Test: Jaguar F-Pace (2016)

Al decennialang zijn Jaguar en Land Rover nauw met elkaar verbonden. Het ligt dus voor de hand om te denken dat Jaguar bij het ontwikkelen van de F-Pace simpelweg bij de buren is gaan winkelen en eigen labels op een bestaande Land Rover heeft geplakt, maar dat is niet het geval. Het merk probeert met de F-Pace een wezenlijk andere koers te varen. Waar elke Land Rover het aan zijn stand verplicht is om ruim bovengemiddeld te presteren in het terrein, heeft Jaguar die verplichting niet. En dus is de F-Pace veel meer gericht op het woord 'Sport' in SUV. In plaats van een omgekatte Range Rover moet dit een opgehoogde F-Type zijn om mee te rijden. Niet voor niets noemt Jaguar de Porsche Macan als zijn belangrijkste concurrent. Aangezien de Macan te boek staat als één van de best rijdende SUV's ter wereld ligt de lat hoog.

De basis van de F-Pace wordt gevormd door de aluminium architectuur van de XE sedan, maar volgens Jaguar is tachtig procent van de onderdelen, waaronder de subframes voor en achter, uniek voor de F-Pace. Dankzij de aluminium constructie is de SUV relatief licht. Relatief is daarbij het sleutelwoord, want het gaat nog altijd om een auto van minimaal 1.665 kilo en met vierwielaandrijving mag je daar 100 kilo bij optellen. Desondanks lost de F-Pace zijn belofte op het gebied van rijplezier in en bewijst hij zich als één van de best sturende SUV's van het moment. Gezien de hoogte van de auto blijft de rol in de koets verbazingwekkend beperkt en eenmaal gezet slaat de F-Pace zijn klauwen in het asfalt om niet meer los te laten. Alleen in krappe hairpins wil de neus graag doorduwen, maar in lange doordraaiers is de balans uitstekend voor elkaar. Onder normale omstandigheden is de F-Pace een achterwielaandrijver; alleen als gripverlies op de achteras dreigt, stuurt een koppeling kracht naar de voorwielen. De elektronica remt in een bocht bovendien het binnenste achterwiel af. Dat vergroot de wendbaarheid nog verder.

Dramatiek

Aan stuurplezier ontbreekt het je geen moment, maar de Macan staat wat dit betreft op een nog hoger plan. Waar de F-Pace optioneel over adaptieve dempers beschikt, kun je de Porsche bestellen met luchtvering en een elektronisch aangestuurd sperdifferentieel. Dat levert een auto op die tegelijkertijd nog dynamischer is, maar vooral een grotere mate van comfort biedt. De F-Pace is niet plankhard, maar de combinatie van 22-inchwielen en slecht asfalt is geen heel gelukkige. Gelukkig zijn die wielen optioneel.

Motorisch biedt Jaguar een ruime selectie van bekende motoren aan. Het gamma trapt af met een 180 pk sterke viercilinderdiesel die eventueel ook met alleen achterwielaandrijving te bestellen is, mits je een handbak neemt. Met automaat is de F-Pace altijd integraal aangedreven en de andere motoren zijn altijd standaard voorzien van de voortreffelijke achttrapsautomaat van ZF. Die andere motoren zijn een 3,0-liter V6-diesel en de 3,0-liter V6-benzinemotor met mechanische compressor uit de F-Type met 340 of 380 pk. Overdaad, maar het maakt van de Engelse SUV een rijdend hardrockconcert. Als het op dramatiek aankomt, troeft de F-Pace met deze motor de concurrentie ruimschoots af.

Primeurs

Voor Nederland is de 2,0-liter dieselmotor natuurlijk relevanter. Hoewel die vanbuiten duidelijk als dieselaar te herkennen is, is het een prettige motor om mee onderweg te zijn. Veel minder moet de F-Pace niet hebben, maar 180 pk en 430 Nm zijn genoeg voor vlotte prestaties, vooral doordat de automaat het koppel perfect benut. Snel en bijna onmerkbaar schakelt de transmissie al bij lage toerentallen op, waardoor je weinig merkt van wat de aandrijflijn doet. Daardoor veinst de F-Pace reserves die er in werkelijkheid niet zijn, iets wat merkbaar wordt bij vol gas. De viercilinder zet dan een keel op, maar echt veel sneller accelereren doet de auto niet.

Om de strijd met de concurrentie succesvol te kunnen aanbinden, hebben de Engelsen de nodige primeurs aan de F-Pace gegund. Misschien wel de belangrijkste ervan is het InControl-multimediasysteem. Dat komt in twee smaken, waarvan tijdens de introductie alleen de grootste en duurste variant beschikbaar was: InControl Touch Pro. Dat is een 10,2-inch touchscreen dat het oude, frustrerend langzame systeem snel moet gaan vervangen. Op dit vlak is de sprong voorwaarts enorm. Het nieuwe systeem werkt bijna net zo snel als een moderne smartphone en laat zich zeer prettig bedienen. Grafisch is het erg mooi en de buttons zijn doorgaans groot genoeg om tijdens het rijden te kunnen raken. Dit is wel één van de beste touchscreens van het moment en hoewel er veel functies in verborgen zitten, is de menustructuur zo helder dat je er snel aan gewend bent. Met functies als wifi, streaming van beeld en geluid en diverse apps kan InControl ook alles wat je van een modern systeem mag verwachten. Enige dissonant is het ontbreken van ondersteuning voor Apple Carplay of Android Auto. Niet alleen het infotainment kan op goedkeuring rekenen, ook de rest van het interieur verdient een pluim. Vrij minimalistisch, maar wel duidelijk en ruim: de achterbank zit voor een Nederlandse volwassene prima en in de bagageruimte kun je 650 liter kwijt, veel meer dan in de directe concurrenten.

Nog een geestige functie is de Activity Key, een armband die werkt met dezelfde draadloze technologie als contactloze betaalpassen. Het idee is even simpel als geniaal. Je legt alle waardevolle spullen, inclusief de daadwerkelijke sleutel, in de F-Pace. Vervolgens sluit je de auto af door de armband tegen de J van Jaguar aan te houden. Dan kun je bijvoorbeeld gaan watersporten zonder je kwetsbare spullen in gevaar te brengen en als je terugkomt, open je de auto weer met de armband. Een gadget, maar wel een handige gadget.

Niet de laatste

Al met al is Jaguar erin geslaagd een SUV te bouwen die zich voldoende onderscheidt van de concurrentie, maar zich daar tegelijkertijd mee kan meten. De auto behoudt de charme die het merk kenmerkt, maar beantwoordt tegelijkertijd aan de wensen van veel markten. Vergelijkende testen zullen moeten uitwijzen of de F-Pace de concurrentie ook echt achter zich kan laten, maar de auto heeft alles in huis om een succes te worden. En dat is maar goed ook, want tijdens de introductie laat het merk weinig subtiel weten dat dit wel de eerste SUV is van Jaguar, maar waarschijnlijk niet de laatste. Het is wellicht nog lastig voor te stellen, maar straks heeft Jaguar mogelijk een hele lijn met SUV's. Maar als je 25 jaar geleden had gezegd dat Jaguar nog eens een SUV op de markt zou brengen, had waarschijnlijk ook niemand je geloofd.