En in 1986 presenteerde de autofabriek in Jerevan haar producten voor het eerst in het buitenland - de isotherme bestelwagen EpA3-37301 werd tentoongesteld op een internationale tentoonstelling in de Poolse stad Poznan.
Tegelijkertijd werd een soort restyling van het model uitgevoerd, waarbij de plaats van de kopoptiek werd ingenomen door blokkoplampen van VAZ

Maar ze slaagden er niet in de auto op de hoofdtransportband te "persen". In 1989 begon de USSR te wankelen, bevond Armenië zich in een economische blokkade en daalde de productie scherp. Toen de nachtmerrie in de eerste helft van de jaren negentig eindelijk voorbij was, was ErAZ een economische entiteit van een onafhankelijke staat. De Sovjet-Unie was verdwenen, en daarmee alle banden met onderaannemers. Opnieuw was er geen tijd om het nieuwe model onder de knie te krijgen. Om precies te zijn, het nieuwe management volgde een specifieke cursus over de productie van de EpA3-3730, maar daarvoor was het noodzakelijk om eerst te wennen aan de nieuwe economische en politieke omstandigheden. In 1995 werd het bedrijf geprivatiseerd en gereorganiseerd tot de open naamloze vennootschap ErAZ. Ondernemer Hovsep Seferyan werd verkozen tot voorzitter van de raad van aandeelhouders en Hamlet Harutyunyan tot uitvoerend directeur. Buitenlandse connecties werden gelegd en in hetzelfde jaar, 1995, begon de serieproductie van de 3730-familie.

Het feit dat de 3730-familie van voertuigen aan de lopende band kwam te staan in het soevereine Armenië, dat gedwongen werd zelfstandig afzetmarkten te zoeken, had invloed op de prioriteiten van de "lijn". Zo begon YerAZ het project in 1993-1994 nieuw leven in te blazen, niet met bestelwagens, die in de Sovjettijd als de belangrijkste modificatie werden beschouwd, maar met "datsja's" die (volgens het management) in staat waren om de juiste indruk te maken op potentiële investeerders en kopers en, belangrijker nog, op interessante particuliere eigenaren. Vervolgens namen minibusjes, die in Armenië veel werden gebruikt als routetaxi's, en vracht- en personenauto's, ontworpen voor zes passagiers en het vervoer van 480 kg vracht, waar particuliere ondernemers en organisaties behoefte aan hadden, een aandeel in het totale geproduceerde aantal voertuigen in, niet minder dan bestelwagens en koelkasten.
In 1995 kostte de basisbestelwagen $ 5.400, de koelkast $ 5.800. Eind jaren 90 werden pogingen gedaan om de auto's van de familie uit te rusten met goedkope Poolse Andoria-dieselmotoren, maar deze leidden niet tot succes.
Een datsja, of camper, een auto om mee te reizen, werd begin jaren 70 opgenomen in de reeks aanpassingen van het gezin, die op zijn eigen manier gedurfd was. Ten eerste werden in de USSR niet alleen zelfrijdende tegenhangers, maar zelfs aanhangwagens van dit type niet in massa geproduceerd, en ten tweede is het moeilijk voor te stellen dat men in een land waar zelfs gewone stationwagons uiterst terughoudend waren om aan particulieren te verkopen, verwachtte zo'n auto te verkopen. Niettemin was het de EpA3-37307 die toen het gezicht van het hele gezin werd. Het was deze exotische auto die het meest gewillig aan journalisten werd gedemonstreerd en het meest gedetailleerd in artikelen werd beschreven. In 1973 noemde de hoofdontwerper van ErAZ Yu.A. Simonyan, sprekend over de inhoud van de vijfpersoons wooncabine: een televisie, een koelkast, een wastafel, een gasfornuis, kasten en een tafel.
Gedurende de 20 jaar die het duurde voordat de auto de assemblagelijn bereikte, stond het technisch denken niet stil. Zo werden in de reclamefolders van de fabriek halverwege de jaren 90, naast de eerder genoemde "apparaten", ook een kledingkast en een watertank met elektrische pomp toegevoegd en maakte de televisie plaats voor een radiosysteem.
De capaciteit van de auto was: aantal zitplaatsen - 7, aantal slaapplaatsen - 4. In 1988 schreef het Ministerie van Auto-industrie een wedstrijd uit voor prototypes van zomerhuisjes. Twee exemplaren van de EpA3-37307 in een verbeterde versie werden speciaal voor de wedstrijd gebouwd bij ErAZ. De Jerevan camper won natuurlijk. Deze auto's verschilden van de prototypes in de interieurbekleding en het instrumentenpaneel; in plaats van de standaarduitvoering werd een modernere uitvoering van polyurethaan gemaakt.
Maar het belangrijkste hoogtepunt was de speciale "barbecue"-ruimte, ontworpen om barbecue en brandhout te vervoeren. Een van de twee wedstrijdauto's belandde later in de officiële garage van de president van Armenië, de tweede (kenteken "o 74 31 AR") diende lange tijd VIP-gasten van de staat. Om zoveel mogelijk ruimte in de carrosserie over te laten voor vracht en tegelijkertijd een maximaal aantal passagiers in de auto te plaatsen, schroomden de ontwerpers er niet voor om de tweede zitrij vierzits te maken. De breedte van de vracht- en passagiersruimte, die 2,30 m bedroeg, maakte het mogelijk om bijna 60 cm per stoel te bezetten. Tegelijkertijd "aten" zes personen bijna het volledige toegestane laadvermogen op.
Ook in het onafhankelijke Armenië werden de projecten van een minibus op het chassis van de 3730-familie herdacht. Deze werd geproduceerd in drie versies van de interieurindeling. Gemeenschappelijk aan alle drie de opties was de afwezigheid van de rechter voorstoel (rechts van de bestuurder), waardoor vrije doorgang naar de cabine vanaf het trottoir mogelijk was. De rechterdeur was scharnierend in plaats van schuivend. Bovendien waren de eerste twee rijen passagiersstoelen op dezelfde manier geplaatst: twee stoelen aan de linkerkant van het gangpad, één aan de rechterkant.



In de eerste versie, ontworpen voor negen passagiers, herhaalde de derde rij passagiersstoelen exact de eerste twee (2 + 1). Tegelijkertijd was het mogelijk om via de rechtervleugel van de achterste scharnierende deur de cabine in te komen. In de tweede versie (voor tien passagiers) werd de doorgang op de achterste rij afgesloten door een andere stoel. Zo werden de achterdeuren volledig geblokkeerd. En tenslotte, in de derde versie (ook voor tien passagiers), werden twee stoelen langs de zijkanten achter de rugleuningen van de buitenste stoelen van de tweede rij geplaatst, tegenover elkaar. Dit maakte het mogelijk om niet alleen via de zijdeur, maar ook via beide vleugels van de achterdeur de cabine in te komen.
De productievolumes van de nieuwe autofamilie waren echter aanzienlijk lager dan die van vóór de perestrojka, omdat de verkoopmarkt opnieuw moest worden ontwikkeld. In november 2002 werd OAO ErAZ op verzoek van schuldeisers failliet verklaard.
Daarmee werd de nieuwe generatie van de ErAZ-3730-familie van lichte voertuigen een typisch slachtoffer van de geplande socialistische economie. En de fabriek bleef op een gegeven moment hopeloos verouderde transportmiddelen produceren.
 
Jongens, nouja lezers van dit topic. Ik heb een vraagje. Ik weet niet zo goed waar ik het moet plaatsen, dus ik doe het hier.

Ik zie dat er best wel wat mensen met interesse dit topic volgen, daar ben ik heel erg blij mee. Bedankt!

De Post van Lada Oka's , laat ook Zastava's zien. En daar heb ik een beetje over nagedacht. Zijn er mensen die het leuk vinden om ook over dat soort auto's dingen te lezen?

Dit topic gaat echt over de USSR, en dat wil ik eigenlijk zo laten, Rusland is beladen natuurlijk (dat kun je ook zien op de frontpage onder het nieuws bericht over de nieuwe Lada) maar dan zou ik bijvoorbeeld net als heel vroeger een "Oost-Europese Kameraden Topic" kunnen maken.

De reden waarom ik het eigenlijk vraag is namelijk dit, ik heb namelijk jaren terug, foto's van de Zastava Fabriek gekregen, van de toenmalige directeur. En ik heb ze jaren en jaren voor me gehouden, maar ik zou ze graag online willen delen. Dat zou ik dan in een "Oost-Europese Kameraden Topic" kunne doen, of zeggen jullie, nee maak een apart topic aan voor de fabrieksfoto's?

Wie denkt met me mee :)
Maak er maar een Oost Europese Kameraden topic van.
Toevallig heb ik nog een boek vol verhalen en foto's van Oost Europese autofabrikanten
 
Maak er maar een Oost Europese Kameraden topic van.
Toevallig heb ik nog een boek vol verhalen en foto's van Oost Europese autofabrikanten
Ah leuk, ik zal eens wat in elkaar draaien dan! Ik zal dit weekend dan een topic openen hiervoor! Ik ben benieuwd naar je foto's en verhalen!
 

Niet gepubliceerd/Een essay over waar veel levensvatbare prototypeontwikkelingen van GAZ die de afgelopen 25 jaar zijn getoond, zijn verdwenen!​

22 maart 2020
Avtostarevtsjik

In het huidige jaar 2020 verschenen er foto's op internet van een hangar waarin de Gorky Automobile Plant - GAZ unieke concepten en prototypes van zijn nieuwe, ooit zeer veelbelovende auto's opslaat. Deze auto's zijn daarna nooit in serieproductie gegaan vanwege de "hand" van de beruchte Alligarch Direpaski en het "effectieve management" van GAZ. De foto werd gepubliceerd door een Yandex Zen-gebruiker, bekend onder de bijnaam Jeeper.

Auto's die in de tien jaar tussen 1998 en 2008 het publiek op autoshows en tentoonstellingen in vervoering brachten. Nu staan ze onbezorgd onder een dikke laag stof op lekke banden, op het terrein van de afdeling Ontwerp en Experimenteel Werk - UKER GAZ! Daaronder bevindt zich de sedan met vierwielaandrijving die eind jaren 90 werd ontwikkeld - GAZ-3104, die in 1998 werd getoond op de Internationale Autosalon van Moskou.


GAZ 3104

GAZ-3104 op de achtergrond in 2020

Naast de GAZ-3104 staat een SUV met een kunststof carrosserie, die is ontstaan op de golf van populariteit van de terugkeer naar retrostijl en is geïnspireerd op de legendarische GAZ-69 - GAZ-3120 "Combat", die voor het eerst in 2000 werd getoond onder de index 2169. En in 2001, nadat hij een kunststof kap over het achterste deel van het dak had gekregen, werd hij blauw geverfd en veranderde de index naar - 3120


MIMS-2001

Er was ook een conceptauto GAZ 3106 "Ataman-II" met een wild bio-ontwerp, dat velen zich nog herinneren van de autoshows van 1999-2000.
GAZ Ataman-2 MIMS-2000. Op de achtergrond zie je dezelfde GAZ-2169 Kombat, nog niet overgeschilderd en zonder indexwijzigingen!

In wezen werd het rijdende model op een verkort chassis van de experimentele pick-up truck "Ataman" gecreëerd door het Amerikaanse bedrijf Venture Industries

Status vanaf 2020

Het is niet bekend hoeveel het kostte om het "Ataman-2"-concept te produceren en te verzenden vanuit het buitenland, maar er werd ongeveer $ 1 miljoen betaald voor een vergelijkbaar model van de 3111 sedan
In dezelfde hangar staat ook een van de weinige geproduceerde GAZ-2308 "Ataman"-pickups.

GAZ-2308 Ataman 1996

Naast de "Ataman" staat ook de ontwikkeling van het idee voor de GAZ-3106 SUV, die in 2005-2006 op autoshows werd gepresenteerd, op de plank

En trouwens, het was deze SUV die destijds deelnam aan talloze testritten van bekende autobladen! Dit is wat er nu mee is gebeurd.

Links staat de GAZ-2308 "Ataman" pick-uptruck met vierwielaandrijving, die voor het eerst op de tentoonstelling in 1996 werd getoond. Deze vijf meter lange SUV is gebouwd op een origineel frame met een cabine van GAZ, met starre assen en een tussenbak van de toen toekomstige Gazelle 4x4!

Niet ver daarvandaan is de GAZ 3120 "Combat-II" uit 2004 te vinden, met een aangepast chassis en een modernere carrosserie, gemaakt met dezelfde technologie met kunststof panelen. Het interieur is gelijk aan dat van de prototypes van de GAZ 3106 II 2-3-serie

In combinatie met een herkenbaar design, vakkundig ontworpen om te lijken op de legendarische GAZ 69, een moderner chassis dan de UAZ's en een turbodiesel, zou deze SUV wel eens een off-road legende kunnen worden onder de moderne Russische jeepers.

Autosalon van Moskou 2004. GAZ-69 en zijn reïncarnatie

En trouwens, rond dezelfde tijd kwam de Toyota FJ Cruiser (geproduceerd tussen 2006 en 2014) op de markt, die in de daaropvolgende jaren behoorlijk populair werd. Net als de "Combat" was deze auto een reïncarnatie van de legendarische SUV van de Japanse fabrikant: de Toyota Land Cruiser FJ40, geproduceerd in de jaren 60. Maar de auto voor thuisgebruik stierf een stille dood, en dat allemaal dankzij hetzelfde "effectieve management".

In deze stoffige hangar staat de laatste poging van de fabriek om zelf een moderne personenauto te bouwen. Tegelijkertijd werd in 2003 de eerste sedan met achterwielaandrijving gepresenteerd voor de autofabrikant uit Nizjni Novgorod, die tot de Europese D-klasse behoort: de GAZ-3115 met een benzinemotor ZMZ-405. Qua afmetingen leek de 3115 dichter bij zijn tijdgenoten en klasgenoten - BMW 3-serie, Mercedes C-klasse en Audi A4, etc.

In tegenstelling tot de conventionele Volga 3111, kreeg de nieuwe 3115 een onafhankelijke achterwielophanging met vering!

Let op: voor tijdschriftartikelen hebben ze nummer 3115 in het groen gefotografeerd. Deze machine stond vroeger ook in deze hangar. Maar volgens de informatie en foto's die ik vond, is hij hoogstwaarschijnlijk rond 2008 barbaars vernield door in metaal te snijden! Hier is een foto van de staat waarin hij toen verkeerde.

Nog geheel gaaf en compleet, maar de originele lichtmetalen velgen zijn niet meer aanwezig.
Toen begonnen ze hem op barbaarse wijze te demonteren en te vernietigen. En toch was deze auto, relatief recent, de held van tijdschriftartikelen en speelde hij zelfs de hoofdrol in verschillende video's. Ik zou er zelf ook wel eentje willen kopen, maar nu is hij gewoon kapot en weg!


Maar om een of andere reden behielden ze de zilveren versie, al werd die veel minder vaak voor de camera of op tentoonstellingen gezien.

Silver op een van de tentoonstellingen van die tijd

Maar op de achtergrond achter de GAZ-3115 is een andere interessante ontwikkeling te zien voor de modernisering van de klassieke "Volga", die zijn oorsprong vindt in de late jaren 60: het model GAZ-24. Dit is dezelfde "Volga" GAZ-31107 die in 2004 werd getoond. Grofweg was dit de laatste wereldwijde modernisering van het "105e" model met een sterk aangepast ontwerp van de achterkant van de carrosserie en een geveerde achterwielophanging.

En tot slot nog een paar interessante en levensvatbare prototypes uit 2006 die in de vergetelheid zijn geraakt. De vanuit bepaalde hoeken misschien wel meest onhandige en tegelijkertijd indrukwekkende auto in deze hangar is de GAZ 3221 uit 2006, beter bekend als de "Tiger II". Het ontwerp van de grote en zware SUV wijst duidelijk op de mogelijkheid van bepantsering, en dat klopt: de ontwerpers bedachten de 3221 als een civiel alternatief voor de eerste "Tiger", bekend om zijn enorme gewicht (6 ton of meer!).
Autosalon van Moskou 2006

GAZ-Tiger2-status in 2020

De nieuwe 3,5-tons SUV, ter grootte van de populaire Hummer H2 uit die jaren (waarvan de auto die in productie ging een concurrent had kunnen zijn!), kon bogen op: onafhankelijke wielophanging "rondom", eindoverbrengingen en een bodemvrijheid van 36 cm, enorme wielen met 275/80R20-banden en een 190 pk sterke zescilinder turbodieselmotor van het Oostenrijkse bedrijf Steyr.

Het tweede prototype, getoond in dezelfde 2006, de GAZ 2332 "CityVan" - een conceptuele "taart" gebaseerd op de toen nog geproduceerde klassieke Volga.

Over het algemeen was het idee om een vergelijkbare auto te creëren ter grootte van een Ford Transit Connect, dat wil zeggen iets groter dan een Peugeot Partner of Renault Kangoo, maar qua laadvermogen een stapje lager dan de "Sobol", meer dan logisch. Zeker gezien de daaropvolgende focus van GAZ op de commerciële oriëntatie van zijn auto's. Het was deze auto die de locomotief zou kunnen worden van de GAZ-verkoop in het moderne Moskou, met zijn vrachtchassis en reisbeperkingen voor vrachtwagens met een brutogewicht van meer dan 2500 kg. En de personenautoversies zouden dienst kunnen doen als taxi of gewoon als gezinsbusje! Maar de auto, net als andere veelbelovende ontwikkelingen van de fabriek, stond gewoon in een hoekje van een stoffige hangar ergens aan de rand van de fabriek, verborgen voor nieuwsgierige blikken van het publiek.

Let op: de meeste auto's hebben zelfs nog de tentoonstellingsstickers met technische specificaties op de voorruit!

Tegenwoordig staan unieke prototypes onder een dikke laag stof en met lekke banden – een triest gezicht. Niemand bekommert zich om de zeldzaamste exemplaren. Waarom is dit gebeurd? Omdat het nodig was om alle interessante en best haalbare ontwikkelingen simpelweg te verbergen voor iedereen die geïnteresseerd is in dergelijke machines. Om de werkelijke "managementefficiëntie" en het incompetente management van de fabriek door de leiders voor het publiek te verbergen. Of misschien heeft iemand levensvatbare concurrenten van binnenuit verwijderd en ze "bij de wortel" vernietigd. Daardoor werd alles wat verborgen moest worden, verborgen, en staat alles wat gezien moest worden in het museum.

Het enige goede is dat de meeste van deze interessante ontwikkelingen voor hun tijd, waaraan overigens veel geld is uitgegeven en velen een van deze machines wilden kopen (en ik ben geen uitzondering!), in ieder geval niet zijn vernietigd en ze leven nog steeds! Wat de fabriek er vervolgens mee van plan is, is onbekend... Het zou goed zijn als ze ze tenminste zouden verkopen, ze zullen ze waarschijnlijk niet in een museum plaatsen – helaas is dat niet naar de zin van de "top". Laten we hopen dat ze gesloopt worden!
 

Op basis van de Lada Vesta werd een ambulance gemaakt​

16851img1.jpg

Het bedrijf Promtech presenteerde een medisch voertuig op basis van de Lada Vesta SV stationwagen.


Het bedrijf "Promtech" uit Nizjni Novgorod houdt zich bezig met de productie van diverse speciale uitvoeringen van auto's, waaronder ambulances. Medische voertuigen worden doorgaans gebouwd op basis van bestelwagens of minibussen, maar deze keer hebben de specialisten van "Promtech" een personenauto als basis genomen: de "Lada Vesta SV".
16851img2.jpg


Het voertuig is ontworpen voor eenvoudige ritten: er is plaats voor artsen, maar er is ook ruimte voor twee zittende patiënten of één bedlegerige patiënt. In het laatste geval worden brancards gebruikt, die zich in de bagageruimte en achterin de cabine bevinden.

16851img3.jpg



16851img4.jpg



De medische "Lada Vesta" is uitgerust met een 1,8-liter benzinemotor (122 pk) en een CVT. De kosten voor de ombouw zijn niet bekendgemaakt.
Het aanbod van Promtech omvat ook speciale uitvoeringen van de Niva en Largus met een hoog dak en een ruimer interieur.
 

Lada Niva Cub​


16474img1.jpg

De gebruikelijke klassieke "Niva" is niet erg handig voor het vervoeren van passagiers, maar de "Lada Niva Cub" is een heel ander verhaal! Dergelijke auto's worden individueel geproduceerd door het bedrijf "Promtech" uit Nizjni Novgorod.

Ontwerp en constructie:
de passagierscabine "Niva Cub" heeft acht zitplaatsen met drie rijen stoelen (er is ook een versie met vijf zitplaatsen) – en de fabrikant noemt zo'n auto zelf een minivan. De stoelindeling wordt gekozen op basis van de wensen van de klant.
16474img3.jpg


Het ontwerp is grondig herzien: de gehele achterkant van de auto is volledig origineel. De wielbasis van de reguliere driedeurs Niva Legend is met 40 cm verlengd, waarbij een frame is geplaatst in plaats van de afgesneden carrosseriehelft. Ook zijn er verstevigde veren in de achterwielophanging en luchtvering aangebracht.
De motor blijft standaard: het is een 1,7-liter benzinemotor met 83 pk. En voor een gewone Niva is hij eerlijk gezegd zwak, en in de zwaardere Cube zal het gebrek aan grip nog merkbaarder zijn.

16474img2.jpg


Hoeveel kost hij?
Er is geen prijslijst voor het model op de website van Promtech; in plaats daarvan stelt het bedrijf voor om een aanvraag te sturen naar de manager. Volgens informatie van de website Wroom.ru kost de Lada Niva Cub voor personenauto's echter ongeveer twee miljoen roebel – twee keer zoveel als een standaard SUV .
16474img4.jpg


Waar te koop:
Een minivan kan worden besteld bij Promtech-dealers, die gevestigd zijn in verschillende grote steden in Rusland: Moskou, Sint-Petersburg, Jekaterinenburg, Krasnodar, Novosibirsk, enz. Er zijn vrijwel geen "live" auto's op voorraad - ze zijn alleen te vinden in Moskou en Nizjni Novgorod. Daarnaast biedt Promtech de mogelijkheid om de auto bij de klant af te leveren.

Als u in plaats van passagiers ook vracht wilt vervoeren, kunt u kiezen voor de Lada Niva Cub Van . Het bedrijf biedt ook dergelijke voertuigen aan:


Lada Niva Cub Van​

14321img1.jpg

Het bedrijf "Promtech" uit Nizjni Novgorod toonde een bestelwagen gebouwd op basis van de SUV "Lada Niva Legend".

"Promtech" produceert al jaren dergelijke bestelwagens op basis van de "Largus", maar de productie van dit model is voor onbepaalde tijd stopgezet. De productie van de klassieke " Niva Legend " gaat echter door en nu heeft het bedrijf uit Nizjni Novgorod besloten een bedrijfswagen te bouwen op basis van de SUV. Het model kreeg de naam "Lada Niva Cub".
14321img2.jpg


Het ontwerp van de auto is grondig herzien - de gehele achterkant van de auto is volledig origineel. De wielbasis van de reguliere driedeurs Niva is met 40 cm verlengd, waarbij een frame is geplaatst in plaats van de afgesneden carrosseriehelft. Ook zijn er nieuwe veren in de achterwielophanging en luchtvering gemonteerd.
14321img3.jpg


De bagageruimte met een volume van 4,9 kubieke meter bestaat uit een metalen frame en kunststof buitenpanelen. Toegang tot het interieur is mogelijk via zowel de achterdeuren als de zijdeuren. Het aangegeven laadvermogen van de auto is 850 kg.
14321img4.jpg


Een van de zwakke punten van de reguliere Niva is de ondermaatse motor, die slechts 83 pk levert. Om ervoor te zorgen dat de beladen Lada Niva Cub min of meer normaal kon rijden, werd de prototypebus uitgerust met een motor die was opgevoerd tot 106 pk. Vertegenwoordigers van Promtech zeggen niet hoe ze het motorvermogen hebben weten te verhogen.
14321img5.jpg
 

Op basis van de Lada Vesta werd een ambulance gemaakt​

16851img1.jpg

Het bedrijf Promtech presenteerde een medisch voertuig op basis van de Lada Vesta SV stationwagen.


Het bedrijf "Promtech" uit Nizjni Novgorod houdt zich bezig met de productie van diverse speciale uitvoeringen van auto's, waaronder ambulances. Medische voertuigen worden doorgaans gebouwd op basis van bestelwagens of minibussen, maar deze keer hebben de specialisten van "Promtech" een personenauto als basis genomen: de "Lada Vesta SV".
16851img2.jpg


Het voertuig is ontworpen voor eenvoudige ritten: er is plaats voor artsen, maar er is ook ruimte voor twee zittende patiënten of één bedlegerige patiënt. In het laatste geval worden brancards gebruikt, die zich in de bagageruimte en achterin de cabine bevinden.

16851img3.jpg



16851img4.jpg



De medische "Lada Vesta" is uitgerust met een 1,8-liter benzinemotor (122 pk) en een CVT. De kosten voor de ombouw zijn niet bekendgemaakt.
Het aanbod van Promtech omvat ook speciale uitvoeringen van de Niva en Largus met een hoog dak en een ruimer interieur.

Ha wat een grappig! Bij de eerste foto dacht ik nog dat deze ingezet werd voor huisbezoeken edg, maar er gaat daadwerkelijk een brancard in!
 
Gebaseerd op ervaring met een ritje in een Niva wens ik de patiënten veel sterkte en ik raad de ambulance-crew aan om een niergordel mee te nemen. :D
 
Terug
Bovenaan