Renault 4 GTL (1985) #3
autoreview
Signalement
Uitvoering | 4 GTL |
---|---|
Versnellingen | 4, Handgeschakeld |
Bouwjaar | 1985 |
Jaar van aanschaf | 2007 |
KM-stand bij aanschaf | 108.000 km |
KM-stand laatst | 0 km |
Partir, c´est mourir un peu
Uitgerekend in het jaar dat dit icoon 50 jaar bestaat valt het afscheid: als ik de telefoon opneem begint de APK man het gesprek met een hele diepe zucht. Da's geen goed nieuws. Alsof hij een autopsierapport voorleest, somt hij een hele reeks mechanische ziektebeelden op. Met als conclusie dat het 4tje toe is aan reïncarnatie, of een ander waardig afscheid. Ik was er al bang voor. Als ik de achterdeurtjes of achterklep opendeed, zag ik door de dorpels heen het wegdek. Dat hoort niet zo. En dat bleken alleen nog de in het oog springende symptomen, het hele chassis was een soort van krokant geworden. Als een zak chips. Roest was altijd al zijn grootste vijand.
Oerbetrouwbaar
Als de roestduivel geen vat zou krijgen op het 4tje, dan zou 'ie waarschijnlijk zomaar twee of drie generaties meegaan. De techniek en mechaniek zijn namelijk nagenoeg onverslijtbaar.
Dat zit hem vooral in het aloude cliché: wat er niet opzit kan ook niet kapot. En er zit niets op. Of aan. Zelfs raamslingertjes ontbreken en aan een schuifraampje kan helemaal niets kapot. Of het moet het ruitje zelf zijn natuurlijk.
In de ruim 4 (is dat toeval?) jaar dat ik hem had, heb ik een keer de accu moeten vervangen. Big deal. De rest van de tijd was het starten en lopen, zomer en winter. Zelfs in de afgelopen, bijna Siberische, barre winters. Na 3 weken stilstand moest ik hem uit een hoop sneeuw graven en de dichtgevroren deurtjes zonder teveel schade aan de rubbertjes open zien te krijgen. Daarna was het een fluitje van een cent: sleuteltje omdraaien, chokeknop (weet iemand nog wat dat is?) uittrekken, paar seconden flink doorstarten en hij liep alsof ik hem gisteren had weggezet. Chapeau!
Comfortabel
Met hoofdletters. Maar, alles in perspectief natuurlijk. Het ontwerp is 50 jaar oud en destijds bedoeld voor Jean avec le Bonnet. Als je uit je Citroën C6 (ook mooi!) hierin stapt, zul je me met de lege blik van een koe aankijken als ik met droge ogen beweer dat het comfort ongeëvenaard is. We zijn tenslotte vijf decennia verder.
De vering is ongekend soepel, met als bijkomend effect dat je elke rotonde een of twee keer overstag gaat voor je gevoel. Overhellen dus. Ondanks dat, is 'ie relatief ongevoelig voor zijwind, je maakt hoogstens een paar graden slagzij. Hij blijft vrijwel onverstoorbaar in het spoor.
Voor drempels hoef je bijna niet af te remmen, mits je chassis niet al te knapperig door roest is natuurlijk, dan wordt het andere koek. En het ziet er vooral ook heel asociaal uit, vol gas over een drempel, dat doen we niet. Dat doen alleen petjes.
Ook het motorgeluid is alleszins acceptabel bij een kruissnelheid van zo'n 110 tot 120 km/u. De stoeltjes zitten daarbij heerlijk, lekker Frans comfortabel zacht. En schouder aan schouder met je passagier, ook gezellig. Moet je eens 's avonds in de regen doen: alleen je snelheidsmeter is verlicht, als een theelichtje en met de zwiepende ruitenwissertjes aan naar buiten turen met het kacheltje op vol maakt zo'n ritje downright romantisch. Al ligt het er wel aan wie er naast je zit, natuurlijk.
Iedereen kent dit icoon ook. Of is erin opgegroeid, blijkens de verhalen van mensen die je er op aanspreken, als je staat te tanken bijvoorbeeld (geen vaak voorkomende en tijdrovende bezigheid; klein tankje en hij rijdt zomaar 1 op 17).
Hele families plus vakantiebagage werden erin gestouwd, op weg naar de Zuid Franse camping. En geen DVD's of Ipods onderweg, gewoon liedjes zingen, nummerborden tellen en wéér moeten plassen. Those were the days!
Maar dat was vroeger, ook in het hedendaagse verkeer kun je er prima mee uit de voeten. Zelfs als dagelijks vervoermiddel. Alles in het redelijke natuurlijk: als je jaarlijks 55.000 km rijdt om je prospects te bezoeken is een modern lease dieseltje wellicht een betere keuze. Hoef je dat niet, dan rij je spotgoedkoop (geen wegenbelasting, goedkope verzekering en nauwelijks onderhoud) je bijna dagelijkse rondjes om de kerk.
Opvallend is wel dat je op de linkerbaan van de snelweg met enige regelmaat een soort prooi wordt voor het moderne wagenpark. Je wordt gedoogd en toegelachen als je netjes rechts rijdt, ga je inhalen (zelfs als je dat gewoon met 120 doet) dan kruipen ze ineens opvallend vaak intimiderend op je achterbumpertje en proberen je terug te dwingen in je natuurlijke habitat, de rechter rijstrook. De diepere psyche achter dit gedrag is mij nog steeds niet duidelijk. Ik vermoed een ongerede angst bij deze gejaagde accountmanagers dat dat malle autootje voor ze plots doormidden breekt, nét nu zíj erachter zitten. Niet geheel ondenkbaar, volgens bovengenoemde APK keurmeester. Het zij zo, je went eraan. Rustig blijven, wat sowieso een goed idee is door het ontbreken van ABS, airbags, kreukelzones of om het even wat voor veiligheidsmiddelen. Dat was destijds alleen nog weggelegd voor de (veel) hogere klasses. Net als stuurbekrachtiging, of airco. Maar met het dunne stuurtje draai je hem zelfs als je bijna stilstaat nog met de handpalm geroutineerd het kleinste parkeerplekje in. En als het te warm wordt zet je, très simple, de klepjes onder de voorruit open. Werkt altijd, hoeft nooit bijgevuld te worden en gaat niet kapot.
Problemen
Roest. Altijd op de loer. We hadden het er al over en behalve het chassis heeft ook de carrosserie er last van. Zelfs het met de hand overschilderen met zwarte Hammerite (want dat kan over roest, stond er duidelijk op de pot, ik zie de puristen nu wit wegtrekken........) kon het tij niet keren. Hij zag er heel apart uit, beetje ratlook, maar op de bekende plekken als achterspatborden bleef het maar bobbelen en schilferen.
Ook brak het scharnier van de achterklep af, weer die vermaledijde roest. Daar sta je dan: op een volle parkeerplaats met in de ene hand je boodschappentas en in de andere hand je achterklep. Dolkomisch vond het winkelend publiek het. Ik ook, maar voordat ik er écht om kon lachen, wilde ik het eerst even laten reparen. Een handige hobbylasser bracht uitkomst en na een kwartiertje spetteren en vonken zag je er bijna niets meer van.
Technisch gezien had 'ie nog járen voortgekund, maar uiteindelijk won de roestduivel de strijd. De keurmeester had blijkbaar flink in het chassis zitten poken, want er hingen ineens heel erg zichtbaar flappen en stukken onder de auto die ik nog nooit gezien had............ Alsof de hartchirurg vergeten was de patiënt weer netjes dicht te maken. Jammer, want ik heb nog nooit zo lang zo'n betrouwbaar en karaktervol autootje gereden.
Inmiddels is het 4tje verkocht voor onderdelen, naar de sloop was doodzonde en geen optie. Gereïncarneerd als donorauto, het maakt de cirkel weer rond!
- Betrouwbaarheid
- Prestaties
- Comfort
- Kosten
- Zou u weer een auto van dit merk kopen? ja
Beoordeel deze review
Geef uw mening over schrijfstijl en bruikbaarheid. Bij tenminste vijf binnengekomen waarderingen zal de gemiddelde beoordeling getoond worden.