Test: Hyundai i20 (2012)
Generatiekloof
- Albert-Jan Cornelissen
- Eerste rijtest
Met nieuwkomers als de i30 en de i40 houdt Hyundai flink de druk op de concurrentie, maar ook oudere modellen als de i20 worden gelukkig niet vergeten. De grote vraag is echter of een omvangrijke facelift voldoende is om aansluiting te houden in het B-segment.
Als er één concern is waarvoor de auto-industrie momenteel de adem inhoudt, dan is het toch wel Hyundai. Als de topman van VW zich laat ontvallen dat hij zwaar onder de indruk is van de afwerking van je nieuwe model (de i30), dan kun je toch wel stellen dat je lekker bezig bent als merk. Het tempo waarmee het Koreaanse merk zichzelf telkens weer naar een hoger plan tilt is simpelweg duizelingwekkend en zal voor de nodige slapeloze nachten zorgen bij de Japanse en Europese concurrentie. En dat terwijl de modellen van het merk het tot een paar jaar geleden nog vooral van hun prijskaartje moesten hebben.
Maar de groeispurt die Hyundai de laatste jaren heeft gemaakt, zorgt er ook voor dat wat oudere modellen een beetje op het tweede plan worden gezet. Zo lijkt de i20 bijvoorbeeld opeens behoorlijk gedateerd, terwijl hij pas sinds eind 2008 op de markt is. Met een ingrijpende facelift hopen de Koreanen het tij weer te keren.
En die term 'facelift' kun je in dit geval letterlijk nemen, want vooral de voorzijde van de compacte Hyundai ging flink op de schop. De wat droevig kijkende koplampen maakten plaats voor aanzienlijk scherper gesneden exemplaren en een voorbumper en grille die zijn vormgegeven volgens de 'Fluidic Sculpture'-designtaal die we van de i30 kennen. Aan de achterkant vallen de wijzigingen bescheidener uit, hier zien we nieuwe achterlichten en een anders gemodelleerde voorbumper. En profil veranderde er niets, maar al met al is het uiterlijk van de i20 fris genoeg om er nog even tegenaan te kunnen. Zo heel erg lang zal dat overigens niet meer zijn, want gezien de gemiddelde modelcyclus bij de Koreanen van circa vijf jaar zullen we over pak hem beet anderhalf jaar kennismaken met een volledig nieuwe generatie. Die zal de concurrentie ook weer beter van repliek kunnen dienen, want op dit moment ontstijgt de i20 op maar weinig onderdelen het gemiddelde.
Hard plastic
Kijk bijvoorbeeld eens naar het interieur. Aan de ene kant is het lekker ruim en praktisch ingedeeld, maar aan de andere kant maakt de afwerking weinig indruk. Links en rechts werden nieuwe materialen toegepast, die echter niet kunnen voorkomen dat de som der delen vooral 'hard plastic' is. De vernieuwde middenconsole is overigens wel een verbetering. Een deel van de knoppen is voortaan zwart in plaats van zilvergrijs, wat niet alleen de overzichtelijkheid ten goede komt, maar ook wat hoogwaardiger oogt. Wat ergonomie betreft, heeft de i20 zijn zaakjes goed voor elkaar en dat geldt zeker ook voor het ruimteaanbod. Zowel voor- als achterin heb je bovengemiddeld veel been- en hoofdruimte. Met een lengte van 1,92 meter kun je zonder problemen 'achter jezelf' zitten en dat zien we wel eens anders in het B-segment. Langere mensen worden echter niet gelukkig van de voorstoelen, die een veel te korte zitting hebben.
Bovendien zit je nogal hoog, wat het samen met de beperkte verstelbaarheid van het stuur niet eenvoudig maakt om een prettige zitpositie te vinden.
Een veelbelovende nieuwkomer in het motorenaanbod is de 75 pk sterke 1.1 CRDi, die we al kennen uit de Kia Rio. In combinatie met een start/stop-systeem, banden met een lage rolweerstand en een zesversnellingsbak heeft de driepitter een CO2-uitstoot van 84 gram per kilometer, waarmee het de zuinigste niet-hybride op de Nederlandse markt is. Helaas konden we nog niet rijden met deze variant, maar in de Rio geeft hij de driecilinder van het VW-concern wat loopmanieren en vermogensafgifte betreft het nakijken, dus dat belooft veel goeds. Op het gebied van de benzinemotoren is er niets nieuws onder de zon. Er is nog steeds keuze uit een 1.2 met 85 pk en een 100 pk sterke 1.4, die voortaan wel standaard zijn gekoppeld aan een start/stop-systeem en zodoende enkele procenten zuiniger zijn geworden. Onder de motorkap van onze testauto ligt de sterkste van de twee, die hard moet werken om de gang er lekker in te houden. Ten opzichte van moderne compacte turbomotoren doet de 1.4 loom aan. Hij reageert niet erg enthousiast op het gaspedaal en is aangewezen op hogere toerentallen. Op de snelweg moet je dan ook regelmatig terugschakelen en op een helling is het tempo er al snel uit. We zouden de 1.4 dan ook zeker niet bestellen met de optionele automaat met slechts vier verzetten, die combinatie belooft niet veel goeds. Met de handgeschakelde zesbak kun je de motor tenminste nog een beetje op toeren houden. Ondanks die zesde versnelling draait de vierpitter overigens 3.500 tpm bij 120 km/h, wat het verbruik en de geluidsproductie niet ten goede komt.
Allemansvriend
De (licht gewijzigde) onderstelafstelling maakt van de i20 vooral een goedmoedige allemansvriend. Het veercomfort staat op hoog niveau, alleen korte oneffenheden worden soms wat bruusk doorgegeven. Over het algemeen valt er op dit punt weinig te klagen en ook met het interieurgeluid valt het alleszins mee. In bochten is de Hyundai voorspelbaar en braaf onderstuurd. Sportief is anders, maar dat zal ook geen mens van deze auto verwachten. Een smet op het blazoen is de doodse besturing. De elektrische bekrachtiging is erg gevoelloos en heeft een te sterk zelfcentrerend effect. Storend is ook de weerstand wanneer je het gaspedaal eens wat steviger wil intrappen. Dat is bewust aangebracht om verbruiksredenen, maar in de praktijk is het daardoor alles of niets. Of je geeft een beetje gas, of je trapt het gaspedaal meteen op de bodem. Doseren is er niet bij.
Al met al kunnen we dus concluderen dat de i20 hier en daar best een steekje laat vallen. Waar de getalenteerde i30 veel concurrenten op achterstand heeft gezet, moet deze Hyundai het dus voor een groot deel toch nog hebben van zijn prijs/kwaliteitverhouding. En gelukkig zit het daarmee wel snor. De basisuitvoering 1.2 i-Drive is er als driedeurs vanaf € 11.995 en is dan voorzien van zes airbags, ESP, actieve hoofdsteunen, centrale deurvergrendeling met afstandsbediening en een audiosysteem met USB-aansluiting. Tot 1 juli is er voor hetzelfde geld bovendien de First Edition, met standaard airconditioning en 5 portieren. Bovendien biedt de i20 als gezegd veel interieurruimte, rijdt hij comfortabel en krijgt hij 5 jaar garantie zonder kilometerbeperking mee. En met dat totaalpakket is de Hyundai i20 voor prijsbewuste kopers een interessante optie.
Had je deze auto's al gezien?
Lees ook
Een als Yaris vermomde Daihatsu en nog twee degelijke occasions die je voor €6.500 koopt
Vergelijkende Test: Nissan Micra - Dacia Sandero - Hyundai i20
Hyundai i20 1.2 i-Vision (2012)
Vergelijkende Test: Kia Rio vs Hyundai i20
Waarom de Denza Z9 GT geen Porsche-concurrent is
Lezersreacties (14) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.