In het wild: Auto Union 1000 (1963)

De vier merken Audi, DKW, Horch en Wanderer, gevestigd in het oosten van Duitsland, bundelden in de jaren dertig hun krachten in een poging om de economische malaise te doorstaan. Het resulterende Auto Union zag zich in 1940 wegens de oorlog genoodzaakt de productie van personenauto's tijdelijk te staken om zich op militaire voertuigen te richten. Na de oorlog verdwenen de automerken Horch en Wanderer van het toneel. In de Horch-fabriek, waar eens de geavanceerde Silberpfeilen van Auto Union waren vervaardigd, en in de Audi-fabriek werden later Trabants gebouwd. DKW was naar Ingolstadt verhuisd en in 1949 op volle kracht terug om personenauto's te bouwen en ontwikkelen. Een paar jaar later breidde het de productie uit met een vestiging in Düsseldorf.

Deze Auto Union 1000 was in 1958 de eerste auto die weer onder die merknaam op de markt verscheen. Tot die tijd mocht de naam Auto Union juridisch nog niet gebruikt worden. Wie de DKW 3=6 kent, die in 1953 uitkwam, weet dat de Auto Union 1000 diens opvolger is, in feite een doorontwikkeling. Een 45 pk sterke 981 cc grote driecilinder tweetaktmotor was verantwoordelijk voor de aandrijving van de voorwielen. De 1000 was leverbaar als twee- en vierdeurs sedan, driedeurs stationwagon, coupé en cabriolet. Op de foto's de 1000 S, een tweedeurs sedan. Dit blauwe exemplaar werd in 1963 nieuw in Nederland verkocht.

In 1963 volgde de veel moderner gelijnde DKW F102 deze 1000 op. De F102 was de laatste auto die als DKW door het leven ging, wederom met een tweetaktmotor, nu met 1,2 liter inhoud. Volkswagen nam in 1966 Auto Union over van Mercedes, dat sinds 1959 eigenaar was en monteerde in het model een viertakt middendrukmotor (compressie tussen benzine- en dieselmotor in, vergelijkbaar met Mazda SkyACtiv nu) die nog door Mercedes was ontwikkeld. Vanaf toen werd het model onder de merknaam Audi verkocht.