Aston Martin V8 Vantage Roadster
Verbrandingsgevaar!
- Sandor van Es
- Eerste rijtest
Drie jaar geleden beklom Ulrich Bez de 1.912 meter hoge Mont Ventoux per mountainbike. "Ik ben alleen gestopt om te plassen", aldus de CEO van Aston Martin met enige trots. Of tijdens zijn ploetertocht van toen het idee is ontstaan om hier, in de schilderachtige heuvels van de Provence, de dynamische introductie van de V8 Vantage Roadster te organiseren, weten we niet. In ieder geval is het decor meer dan passend. Badend in het zachte voorjaarslicht kan de schoonheid van het zoetgeurende landschap zonder meer wedijveren met de prachtige, klassieke lijnen van Britse beauty. Daarbij is op de honderden kilometers kronkelige binnenwegen in deze tijd van het jaar geen toerist te bekennen en kun je er dus naar hartelust sturen. Na de overnameperikelen van de aflopen maanden, waarbij het eigendom van Aston Martin overging van Ford naar een consortium investeerders onder leiding van Prodrive's David Richards, is de introductie voor Bez en de zijnen ongetwijfeld een welkome ontspanning. Maar ook voor ons is het een genoegen dat we ons wel laten smaken. Rijden in een Aston is en blijft een exclusieve, feestelijke gebeurtenis, zeker in een inspirerende omgeving als deze.
Power, beauty, soul; deze termen blijven onder de nieuwe eigenaren onverminderd van kracht. Als het om de looks gaat, zit het ook bij de open versie van de V8 Vantage helemaal snor. Het drielaags linnen dak is met één druk op de knop in 18 seconden volledig te openen en vouwt zich keurig op onder een deksel achter de cabine. Dit alles kan desgewenst rijdend, tot een snelheid van 50 km/h. Eenmaal open blijven de adembenemende proporties van de Vantage coupé intact, met een ononderbroken, vloeiend elegante lijn van voor naar achter, die gekoppeld is aan een krachtige, gespierde neus en kont. De twee lichte welvingen achter de hoofdsteunen herbergen rolbeugels, die in geval van een ongeluk in een fractie van een seconde omhoog schieten.
Dicht mag de Aston er ook zijn, iets wat niet van iedere convertible gezegd kan worden. De gesloten, prima isolerende kap volgt de lijnen van de coupé. De wagenhoogte is dan ook nagenoeg identiek, waardoor de hoofdruimte niet in het geding komt. Gebleven zijn de schuin naar boven openende portieren, die niet alleen het instappen vergemakkelijken, maar ook beschadigingen tegen hoge stoepranden tegengaan. Wie zich overigens afvraagt waarom de Vantage het achtervoegsel 'Roadster' heeft in plaats van 'Volante': die laatstgenoemde typering is voorbehouden aan de 2+2-modellen.
Dubbele persoonlijkheid
Quand le Ventoux porte son chapeau, il pleuvra bientôt. Als de Mont Ventoux zijn hoed draagt, ofwel als zijn top in de wolken zit, gaat het snel regenen. Illustratief voor de wispelturige berg, wiens boomloze, rotsgele top onbeschut is door andere bergen en dus kwetsbaar voor wind en zon. Het gros van de dertien keer dat-ie in de Tour de France werd opgenomen, zorgde het weer dan ook voor extra drama. 's Winters kan het bovenop zomaar dertig graden onder nul zijn, 's zomers kan het kwik makkelijk tot plús dertig stijgen. Al in 1882 werd vanuit Bédoin, pittoresk zoals alle dorpjes in de omgeving, een pad naar boven gebaand. De huidige weg, de D 974, volgt in grote lijnen nog steeds dat tracé, een prachtige, 21 kilometer lange en gemiddeld 7,7 procent stijgende stuurmansweg met zo'n honderd bochten, die bovendien dankzij het wielertoerisme uitstekend onderhouden is.
De weergoden zijn Aston Martin gelukkig gunstig gezind. De eerste vijf kilometer is vals plat en daar kan de rechtervoet gelijk goed naar beneden. De 4,3-liter V8 is identiek aan die van de coupé en heeft dus twee gezichten. Hij reageert relatief bescheiden op het gaspedaal, maar transformeert bij het stijgen van de toeren in een waar beest. Gelukkig is ook de uitlaat hetzelfde. Het ietwat hese, bedaarde toontje van onderin verandert dankzij openende vlinderkleppen in de pijpen bij 4.000 toeren per minuut in een wilde, metaalachtige brul. Die is In de coupé al goed voor een flinke portie kippenvel, kun je nagaan wat het met je doet in de Roadster als je met de kap naar beneden langs een weerkaatsende rotswand jaagt.
Hand in hand met het geluid zwellen, mede dankzij de variabele nokkenassen, ook de krachten aan. Pas als de naald van de tegen de klok in draaiende toerenteller 5.000 aangeeft, worden alle 410 Newtonmeters op de achterwielen losgelaten. Maar dan is het feest nog lang niet over. Want de 380 pk's nemen het vervolgens over van het koppel, waardoor de Vantage Roadster haast lineair door blijft sleuren. Het is dat de begrenzer bij 7.500 tpm ingrijpt, voor het gevoel kan de achtpitter nog moeiteloos duizend toeren verder doortrekken. Dit alles vertaalt zich niet alleen in een verhoogde hartslag en een grote grijns, maar ook in zeer klinkende cijfers: van nul tot 100 km/h gaat in 5,0 seconden en de top bedraagt 280 km/h – op papier dezelfde prestaties als die van z'n gesloten broer.
Buitencategorie
Of het boven de 200 km/h nog een beetje uit te houden is, kunnen we niet proberen. Tot 150 km/h heb je in ieder geval nauwelijks hinder van wervelingen, zeker niet met de zijramen gesloten en de optionele windvanger achter de stoelen. We vermoeden dat het echter ook als het harder gaat prima te doen is, want dankzij de lekker lage zitpositie ben je sowieso goed beschut. Het fijne sportstuur staat bijna verticaal en vergroot het sportwagengevoel. Jammer alleen dat het hart wat pompeus oogt, dat vloekt met de schitterende klokken daarachter. Ook het plastic van de mooi gebeeldhouwde middenconsole is naar onze smaak net even te prominent. De fraaie aluminium afwerking en het royaal aanwezige leer vergoeden wat dat betreft weer een hoop. De dakconstructie heeft overigens wel een behoorlijke hap uit de kofferruimte genomen: ten opzichte van de coupé is die van 300 naar 144 liter gekrompen. Ach, da's nog altijd goed voor twee flinke weekeindtassen. Wat heb je meer nodig, hier in Zuid-Frankrijk?
Intussen zijn we voorbij St. Estève en verdwijnt de weg in het naaldwoud, waarin het geluid van de achtcilinder prachtig weergalmt. Een signaal voor het echte werk, dat een kilometer later begint met Les Sept Virages, een serie van zeven haarspelden. Een uitdaging die de V8 Roadster wel aandurft.
Ook bij de cabrioversie van de baby-Aston ligt de nadruk op sportiviteit. De aluminium VH-constructie die voor het eerst voor de DB9 werd gebruikt en die de basis moet vormen voor de modellen van de komende tien à vijftien jaar, biedt een voldoende solide ruggengraat om her en der verstevigingen aan te brengen. De torsiestijfheid van 21.000 Nm per graad (ten opzichte van 27.000 voor de coupé) is volgens de maker de beste in zijn klasse. De trillingen in de stuurkolom zijn dan ook veel minder dan in de DB9 Volante. Tel daarbij de iets hardere vering op en het stuurgedrag van de Roadster doet nauwelijks onder voor dat van de gewone Vantage. Hoewel-ie zeventig kilo extra mee moet torsen, voelt hij net zo lichtvoetig en direct aan. Je zou absoluut niet zeggen dat hij 1.710 kilo weegt.
Je hoeft niet tot het uiterste te gaan om te voelen dat de Aston Martin als uit graniet gehouwen aandoet. Vering en demping zijn straf, maar zeker niet onaangenaam. Net als de eerste reactie op het gaspedaal is ook in de besturing enige initiële terughoudendheid ingebouwd, meer dan in bijvoorbeeld een Porsche of Ferrari. Maar dankzij de progressief werkende dempers bijt de Brit zich echter na de turn-in als een pitbull in het asfalt. De hoeveelheid grip is van de buitencategorie.
Nog één rondje
Na vijftien kilometer komen we langs Châlet Reynard, een restaurant dat de overgang tussen het bos en de maanachtige top markeert. Met de vergrote overzichtelijkheid kan ook het tempo omhoog en brengt de zeldzaam homogene machine ons in een ritmische roes van accelereren, remmen, schakelen en sturen. Áls de limiet bereikt wordt, moet je redelijk snel zijn met je reacties. Met de motor achter de vooras en de versnellingsbak achterin is de balans gelukkig subliem. Tel daarbij het goed werkende sperdifferentieel en het kost weinig moeite om de Vantage onder controle te houden.
Naast de kort en trefzeker schakelende, maar tevens enige spierkracht vergende handbak zijn beide Vantage-varianten sinds heden ook leverbaar met het gerobotiseerd versnellingssysteem Sportshift (E 6.000). De bak is hetzelfde, de koppeling werd geautomatiseerd met behulp van Magneti Marelli. Met 200 milliseconden is de schakeltijd fractioneel langzamer dan die van bijvoorbeeld een F430, maar het systeem werkt wel soepel en verfijnd. Jammer alleen dat de flippers te klein zijn, want ze draaien niet mee met het stuur.
Vlak voor de top komen we Ulrich Bez weer tegen, die dubbelop staat te genieten: van het uitzicht en van 'zijn' voorbij brullende Astons. "Ik moet je zeggen dat ik hier een stuk meer van geniet dan ik drie jaar geleden op mijn fiets deed." Dat kunnen we ons levendig voorstellen. Zelfs een goed getrainde wielrenner heeft bijna twee uur nodig voor de fascinerende klim. De Aston Martin klaart het klusje zonder probleem in een kwartier. We gaan snel naar beneden om nog een rondje te doen.