Audi A5 Coupé - Rij-impressie

Tijdens de presentatie hamert Audi erop dat de nieuwe A5 Coupé echt volledig nieuw is en niets meer te maken heeft met de vorige generatie. Men ruimt zelfs bijna twintig minuten in voor het design van de auto. En als je dan hoort wat er precies allemaal anders is ten opzichte van de vorige, is het eigenlijk wel weer heel knap dat de tweede generatie er toch zo sprekend op lijkt. Enerzijds is het daardoor een beetje voorspelbaar, anderzijds werkt de strategie van obsessieve consistentie wel voor het Duitse merk. Het is prettig voor de restwaarde, maar ook voor de herkenbaarheid. Bovendien is de vorige A5 Coupé negen jaar op de markt geweest, en dat model oogt nog steeds niet verouderd. Maar als je oog in oog met de nieuwe A5 staat, is dat duidelijk een andere auto. Generatie twee oogt breder, lager en dynamischer, terwijl de afmetingen amper zijn veranderd. Het zijn vooral de bredere grille en de plattere lichtunits die hem een stoerder voorkomen verlenen. Maar details als de gebogen lijn over de achterste wielkasten en de oplopende lijn over de onderkant van de flank maken hem onmiddellijk herkenbaar als A5.

Binnenin is alles wel duidelijk anders geworden, de nieuwe A5 neemt het hypermoderne, hightech dashboard van de technisch verwante A4 over. Minder gezellig dan een C-klasse misschien, maar wel heel modern en fantastisch afgewerkt. Optioneel zijn zaken als het volledig digitale instrumentarium, mobiel internet en veel aluminium accenten, zodat het echt lijkt alsof je in een door designers ontworpen internetcafé zit. Dat is dan wel een klein café, want op de achterbank is weliswaar iets meer beenruimte dan voorheen, maar volwassenen moet je daar nog altijd niet neerzetten. Maar dat moet je ook niet van een coupé verwachten. Wat je wel mag verwachten, is actieve veiligheid, en die biedt de A5 dan ook. De actieve veiligheidssystemen kennen we uit de A4 en wie ze allemaal bestelt, heeft een auto die alles in de gaten houdt en vrijwel autonoom over de snelweg kan rijden. Na een aantal seconden gebiedt het systeem je weliswaar om zelf weer het stuur ter hand te nemen, maar dat is meer een kwestie van wetgeving dan van technologie. De diverse camera's en sensoren in de A5 zijn namelijk amper op een fout te betrappen.

AFSTANDELIJK

Wanneer je zelf stuurt, valt op dat de A5 zeker niet het meest dynamische is wat er in dit segment te krijgen is. Onderhuids staat de auto op het MLB-platform van de A4, maar dan aangepast aan de wensen van coupérijders. Concreet betekent dat vooral wat stijvere veren en stuggere schokdempers. Audi levert de A5 met comfortonderstel en een sportonderstel en optioneel met adaptieve schokdempers. Wij rijden met een comfortonderstel met adaptieve dempers en ten opzichte van de A4 voel je inderdaad beter wat er onder de wielen gebeurt. Toch blijft het allemaal vrij afstandelijk. De dynamische stuurinrichting biedt geen gevoel en is niet consistent in de mate van directheid en bekrachtiging. Bovendien ligt de motor vóór de vooras en in krappe bochten wil dat gewicht wel doorduwen. Er is veel grip en in deze versie met Quattrovierwielaandrijving ook bergen met tractie, maar je moet wel eerst de neus in de goede richting krijgen. Op hogere snelheid voelt de A5 wel heel stabiel, al blijft de besturing ook dan een minpunt. De A5 kan veel, maar echt een binding met de auto krijg je niet. Wel is de Audi prima geschikt als vervoermiddel voor lange afstanden. Op een enkele bonk op heel slecht wegdek na is de A5 namelijk erg comfortabel, zonder week aan te voelen. Bovendien is het stil aan boord; band- en windgeruis zijn amper waarneembaar en ook de motor blijft te allen tijden op de achtergrond. Pas als je echt alles gaat vragen hoor je iets, maar zelfs dan is het niet veel meer dan een gedempt geluid.

COMFORTABELE GT

Tijdens de introductie maken we kennis met de 252 pk sterke 2.0 TFSI met Quattro en S-Tronic. Je kunt ook dezelfde motor kiezen met 190 pk en voor dieselrijders zijn er een 190 pk sterke 2.0 TDI en twee varianten van de 3.0 V6 TDI. Uiteraard is er Quattro-vierwielaandrijving, al dan niet optioneel. Een automaat is ook mogelijk en bij de topmotoren zelfs standaard. Dat is meestal een S-Tronic, maar de sterkste V6 TDI zit vast aan een achttraps volautomaat En Quattro komt in twee vormen: het traditionele systeem met een Torsen-differentieel voor de versies met automaat, en het nieuwe Quattro met Ultra-technologie voor de viercilindermotoren met handbak. Dat systeem kan de achteras loskoppelen van de aandrijflijn om brandstof te besparen. Maar even terug naar de motor waarmee we rijden. De viercilinder presteert al van onderuit met heel veel gemak en vooral in het middengebied maakt de A5 erg grote stappen. Helemaal bovenin vlakt de versnelling wat af, maar tegen die tijd is de snelheidslimiet toch al lang bereikt. In combinatie met de S-Tronic-automaat met dubbele koppeling is versnellen een kwestie van even het gas indrukken en daar gaat hij. De A5 excelleert in gemak en bewijst zich vooral als comfortabele GT. Wie echt rijplezier verlangt, is beter af met een BMW 4-serie en voor ultiem comfort is de C-klasse coupé een betere kandidaat. Maar wil je veel hightech in een niet te opzichte verpakking die er over tien jaar nog steeds goed uitziet, dan is de Audi A5 precies wat je zoekt. En ook wat dat betreft is er dus eigenlijk niet echt iets veranderd.

GELIJK OOK S5

Tegelijk met de A5 komt ook de S5. Voorzien van de standaard S-kenmerken zoals grijze spiegels en vier uitlaten is de S5 voorlopig de snelste van het gamma. Net als z'n voorganger heeft de nieuwe een 3,0-liter V6 onder de kap, maar in plaats van een mechanische compressor heeft hij nu een turbo. Eentje slechts, maar wel met twin-scroll technologie om de druk zo snel mogelijk op te kunnen bouwen. En dat werkt heel aardig, de motor twijfelt heel even maar legt daarna meteen z'n 500 Nm neer. Dat koppel is al vanaf 1.370 toeren per minuut beschikbaar en zo lang je de V6 boven dat toerental houdt is er altijd enorm veel kracht. Van 0-100 in 4,7 seconden en een afgeregelde top van 250 km/h zijn veelzeggende cijfers, maar het gemak van de tussensprints is helemaal geweldig. De achttraps volautomaat kan zowel prettig soepel als adequaat snel schakelen en reageert voldoende snel op de flippers als je zelf schakelt. Helaas geeft het onderstel minder reden tot enthousiasme. Het is niet dat er geen grip of tractie is, beide zijn er in overvloed, maar de S5 gaat nooit echt leven. Met het optionele sportdifferentieel reageert de achterzijde weliswaar iets als je echt gas geeft, maar bij het insturen voelt de S5 vrij zwaar in de neus en de stuurinrichting is voor een dergelijk sportieve auto te gevoelloos en bovendien niet consequent. Het is daardoor vooral een hele snelle A5 en hoewel daar op zich niets mis mee is, mist de S5 iets speciaals. Het plezier waarmee een Mercedes-AMG C43 zich onderscheidt van de rest van het gamma is hier bijvoorbeeld niet te vinden. Enerzijds jammer, maar je hebt wel de snelste A5 die je momenteel kan kopen en dat doet het altijd goed.