Ik ben blij dat ik anderen kan entertainen met verhalen over oud ijzer. Vandaar nog wat meer verhalen uit het verleden.
De D Kadett
Zoals ik al schreef in het verhaal over het slagschip, kocht ik er ook een D Kadett bij. Stond te koop op marktplaats en de groene kleur viel mij direkt op, evenals de andere klassiekers die rondom de Kadett stonden. Alle foto’s waren gemaakt in een schuur of loods, het leek wel een museum. Gebeld met de eigenaar die zei dat zijn vrouw vond dat ie wel weer eens wat auto’s moest verkopen uit de verzameling! Ik kwam naar Wijhe waar de eigenaar een witgoed winkel had, en we reden naar de boerenschuur waar de Kadett stond. De deur ging open en ik keek naar een verzameling auto’s waarvan de meeste klassiekers waren. Er stonden ook wat motoren gestald maar die waren van anderen. Terwijl ik mijn ogen uitkeek naar dit prive museum zei de man dat ie nog een schuur vol met auto’s had staan! De Kadett stond wat achterin dus een proefrit zat er niet in, maar de goede staat zei mij al genoeg, en er zat een 1.2S motorblok in en die vertrouw ik blind. Dit was een special uitvoering met als extra’s bolle wieldopjes die eigenlijk alleen op de Ascona C geleverd werden en een zwarte sierplaat tussen de achterlichten en mistlampen voor en achter en een trekhaak. Als grootste pluspunt was het driespaaks stuur uit een SR. Verder als pluspunt en minpunt was het kanteldakje, zo’n universeel ding van de automateriaal zaak. De Kadett werdt nog wel gebruikt voor zondagse ritjes, was dus verzekerd en had een geldige apk. De apk was nog niet verlopen, maar toch deed de eigenaar er nog een nieuwe apk bij, dus de Kadett gekocht.
Toen ik de Kadett kwam ophalen was het een feest der herkenning. Mijn allereerste auto was zo’n D Kadett special die ook een sedan was, dus met het kleine kofferbakklepje, en met een 1.2 motor. Choke uittrekken starten en lopen. Het reed als een zo goed als nieuwe Kadett zoals het interieur er ook al uitzag.
Dit was dus een special uit 1984 wat betekend dat het een ietsiepietsie luxer type was als de standaard. Voorzover mijn kennis rijkt was het verschil met de standaard hoofdsteunen op de voorstoelen en rubber beschermstrips aan de zijkant van de carrosserie, en een klepje voor het handschoenenvakje. Jawel, dit was toen bij Opel geen standaard iets, zoiets was extra luxe! 1984 was het laatste jaar van de D Kadett waarbij toen alle D Kadetts de rechthoekige halogeen koplampen hadden, in 1983 hadden ze nog ronde koplampen voor de standaard en special types. De extra opties op deze Kadett had ik al benoemd, verder zaten er ook gordels achterin, een radio en een echte jaren 70 zwiepantenne. Aan de zijkanten en achterkant zat Halfords striping in wit. Zoals deze er bijstond was ie vrij uniek.
Omdat de algehele staat nog zo goed was, heb ik de holle ruimten binenin behandeld met RX 7. Dit is met een D Kadett goed zelf te doen omdat er zo weinig bekleding in het interieur zit. Een paar stukjes karton en de simpele deurbekleding eraf en je kunt zowat overal bij met behulp van een slangetje. Zolang ik deze Dett had is er nooit roest verschenen van binnenuit. Het roestprobleem kwam wel ergens anders vandaan, de voorruit sponningen. Des te langer ik de Dett had, hoe vochtiger het interieur werdt. De ramen waren bijna altijd beslagen en het begon wat muf te ruiken binnen. Dus ben ik er naar wezen kijken, te beginnen met de vloerbedekking. De extra matten waren al zeiknat, dus die eruit en te drogen gelegd. Daarna het bakje op de tunnel verwijderd en de hele voorste vloerbedekking verwijderd, die echt doorweekt was. Daaronder zat nog meer! En dan bedoel ik de geluidsisolatie op de vloer. Dit was een stinkende volgezogen spons aan bestuurderskant en passagierskant. Deze waren ook nog aan het schimmelen, dus die gingen regelrecht de kliko in. Nu zag ik de bodem en eigenlijk alleen maar omdat het water helder was. Rob met zijn Daf 44 zag tenminste nog een Texels eiland in het water, bij mij leek het meer op de Noordzee. Wat doe je dan als ouwe Opel liefhebber? Wat elke andere ouwe Opel liefhebber zou doen, de rubberen doppen die in de gaten van de bodem zitten doorprikken om het water te laten weglopen. Mijn Gertrud heeft deze behandeling al ondergaan, een van de vorige eigenaars is dus ook een ouwe Opel liefhebber. Sneeuwvlokje is een E Kadett en die heeft deze behandeling niet ondergaan, maar een E Kadett is geen ouwe Opel meer maar een moderne, met gelijmde voorruit en beter beschermde A stijlen, dus best wel waterdicht. Vandaar geen ouwe Opel en daarom zitten er ook elektrische snufjes op, dat hoort niet op een ouwe Opel. Moderne meuk.
Affijn, ik wist ook al waar al dat water vandaan kwam, door de voorruit, of beter, door het rubber. Met een stevige regenbui voelde ik water op mijn voeten druppelen, en dan weet je als ouwe Opel liefhebber al wat er loos is.
Dus werdt de Dett in de garagebox gezet en heb ik even vakkundig alle ruiten verwijderd, want als het bij de voorruit lekt, waarom zal dat niet kunnen bij de andere? Terwijl ik bezig was bedacht ik me dat de plastic ventilatieroosters in de C stijl ook wel eens vuil en vocht konden verbergen, dus die er ook maar af. En wat ik toen zag………….viel nog best mee. Achter de ventilatieroosters zat geen roest of ook maar een kruimeltje vuil. Het rechterachterzijraam was vrij van roest en wat de rest betreft, zie foto’s.
Vooral oppervlakteroest dus laswerk was niet nodig. Dat het vooruitrubber lekte was dan ook te danken aan de aanwezige roest, want waar roest zit kan een rubber niet meer vlak aansluiten op het metaal en hoe meer roest hoe meer het lekt. Dus de roest aangepakt met roestomvormer met daaroverheen lak en weg was de roest. Nu moesten de ruiten er weer in, maar de voorruit wilde ik gekit hebben. Na wat navraag hierover heb ik besloten om dit te laten doen. Om het echt lekvrij te krijgen is de specialist de aangewezen persoon. Ik kan het mezelf ook leren, maar hoevaak zal ik dan weer het voorruit eruit moeten hebben voordat ik het ook perfect kan? En ik was dat zwembad onder mijn voeten wel zat. Die bodem zag er trouwens nog verbazend goed uit dus hoelang heeft ie wel niet in dat museum gestaan?
Al dat water had nog een consequentie, het druppelde regelrecht op het relais van de richtingaanwijzers, dus die ging daardoor ook stuk. Gelukkig zijn knipperlichtrelais nog gewoon verkrijgbaar.
Op de foto van de ruitloze voorruit kun je nog net het ruitenwissermechanisme zien. Bestaan er langere woorden dan dat? Jawel, ruitenwissermechanismestang, en dat is niet eens een Duits woord. En die was een keer doormidden gebroken, uiteraard in een plensbui, dus maar 1 werkende ruitenwisser. En die ruitenwissermechanismestangen (het kan nog langer!) zijn niet meer te vinden. Die waren in 1984 waarschijnlijk ook al nooit bij de dealer te krijgen en behalve deze keer heb ik het ook nooit gehad. Maar mijn vaste garage wist de oplossing: popnagels. Nee, geen beun oplossing, maar nood breekt wet, want toen dit gebeurde waren de D Kadettjes al ruim uitgestorven op de wereldwijde sloopterreinen. De Dett was toen dagelijks vervoer en enigste auto dus ja.
Dus werdt het probleem opgelost met popnagels (zie foto) en het werkte!
Ik mag graag opscheppen over de oerdegelijkheid en betrouwbaarheid van het Opel 1.2 motorblokje. Je mag het ook overdrijven noemen. Nou ik toch ga overdrijven, met zo’n motorblok durf ik naar de maan en terug te rijden. Steek dat maar in je zak Elon Musk!
Maar zonder overdrijven, een motorblok is zo sterk als de zwakste lagers. Wat is het geval. De motor ging wat onregelmatig lopen, dus klepspeling gecheckt, contactpuntjes gecheckt, vernieuwd en nog hetzelfde. Rotor en verdeelkap waren nog goed, dus wat is het. Tijdens dit gecheck merk ik opeens dat het asje waar de rotor op zit beweegt, dus speling heeft. Dan komt de rotor dus niet altijd bij de contactjes. Mijn vaste garage, waarvan de toenmalige eigenaar vroeger een Opel garage in Rotterdam had en bij de verhuizing naar mijn dorp een zeecontainer aan ouwe Opel meuk meenam, daar tussen al die meuk (puur goud voor de ouwe Opel liefhebber) een ontstekingsas lag. Dus de oude as van de motor eruit getakeld, en de oude as er weer in (die van puur goud), het ontstekingstijdstip weer goed zetten en het liep weer perfect! En dat zonder stroboscoop! (ja ik ben mij er eentje) Lang leve de eenvoudige techniek. Vraag mij niet om ook maar iets van een injektieblok af te stellen want het enigste wat er dan gebeuren zal is dat ik met lede ogen naar het blok kijk en dan zal zeggen, oh.
Die ontstekingsas heeft een bronzen lager en kundig dat ik ben in metalurgie, heb ik mij laten vertellen dat brons zachter is dan ijzer, dus dat lagertje verslijt een keer. Hoeveel miljoen kilometer dit lager aan kan weet ik niet, maar met alle Dettjes met 1.2 motor heb ik dit nog nooit eerder gehad. Weer wat geleerd. Ben ik nu geslaagd als betweter professor in de 1.2 Opel motortechniek? Ik denk wel dat ik nu zo’n beetje de zwakke plekken van dit blok ken.
Verder heeft dit oerbetrouwbare stuk degelijke, zeg maar gerust onverwoestbare techniek mij nooit laten staan.
Dus durfde ik ook wel een wereldreisje te maken. Dus mijn werk opgezegd en met de Dett naar Hoek van Holland gereden, met de ferry naar die afgelegen Friese provincie die in de volksmond Engeland heet, overgevaren. De dag ervoor stond er een zware storm waardoor de ferry’s niet uitvoeren, maar die dag wel. Nog altijd golven van het formaat mount everest, maar geen nood, ik heb zeebenen.
Die wereldreis eindigde bij het adres van mijn toekomstige vrouw. Toen ik haar begroette was het eerste wat ik zei: waarom rijden al die idioten aan de verkeerde kant van de weg? Later toen we vanaf de ferry naar Friesland reden zij mijn toekomstige vrouw precies hetzelfde! Enfin, daar in die vreemde wereld die ook wel Albion genoemd wordt, reden we met de oerdegelijke Dett waarbij we opeens “bonk” hoorden. Mijn toen nog toekomstige vrouw kijkt mij even aan met een bezorgde blik over die erg antieke techniek, en ik zeg “don’t worry, it’s an Opel”. Dat had ik beter niet kunnen zeggen, want ze sommeerde mij om het gebonk te verhelpen. Het was een kapot ophangrubber van de uitlaat. Ik zeg tegen mijn toekomstige vrouw dat die in het beloofde land van Friesland nergens meer te krijgen zijn, maar zij zei “don’t worry, this is England”. Dus belde ik de dichtstbijzijnde Vauxhall garage op (deze Dett heet daar Vauxhall Astra MK1) en die hebben zulke rubbers gewoon op voorraad. Wablief? I beg your pardon? Ouwe Opel meuk op voorraad hebben? Buiten Duitsland? Ik dacht er serieus over om daar te blijven, werdt zelfs lid van het ouwe Vauxhall forum. Nieuw rubber was dus zo geregeld en gemonteerd, je mag daar ook op de openbare weg sleutelen.
Als ik daar had willen blijven, en dit is van voor de brexit dus dat had zo gekunt, dan had ik wel een probleempje met de Dett. Het invoeren van zo’n ouwe Opel is daar heel moeilijk, iets met miljeuvervuiling of zo. Dus besloten we om dan maar naar het beloofde land van Friesland te gaan, en zo geschiedde.
Toen moesten we zo nodig trouwen en de Dett was onze trouwauto. Je had de gezichten van de roddeltantes moeten zien die bij het raadhuis stonden te kijken toen er dus geen glimmend witte Cadilac aan kwam maar een niet eens gewassen groene Kadett.
Er zat dus ook zo’n goedkoop kanteldakje in. Dat gaf problemen. Het begon met het gedeeltelijk afbreken van de hendel om het dakje te openen. Daarna begon de lekkerij, niet veel, maar bij langdurige regen kreeg ik soms een drup koud water op mijn kale kop, en bij een bocht zelfs een straaltje. Ik zat al te kijken voor een nieuw goedkoop dakje, maar vond het het geld niet waard. Heb ook gedacht aan het dakraam eruit en het gat dicht laten lassen, maar dan moet er ook weer een nieuw hemeltje in. Dus dan maar de beste duurzaamste oplossing, dichtkitten. Geen lekkerij meer.
Dan de roest. Daar waar ik niet bij kon met de anti roest middelen, kwam roest. Achter bij de wielkasten moesten stukjes ingelast worden, maar dit waren kleine stukjes, niet de hele wielrand. Dit is toch beter bestand tegen roest dan bij een Kadett E, verbazend. Wat ook wel wil roesten bij een Kadett D zijn de onderste A stijlen, eigenlijk de hele hoek tussen schutboard en deuren. Daar kwam op den duur ook al water doorheen, dus dat is ook gelast. Verder geen echte rotterij gehad aan de carrosserie. Totdat na vele jaren gebruik, ik weet niet eens meer hoelang ik deze Dett heb gehad, begon de roest toch aan de dragende delen/wielophanging te knagen. Voorheen altijd blind naar de apk gebracht en nooit problemen, maar deze laatste apk poging ging dus toch niet goed. Er moest wel wat gelast worden en dat zou meer kosten dan de Kadett waard was, en het zou ook wat tijd vergen. Bijna een gedeeltelijke restauratie als het goed zou gebeuren. Als ik dan toch een tweede auto zou moeten aanschaffen om toch nog naar mijn werk te kunnen rijden, dan maar gewoon afscheid nemen van de Dett. Een monteur die bij mijn vaste garage werkte zag het wel zitten om een ouwe Opel op te kalefateren, dus die mocht hem voor wat zakgeld overnemen. Ik had wel een voorwaarde. Die monteur mocht mijn Dett overnemen, als hij mij een lift gaf naar Stiens om mijn nieuwe ouwe……………..Audi 80 op te halen. Die had ik even heel snel opgescharreld en stond toevallig te koop.
De monteur lapte de Dett weer op, er kwam weer een apk op, en iemand uit de buurt kocht de Dett als dagelijks vervoer. Ik kwam mijn ouwe Dett dus nog regelmatig tegen op de weg en zag ‘m wel eens geparkeerd staan bij een bedrijf in ons dorp, maar langzamerhand begon de Dett wel achteruit te gaan. Op het moment dat ik dit schrijf is de apk van de Dett al 2 jaar verlopen, dus ik denk dat ie ergens in een schuur staat. Of voor een totale restauratie, of wachtend op een handelaar die er goud in ziet.