Guest
[size=large]Droomauto’s[/size]
Autoliefhebbers zijn dromers. We kunnen enorm enthousiast worden van dingen die we niet bezitten en nog nooit ervaren of gezien hebben. De reden daarvoor is simpel: onze hobby is duur. Een auto is iets waar je lang voor moet sparen, zeker als het gaat om een wagen waar je echt van kunt genieten. De meeste liefhebbers komen niet verder dan een youngtimer voor de prijs van een Hyundai i10. Als je van coupés en roadsters houdt, moet je ook nog het geluk hebben dat je er een gezinswagen naast kunt betalen of helemaal geen gezin hebt om te vervoeren.
Het is door deze beperkingen dat petrolheads dromen van grotere, snellere, comfortabelere, stoerdere of duurdere auto’s. Er is altijd één wagen die er bovenuit steekt, dat is je droomauto. Vrijwel iedere autoliefhebber heeft een droomauto en ik denk dat iedereen die dit leest direct kan zeggen welke dat is. Dat geldt ook voor ondergetekende; in mijn geval is het de Pagani Huayra. De met een vrijwel onuitspreekbare naam uitgeruste Huayra weet klassiek vakmanschap en futuristische technologie op een ongelofelijk knappe manier te combineren. Hij is zó snel en zó geavanceerd, maar toch met klassiek vakmanschap gemaakt. Pagani is een kleine fabrikant, maar de Huayra heeft in 2011 het ronderecord van het Top Gear-testcircuit verbroken en die tot het ontslag van Clarkson gehouden. Dat is vier jaar! Zelfs lichtgewicht raketten als de BAC Mono en Ariel Atom V8 konden niet aan de 1:13,8 van de Huayra tippen. Fantastich.
Let wel: als ik met een onbeperkt budget één auto zou mogen kopen, zou die Pagani het niet worden. Het is natuurlijk niet houdbaar om zo’n onpraktisch kunstwerk als enige auto te hebben, dus zou het voor mij dan een Giulia Q worden. Alleen mensen die dromen van praktischere auto’s (SUV’s, Rolls-Royces, oude Volvo’s) zouden daadwerkelijk voor die droom gaan.
Maar, laten we wel wezen: zijn dat nou dé droomauto’s? Het kan wel, maar het zijn niet echt typische droomauto’s. Daar zijn namelijk maar twee criteria voor. Ten eerste, is de auto onbereikbaar voor veel mensen? Ten tweede, vinden kinderen hem fantastisch? Als het antwoord op beide vragen ‘ja’ is, dan heb je met een droomauto te maken. Deze twee criteria zijn trouwens veel korter samen te vatten, in slechts één woord: supercar.
Er zijn weinig dingen die effectiever nieuwe autoliefhebbers kweken dan supercars. Volwassenen kiezen vaak het moreel verantwoorde standpunt dat zulke auto’s overbodig zijn, maar kinderen hebben daar maling aan, en terecht. Veel supercars krijgen vanuit autokringen kritiek omdat ze overbodig, over-the-top of te geavanceerd zijn, maar is dat niet juist het punt? Met name de Bugatti Veyron moet het in dit opzicht ontzien, maar elk autominnend kind dat na de lancering van de Veyron in 2005 is opgegroeid, was geobsedeerd met die wagen. Ondergetekende kan dat uit ervaring bevestigen. Ja, hij is te zwaar, te duur en niet uitdagend genoeg om te rijden, maar het was de eerste auto die de magische grens van 400 km/h doorbrak. Dat is toch gewoon cool?
Ik merk het bij mezelf ook, hoor. Vroeger was de Veyron mijn droomauto; later ben ik naar iets kunstzinnigers ‘overgestapt’. Maar nu ik erover nadenk, heb ik daar bijna spijt van. Het is politiek incorrect, daar ben ik me bewust van, maar kunnen we niet weer eens wat meer waardering opbrengen voor de typische droomauto?
Autoliefhebbers zijn dromers. We kunnen enorm enthousiast worden van dingen die we niet bezitten en nog nooit ervaren of gezien hebben. De reden daarvoor is simpel: onze hobby is duur. Een auto is iets waar je lang voor moet sparen, zeker als het gaat om een wagen waar je echt van kunt genieten. De meeste liefhebbers komen niet verder dan een youngtimer voor de prijs van een Hyundai i10. Als je van coupés en roadsters houdt, moet je ook nog het geluk hebben dat je er een gezinswagen naast kunt betalen of helemaal geen gezin hebt om te vervoeren.
Het is door deze beperkingen dat petrolheads dromen van grotere, snellere, comfortabelere, stoerdere of duurdere auto’s. Er is altijd één wagen die er bovenuit steekt, dat is je droomauto. Vrijwel iedere autoliefhebber heeft een droomauto en ik denk dat iedereen die dit leest direct kan zeggen welke dat is. Dat geldt ook voor ondergetekende; in mijn geval is het de Pagani Huayra. De met een vrijwel onuitspreekbare naam uitgeruste Huayra weet klassiek vakmanschap en futuristische technologie op een ongelofelijk knappe manier te combineren. Hij is zó snel en zó geavanceerd, maar toch met klassiek vakmanschap gemaakt. Pagani is een kleine fabrikant, maar de Huayra heeft in 2011 het ronderecord van het Top Gear-testcircuit verbroken en die tot het ontslag van Clarkson gehouden. Dat is vier jaar! Zelfs lichtgewicht raketten als de BAC Mono en Ariel Atom V8 konden niet aan de 1:13,8 van de Huayra tippen. Fantastich.
Let wel: als ik met een onbeperkt budget één auto zou mogen kopen, zou die Pagani het niet worden. Het is natuurlijk niet houdbaar om zo’n onpraktisch kunstwerk als enige auto te hebben, dus zou het voor mij dan een Giulia Q worden. Alleen mensen die dromen van praktischere auto’s (SUV’s, Rolls-Royces, oude Volvo’s) zouden daadwerkelijk voor die droom gaan.
Maar, laten we wel wezen: zijn dat nou dé droomauto’s? Het kan wel, maar het zijn niet echt typische droomauto’s. Daar zijn namelijk maar twee criteria voor. Ten eerste, is de auto onbereikbaar voor veel mensen? Ten tweede, vinden kinderen hem fantastisch? Als het antwoord op beide vragen ‘ja’ is, dan heb je met een droomauto te maken. Deze twee criteria zijn trouwens veel korter samen te vatten, in slechts één woord: supercar.
Er zijn weinig dingen die effectiever nieuwe autoliefhebbers kweken dan supercars. Volwassenen kiezen vaak het moreel verantwoorde standpunt dat zulke auto’s overbodig zijn, maar kinderen hebben daar maling aan, en terecht. Veel supercars krijgen vanuit autokringen kritiek omdat ze overbodig, over-the-top of te geavanceerd zijn, maar is dat niet juist het punt? Met name de Bugatti Veyron moet het in dit opzicht ontzien, maar elk autominnend kind dat na de lancering van de Veyron in 2005 is opgegroeid, was geobsedeerd met die wagen. Ondergetekende kan dat uit ervaring bevestigen. Ja, hij is te zwaar, te duur en niet uitdagend genoeg om te rijden, maar het was de eerste auto die de magische grens van 400 km/h doorbrak. Dat is toch gewoon cool?
Ik merk het bij mezelf ook, hoor. Vroeger was de Veyron mijn droomauto; later ben ik naar iets kunstzinnigers ‘overgestapt’. Maar nu ik erover nadenk, heb ik daar bijna spijt van. Het is politiek incorrect, daar ben ik me bewust van, maar kunnen we niet weer eens wat meer waardering opbrengen voor de typische droomauto?