Renault Grand Scénic dCi 110 (2012) - Test

Met de Espace op het CV mag Renault zich gerust tot de pioniers van het MPV-segment rekenen, en ook een maatje kleiner hebben ze een naam hoog te houden. De op de Mégane gestoelde mid-sized MPV Mégane Scénic kwam in 1996 op de markt en werd al gauw een denderend succes. Bij de eerste facelift in 1999 besloot Renault de MPV los te koppelen van de Mégane en ging hij verder als Scénic. In 2003 volgde de tweede generatie, die een jaar later ook in verlengde versie leverbaar werd. Een idee dat andere merken inmiddels ook hebben overgenomen (Citroën C4 Picasso, Ford C-Max). Via een facelift in 2006 volgde in 2009 de Scénic as we know it en daar gaat nu dus de retoucheerkwast overheen.

Een facelift is inmiddels geen facelift meer zonder dat er led-dagrijverlichting aan te pas is gekomen en dat is nu dan ook het geval, zij het dat het voorbehouden blijft aan de duurdere versies. Uiteraard zijn de koplampen en achterlichtunits aangepakt. Net als voor de facelift hebben de korte en lange Scénic ieder een eigen gezicht. Een policy die voortvloeit uit de verschillende doelgroepen. De korte versie is de keuze voor jongere mensen en empty-nesters, de lange voor mensen daar tussenin, met kinderen dus en die mensen willen een wat vriendelijkere uitstraling, denkt Renault. Om dat te bereiken heeft de Grand Scénic een neus met een lijnenspel dat wat meer in de breedte is getrokken, met opkrullende lachhoekjes aan de onderste grille. Daarover gesproken: de radiator was bij de Phase 1 wat te goed zichtbaar, daar is nu iets aan gedaan. En wellicht valt het je niet op (ons in elk geval niet), maar de A-stijlen zijn veranderd en moeten nu wat vloeiender ogen. De Grand Scénic onderscheidt zich voortaan verder door de dakrails. Het kleurenpalet is uitgebreid met twee tinten, waarvan het rood waar wij mee rijden er een is.

Gadgetfreaks krijgen er een paar argumenten bij om voor een Scénic te kiezen. Niet nieuw op de wereld, maar wel in de Scénic is een camera die in de gaten houdt of je tussen de lijntjes blijft. Doe je dat niet en zonder richting aan te geven, dan gaat de auto er van uit dat je niet zit op te letten en krijg je een reeks piepjes. Het wordt geleverd in combinatie met grootlichtassistent onder de naam Visio Systeem. Verder heeft de Scénic voortaan terugrolbeveiliging. Origineler is de luchtkwaliteitsensor, hoewel de zin daarvan ons ontgaat; de 'always open-meter' van de Mini cabrio krijgt voor 't eerst serieuze concurrentie in de strijd om de titel 'meest zinloze gadget'. Een sensortje analyseert de buitenlucht en geeft het resultaat op het dashboard weer. We hebben het uitgeprobeerd en het werkt: ga achter een pluimende Oostblok-vrachtwagen rijden en je krijgt een vieze dikke wolk op het display, de boerenmestlucht van het platteland resulteert in een goedkeurend blaadje. Maar wat moet je met die informatie? Het is misschien een idee de luchtcirculatie van de airco hierdoor te laten regelen? Dan heb je wat aan zo'n snuffelaar.

Display

Vanbinnen is de belangrijkste vernieuwing het display op het dashboard, dat nieuw is ingedeeld. Met knoppen eronder kun je de indeling nog zelf enigszins beïnvloeden en ook de kleuren kun je, net als Citroën vaak doet, wijzigen. Het ziet er mooi en high tech uit, maar de afleesbaarheid is niet optimaal; wij zien nog steeds liever analoge klokken, recht voor je neus en niet ergens in het midden. De achterbank is in drie delen weg te klappen, waarbij in de tweede trap ook de zitting om gaat. Ook is hij in de lengterichting te verschuiven zodat je kunt kiezen tussen meer beenruimte of meer bagageruimte. Voor zover je dat laatste nodig hebt, want de berging van deze verlengde MPV is buitengewoon riant.

Wij rijden de Grand Scénic in de Bose-uitvoering, op de Privilège na de meest complete. Met, inderdaad, een (uitstekend klinkend) Bose-geluidsysteem. Bovendien rijden we met de Energy dCi 110, een 1.5 diesel waarmee dankzij onder meer een stop/startsysteem deze auto in korte en lange uitvoering in aanmerking komt voor twintig procent bijtelling. Dat doet de 130 pk variant overigens ook, maar eigenlijk zijn we dik tevreden over deze lichtere motorisering. Hij pakt lekker vlot op, doordat de volle 260 Nm al bij 1.750 tpm beschikbaar zijn. Bij 1.500 tpm heb je daarvan al tachtig procent ter beschikking. Hoewel hij goed presteert, klinkt en voelt de motor wel wat rauw, als een oudere diesel. Schakelen gaat netjes precies, maar voelt wel een tikje hakerig aan. Het stuurgedrag is veilig onderstuurd, maar de bekrachtiging voelt helaas wat kunstmatig aan.

Klaptafeltjes

In bijgaande tabel ontbreekt nog een motor. De 115 pk sterke TCe benzinemotor, een 1.2 met turbo, wordt in juli in de showroom verwacht, en exacte gegevens daarvan zijn op dit moment nog niet bekend. Renault hanteert voor de Scénic vier uitrustingniveaus. De eenvoudigste heet Authentique en is alleen verkrijgbaar op de lichtste motoren. Die heeft onder meer handbediende airco, elektrische raambediening voor en hoogteverstelling van de bestuurderstoel. De Expression kost twee mille meer en heeft onder meer cruise control, regen- en lichtsensor, klaptafeltjes achterin en een spiegeltje om de gebeurtenissen achterin in de smiezen te houden. De Bose komt in plaats van de Dynamique en heeft voor nog 'ns twee mille meer 17 inch lichtmetalen wielen, het genoemde geluidsysteem, parkeersensoren rondom, led dagrijverlichting, achteruitrijcamera, gescheiden klimaatregeling, handsfree centrale vergrendeling en de eerder genoemde snuffelsensor. Deze uitvoering gaat volgens Renault de meerderheid van de bestellingen uitmaken. De meest riante Scénic heet Privilège. Die kost nog eens € 1.700 extra en biedt onder meer meesturende bixenon-verlichting, leer/alcantara bekleding, elektrische verstelling van de bestuurderstoel, verwarming op beide voorstoelen en Visio Systeem. De Scénic 3.2 verschijnt ongeveer tegelijk met deze AutoWeek in de Nederlandse winkels.