Mijn twee centen: De grotere veiligheidsproblemen die het verkeer nu nog kent zijn het egoïsme en de aandacht voor het verkeer.
Het egoisme:
De doorsnee verkeersdeelnemer rijdt niet met de gedachte "hoe gebruik ik
ik samen met die andere verkeersdeelnemer veilig de weg?" maar hij rijdt meer vanuit de gedachte "hoe rij
ik zo snel mogelijk naar mijn doel". En daarbij laat hij ook nog eens overduidelijk zien dat hij vrijwel geen verkeersinzicht heeft, men denkt niet verder dan het randje blik van het eigen voertuig.
Enkele alledaagse voorbeelden:
- Dropveter een moet nog even op de snelweg met de maximum toegestane snelheid die laatste vrachtwagen van een rijtje vrachtwagens inhalen voordat hij de afslag neemt. Daarbij snijdt hij de vrachtwagen en gokt er op dat het verkeer op de afrit doorstroomt.
- Dropveter twee vindt het zeer belangrijk dat men niet sneller rijdt dan de voorgeschreven maximum snelheid. Hij biedt zelfs de kwetsbare achterkant van zijn voertuig aan om te onderstrepen dat hij deze regel zeer belangrijk vindt.
- Dropveter drie heeft nooit de beginnerscursus plannen gevolgd en is zelfs een grotere kletskous dan ik. Hij moet dus uit tijdnood iedere auto op de linkerbaan duidelijk maken dat hij erg veel haast heeft en doet dat door idioot weinig afstand tussen de langzamer rijdende voorligger aan te houden.
- Dropveter vier vindt dat ook vrachtwagens zich aan de lijntjes op het wegdek moeten houden en stopt zodanig dat een vrachtwagen een bocht niet kan maken zonder het halve plantsoen of het voorspatbord van de dropveter te verwoesten.
- Dropveter vijf vindt dat iedereen maar CO2 vriendelijk moet leven en heeft daarvoor een zogenaamde fiets aangeschaft. Vervolgens rijdt hij precies daar waar het hem goed uitkomt, ongeacht de moeilijkheden die andere weggebruikers daardoor hebben.
- Dropveter zes vindt de acceleratie van zijn voertuig super. Als rasechte achtbaancoureur probeert hij bij iedere mogelijkheid hoe snel zijn voertuig de maximale snelheid weet te bereiken.
- Dropveter zeven vindt dat iedereen maar rekening moet houden met zijn nageslacht en laat zijn kinderen spelen waar het hun uitkomt. Alsof hij zo graag even een nieuw kind maakt als de huidige een verkeersslachtoffer is geworden.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Ik denk dat de wil om samen te werken een hele grote factor voor de veiligheid in het verkeer is. Als twintig man in een sigaartje op wielen op een circuit met snelheden van dik 300 km/uur rondjes rijden met soms slechts enkele centimeters tussen de voertuigen, gaat dat relatief veilig. Als Jan Modaal traagjes in zijn sloep door de dagelijkse file dobbert, geeft dat zoveel problemen dat heel veel mensen de kreukelzone van een auto onmisbaar vinden.
Die coureurs weten van elkaar dat ieder voor zich de snelste wil zijn en dat je slechts de snelste kan zijn als je onbeschadigd over de eindstreep rijdt. To finish first, you first have to finish. Men rijdt daar ook naar, men werkt samen om ieder voor zich zo snel mogelijk te zijn.
In het dagelijkse verkeer rijden mensen alleen. Ik wil, ik ga, ik moet, ik.doe ... bij discussies over het verkeer hoor je vooral het woordje "ik".
Dat is niet de manier om veiligheid te bevorderen. Veiligheid begint met nadenken wat de ander wil.
- Zou dat kind zijn bal willen pakken die over de weg rolt?
- Zou die vrachtwagen wat extra ruimte willen hebben om die bocht te kunnen maken?
- Zou die haasthebber echt zo dramatisch slecht zijn in timemanagement?
- Is die opvallend langzame automobilist misschien bang om te rijden of weet hij iets wat ik nog niet weet?
- Zou die roekeloze motorrijder het leuk vinden om alleen op het achterwiel te rijden?
- Zou die opvallend dikke man in strak pakje bij de rest van zijn groepje willen fietsen?
- Zou oma met haar rollator misschien iets meer tijd willen hebben om over te steken?
- Zou dat andere verkeer er misschien op rekenen dat ik de kruising vrij laat sta als het verstoplichtje bij mij op rood gaat?
De aandacht:
Iedereen kent de voorbeelden van de appende dwaas, de zogenaamde flappdrol. Maar je kan ook op veel andere manieren een flappdrol zijn. Het moderne verkeer is zo chaotisch en geeft zo veel indrukken dat een andere activiteit naast het besturen van je voertuig voor normale stervelingen ondoenlijk is. Er zijn al heel veel testen geweest die aangetoond hebben dat een mens geen twee dingen tegelijk kan doen, zelfs vrouwen niet.
Een andere activiteit naast het besturen van je voertuig kan dus alleen als je continu schakelt tussen de twee activiteiten. Ik rij honderd meter met aandacht voor het verkeer, ik aai de dame naast mij over haar mooie dijen zonder aandacht voor het verkeer. Ik stuur weer honderd meter en mijn voertuig legt 100 meter af terwijl ik de discussie met mijn, misschien zelfs via de telefoon verbonden, gesprekspartner probeer te voeren. Ik rij weer honderd meter en probeer een andere zender te vinden in dat dwaze radiomenu wat mijn automobielfabrikant heeft laten verzinnen. Ik rij weer honderd meter en vraag me de volgende 100 meter af waarom er rechtsachter zo'n raar geluid uit de auto komt.
Ondertussen heb ik de helft van de tijd als een zombie achter het stuur gezeten. Wel als een veilige zombie... hoop ik.
Daarom:
Veilig rijden is
niet gelijk aan langzaam rijden. Veiligheid is heel veel meer dan een verantwoorde snelheid aanhouden en een verantwoordelijke snelheid is ook nog eens afhankelijk van de andere verkeersdeelnemers. De maximum snelheid is de snelheid die de wetgever als verantwoordelijk inschat en door het medium wat wij gebruiken om deze snelheid aan te geven (verkeersborden en regels) is deze maximum snelheid niet meer dan een matige richtlijn die heel veel factoren niet in overweging neemt. De maximaal verantwoordelijke snelheid kan veel lager of veel hoger zijn dan wat het bordje aangeeft.
Moeten wij deze matig functionerende richtlijn dan nog lager instellen met het doel de totale veiligheid te verhogen?
Op zijn Rotterdams gezegd: Gaat dat werken, dan?
Misschien is vijf kilometer per uur maximaal wel beter. Hoewel, er zijn mensen die zelfs lopend nog een lantaarnpaal weten te raken. Misschien is zelfs vijf kilometer per uur ook al te snel, misschien moeten mooie meisjes met korte rokjes in het openbaar wel verboden worden.
Maar hoe moeten we aandacht en samenwerking verplichten met guitige wetjes?