Renault Wind (2010) - Test
Au revoir tristesse
81 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Dat de open Renault Twingo geen CC ging heten, heeft een goede reden. De Wind is echt een heel aparte auto. Om te zien in elk geval, maar hoe rijdt hij?
Het moet voor de Renault-ontwerpers als 'n bevrijding hebben gevoeld toen ze met de Wind aan de slag mochten. Waar recente ontwerpen als de Mégane, Laguna en Twingo nogal behoudend zijn, konden de creatieve geesten van de vroegere 'Createur d'Automobiles' op hun nieuwste project weer eens ouderwets los. Het resultaat is 'n auto die uit duizenden herkenbaar is. Kijk eens naar dat kekke neusje met zijn blauwe koplampen, of het dikke kontje dat schuin afloopt vanaf de prominente B-stijl. Details als de twee bulten in het midden van de achterklep – een hommage aan klassieke roadster – en de grote spoiler tussen de achterlichten maken er een stoer karretje van. Samen met de hoge taillelijn zorgen de brede raamstijlen er overigens wel voor dat de Wind het predicaat 'roadster' dat hij van zijn makers meekrijgt eigenlijk niet echt verdient: het is feitelijk meer een targa, mede door het gefixeerde achterruitje. In andere opzichten heeft de Renault met zijn lage bouw en hoge taillelijn overigens wel sterke roadster-trekjes. Het feit dat het een tweezitter is, maakt hem uniek in zijn segment, net als zijn vanafprijs van net geen € 20.000. Daarmee valt hij tussen auto's als de Fiat 500C en Peugeot 207 CC in.
Opgesloten
't Pièce de résistance van de Wind is zonder twijfel zijn hoogst ingenieuze dak. Net als bij de Ferrari 575 Superamerica draait het dak in zijn geheel 180 graden om zijn as, in geopende toestand ligt het paneel bovenop de bagageruimte. Daardoor kon een ingewikkeld klapmechanisme achterwege blijven, waardoor 't dakje maar 22 kilo weegt in plaats van de 100 à 150 kilo die een normaal CC-dak op de schaal zet. En je kunt hem in slechts 12 seconden openen, waarbij je eerst een hendel boven de voorruit om moet draaien. Eenmaal geopend echter zit je meer opgesloten dan in een klassieke roadster het geval is. De voorruitstijl zit weliswaar redelijk ver bij je hoofd vandaan, maar als je over je schouders kijkt, zitten de brede B-stijlen flink in de weg, waardoor het zicht schuin naar achteren trouwens ook belabberd is. Verder kan het kleine achterruitje niet worden geopend (ten gunste van een betere torsiestijfheid) en geeft de hoge taillelijn evenmin een erg vrij gevoel. Dat zorgt er echter wel voor dat je ook bij hogere snelheden redelijk uit de wind zit. Optioneel is nog 'n klein windschotje leverbaar, maar dat zit voor het grootste gedeelte tegen het achterruitje aan en doet gevoelsmatig dan ook erg weinig. Hoewel Renault serieus geprobeerd heeft om werk te maken van het interieur, valt 't eindresultaat wat tegen. Zaken als de doorzichtige overkapping van het instrumentarium, de Porsche RS-achtige handgrepen en de prominent aanwezige aluminiumkleurige details doen hun best om het goedkope, harde plastic te verdoezelen, maar slagen daar helaas niet helemaal in. Het dashboard ziet er absoluut leuk uit, het is alleen jammer dat de ergo-nomie zo matig is. De knoppen zitten her en der verspreid, waarom is het knopje van de (standaard) cruisecontrol bijvoorbeeld in hemelsnaam voor de versnellingspook weggemoffeld? Ook is het best lastig om een zitpositie te vinden die past bij zo'n sportief karretje. Renault claimt dat de zitpositie de laagste is van alle modellen, maar de stoel staat desondanks nog altijd wat te hoog. Zitten doen de stoelen overigens perfect, de zijdelingse steun is werkelijk uitstekend. En met hun geïntegreerde hoofdsteunen zien ze er gelikt uit. Dat geldt wat minder voor het stuur met zijn enorme hart, bovendien staat het wat vlak en is het alleen in hoogte te verstellen.
Goedmoedig
Met zijn lengte van 3,83 meter valt de Wind qua lengte tussen de Twingo en Clio in. Net als de Twingo staat hij op het onderstel van de vorige generatie Clio, waarna de ingenieurs van Renault Sport zich ermee bemoeid hebben om de rijeigenschappen net zo sportief te maken als het uiterlijk belooft. Daarbij namen ze de onderstelafstemming van de oude Clio RS als uitgangsbasis. De elektrische stuurbekrachtiging heeft volgens de Fransen dezelfde overbrenging als de huidige Clio RS. Daar voel je echter weinig van terug, want erg direct is de besturing niet. Rond de middenstand gebeurt er weinig en 't sturen doet een tikje kunstmatig aan. Maar hoewel de Wind met bijna 1.200 kilo geen lichtgewicht is, voel je daar tijdens het rijden weinig van terug. Hij is speels genoeg, gas loslaten is voldoende om het achterkantje te laten meespelen bij enthousiast bochtenwerk. De tractie is bovendien goed, net als de torsiestijfheid trouwens. De Wind doet absoluut veilig en beheersbaar aan. Maar het is meer 'n goedmoedige auto dan een echte sportieveling, door het behoorlijk soft afgestelde onderstel. Hier lag de nadruk overduidelijk meer op comfort dan op een snaarstrakke weg-ligging. Z'n uiterlijk doet anders vermoeden, maar de Wind is niet echt sportief om mee te rijden. Wel is hij heerlijk comfortabel geveerd, waardoor de inzittenden weinig last hebben van wegoneffenheden. Deson-danks blijven overhelneigingen in bochten keurig binnen de perken, de ingenieurs hebben 'n mooie balans gevonden.
Toerenmotor
De Wind wordt leverbaar met de bekende 1,2-liter turbomotor en de 1,6-liter uit de Twingo RS. De eerstgenoemde voldoet uitstekend als basismotor, hij zorgt voor voldoende snelheid. Wel is het een echte toerenmotor, onder de 4.000 tpm gebeurt er erg weinig en merk je niets van de 100 pk. Wanneer je wilt inhalen, is terugschakelen al snel vereist, en dat is met de lange, weinig nauwkeurige schakelwegen geen onverdeeld genoegen. Ook bij hogere toeren doet de 1.2 turbo nooit écht enthousiast aan, het is vooral een noeste arbeider die voelbaar is geknepen ten gunste van een lage CO2-uitstoot. Het geluid dat hij maakt past bij dat beeld, het doet weinig sportief aan. Opvallend is dat er halverwege de slag van het gaspedaal een kleine weerstand voelbaar is, je moet redelijk hard trappen voor volgas. Als je een sportief karretje zoekt, is de Wind met de 1,6-litermotor uit de Twingo RS de betere optie. Hoewel ook deze motor hoge toeren verlangt en onderin erg weinig doet, hangt hij gretiger aan het gas en klinkt hij bovenal een stuk lekkerder. Zijn donkere brom past goed bij de brutaal ogende Wind. En hij levert beduidend betere prestaties dan zijn kleinere turbobroertje, de sprint naar 100 km/h verloopt 1,3 seconden sneller. Daar staat wel tegenover dat hij volgens Renault 0,7 liter per 100 km meer verbruikt. Desondanks zouden wij de ¤ 1.500 meerprijs die de 1.6 16V 133 vergt er graag voor over hebben. Dan zit je wel gelijk vast aan 't Exception-uitrustings-niveau dat eveneens ¤ 1.500 duurder is dan het basismodel, maar daarvoor krijg je wel airconditioning, 'n regen- en lichtsensor, 17-inch lichtmetaal en ESP. Ietwat verkeerde zuinigheid van de Fransen dat je die veiligheidsvoorziening niet op de goedkoopste versie krijgt. Met 'n prijs van ¤ 22.990 dringt de aan te raden Wind 1.6 16V 133 Exception wel langzaam Mini Cabrio-territorium binnen, en dat is een lastige strijd. Maar dat neemt niet weg dat Renault met de Wind eindelijk weer eens een erg origineel en gedurfd ontwerp op de weg heeft gezet. Eind deze maand staat hij in de showroom.
Lezersreacties (81) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.