rke
Wegverkenner
Met stroom wordt een beweging bedoeld van deeltjes die gemiddeld genomen een kant op gaan. Een bekende vorm van stroom is het water van een rivier. Een ander bekend voorbeeld zijn de elektronen die van de minpool naar de pluspool van een spanningsbron stromen. Verder wordt bij auto's ook de stroom van gassen in in en uitlaat stroom genoemd, maar dan aangeduid met de Engelse term "flow".
Ik beperk mezelf in dit artikel tot de elektrische stroom en auto's.
Ooit werd een verbrandingsmotor opgestart met handkracht. Je stopte wat energie vanuit jouw spieren in het 'apparaat' en als gevolg daarvan begon het 'apparaat' te stinken, roken, walmen en ook nog brandstof in warmte en mechanische energie om te zetten. Dit apparaat was de otto-motor die we vandaag de dag nog steeds kennen als de diesel of benzinemotor. Dit apparaat werd ook gebruikt om de nukkige paarden voor de postkoets te vervangen en de combinatie van zo'n motor met koets heet sindsdien een auto. Koets, paardjes weg en plofmotor terug.
Terwijl deze ontwikkeling gaande was, werd er links en rechts wat met elektriciteit geprutst. Batterijen en de generator werden ontwikkeld en men ontdekte zelfs batterijen die je opnieuw kon opladen: de meest bekende is de lood-zwavelzuur accumulator, een accu.
In de beginjaren van de automobiel was de plofmotor een lastig en complex ding. Je moest het ding met de hand starten, de ontsteking met de hand instellen, je moest zorgen voor een brandbaar mengsel en de brandstof en olie stonk anders dan de bekende damesproducten uit de omgeving van Parijs. Een of andere handige Harry kwam op het lumineuze idee de accu aan een elektromotor te knopen, zodat de dames zonder vieze handen toch met de automobiel konden rijden. Jammer genoeg was de snelheid van deze elektrische voertuigen laag, de actieradius was maar gering en bovendien was onderweg bijladen een onderneming die uitdagingen creëerde. Terwijl je met de plofauto gewoon een litertje of wat brandstof in de brandstoftank knikkerde en je kon weer verder rijden.
Maar de accu was wel handig om de plofmotor op gang te slingeren en daarmee werden dynamo, accu en elektrische startmotor bijna onmisbare accessoires in de auto.
Vandaag de dag begrijpen we dat een plofmotor kan stinken. Gelukkig zijn de stroomkunstenaars inmiddels zo handig dat met wat zand complete rekenmachines in zeer klein formaat te bouwen zijn. Dat gaf de stroomkunstenaars de mogelijkheid de plofmotor zo ver te optimaliseren dat vrijwel ieder molecuul brandstof tot CO2 en andere schadelijke stoffen omgezet kan worden.
Maar de stroomkunstenaars gingen verder. Met inspiratie uit de verhalen van Donald Duck werd het elektrische voertuig opnieuw uitgevonden. Met veel betere accu's en geholpen door de moderne computergoochelaars wordt de accu-auto nieuw leven ingeblazen. De voordelen liegen er niet om: je maakt energie, slaat de energie op en gebruikt de energie los van de werkelijke energiebron in plaats van de energiebron in een tank te mikken en als je het nodig hebt om te vormen naar energie. Van alle problemen van Oma Duck (traag, geringe actieradius, lange oplaadtijd) is in ieder geval het probleem 'traag' compleet van tafel geveegd. Moderne accu-auto's zijn minstens even snel als de plof-broeders en als je het over acceleren hebt zijn ze niet makkelijk te verslaan. De geringe actieradius en lange oplaadtijd worden deels opgelost door een zeer grote energiestroom richting accu mogelijk te maken en door op veel plaatsen snelladers te plaatsen. Hierdoor mogen ook deze eigenschappen niet meer echt belemmerend zijn, hoewel de verhouding van 2 keer tussen de theoretische en praktische score nog steeds overdreven overkomt.
Toch, er speelt nog een probleem wat zowel voor plofauto's als accuauto's geldt. Wij zijn inmiddels ernstig verwend door de fabrikanten met heel veel veiligheid en luxe. Het gevolg is dat de doorsnee, moderne auto loodzwaar geworden is. Waar net na de tweede wereldoorlog een paar honderd kilo het minimale autogewicht was, loopt het minimale gewicht vandaag de dag richting de duizend kilo. En de nieuwste ontwikkelingen met accu's zijn wat dat betreft niet gunstig: zo'n accu weegt echt veel.
Daarnaast doet de reclame leuk mee. De reclamejongens maken reclame dat een elektrische auto niet stinkt (niet hier, dat doet hij bij de centrale). Vervolgens verzwijgen deze reclamboys dat ergens een behoorlijke krachtige stroombron staat die de stroom mag opwekken. Heel vaak is dat die generator die met kolen, gas of kernenergie verderop in de straat gestookt wordt. Het lijkt wel alsof het publiek aanneemt dat de 'stroom' uit de muur getrokken kan worden als de kroketten bij Bram Ladage. Je gooit een euro in de sleuf en je hebt een kant en klaar, hapklaar brok energie. Dat Bram Ladage personeel heeft wat iedere zoveel minuten verse kroketten in de muur propt... who cares.
Ik merk dat mensen wel eens naar zonne en windenergie wijzen als het over de opwekking van elektriciteit gaat. Deze energiebronnen zijn niet te versmaden, maar als je over de hoeveelheden energie gaat praten die onze maatschappij nodig heeft zijn het slechts speldeprikjes. En dan heb ik het ook over de onnodig grote energiebehoefte van zowel plofauto's als accuauto's.
Kortom: we gebruiken heel veel energie en ook veel energie om onze voertuigjes te laten rijden. Accu-auto's zijn op dit moment zelfs zwaarder dan plofauto's, die gebruiken nog meer energie dan plofauto's. Waarbij ik wel de kanttekening moet maken dat de accu-auto zijn energie voornamelijk betrekt uit de kolencentrale die met een hoger rendement werkt dan de plofauto. Dat compenseert een deel van de de eneregiewinst.
Je zou jezelf kunnen afvragen wat de toekomst ons gaat brengen. Uiteraard is de wenselijke situatie de toekomst die voor de mensheid als geheel het beste is. Als je elektrische motoren en ottomotoren met elkaar vergelijkt is er in mijn optiek nog steeds geen duidelijke winnaar aan te wijzen. Toch meent de overheid middels subsidies en kortingen de brave burger te moeten sturen en ik vind dat het resultaat hiervan wat lijkt op die beroemde olifant in de porceleinkast. Ik denk dat de overheid pas de burgers in een bepaalde richting moet gaan sturen wanneer de technici het eens zijn dat de ene techniek superieur is aan de andere. Het is ook nog maar de vraag wat de overlevingskansen zijn voor de elektrische auto als de overheid de subsidiestroom stil legt.
De elektrische auto's zowel als de auto's met verbrandingsmotor (en de hybride auto die van twee walletjes eet) hebben nog steeds hun duidelijke voor en nadelen. Naar mijn mening vullen de technieken elkaar aan en staan ze niet tegenover elkaar.
Op accu-gebied worden nog steeds verbeteringen geboekt, maar ook de verbrandingsmotor is nog steeds in ontwikkeling. Raar genoeg wordt de optie van schaalverkleining van auto's hierbij op voorhand al naar de zijlijn gedirigeerd, met als voornaamste argument dat schaalverkleining ten koste gaat van bruikbaarheid en veiligheid. Terwijl juist met schaalverkleining enorme voordelen behaald kunnen worden, zoals al heel vaak aangetoond is door professionele automotive zieners en zelfs door amateur-sleutelaars.
De vraag blijft dus: rijden we in de toekomst allemaal in een elektrisch karretje of blijft de plofmotor toch bestaan?
Ik beperk mezelf in dit artikel tot de elektrische stroom en auto's.
Ooit werd een verbrandingsmotor opgestart met handkracht. Je stopte wat energie vanuit jouw spieren in het 'apparaat' en als gevolg daarvan begon het 'apparaat' te stinken, roken, walmen en ook nog brandstof in warmte en mechanische energie om te zetten. Dit apparaat was de otto-motor die we vandaag de dag nog steeds kennen als de diesel of benzinemotor. Dit apparaat werd ook gebruikt om de nukkige paarden voor de postkoets te vervangen en de combinatie van zo'n motor met koets heet sindsdien een auto. Koets, paardjes weg en plofmotor terug.
Terwijl deze ontwikkeling gaande was, werd er links en rechts wat met elektriciteit geprutst. Batterijen en de generator werden ontwikkeld en men ontdekte zelfs batterijen die je opnieuw kon opladen: de meest bekende is de lood-zwavelzuur accumulator, een accu.
In de beginjaren van de automobiel was de plofmotor een lastig en complex ding. Je moest het ding met de hand starten, de ontsteking met de hand instellen, je moest zorgen voor een brandbaar mengsel en de brandstof en olie stonk anders dan de bekende damesproducten uit de omgeving van Parijs. Een of andere handige Harry kwam op het lumineuze idee de accu aan een elektromotor te knopen, zodat de dames zonder vieze handen toch met de automobiel konden rijden. Jammer genoeg was de snelheid van deze elektrische voertuigen laag, de actieradius was maar gering en bovendien was onderweg bijladen een onderneming die uitdagingen creëerde. Terwijl je met de plofauto gewoon een litertje of wat brandstof in de brandstoftank knikkerde en je kon weer verder rijden.
Maar de accu was wel handig om de plofmotor op gang te slingeren en daarmee werden dynamo, accu en elektrische startmotor bijna onmisbare accessoires in de auto.
Vandaag de dag begrijpen we dat een plofmotor kan stinken. Gelukkig zijn de stroomkunstenaars inmiddels zo handig dat met wat zand complete rekenmachines in zeer klein formaat te bouwen zijn. Dat gaf de stroomkunstenaars de mogelijkheid de plofmotor zo ver te optimaliseren dat vrijwel ieder molecuul brandstof tot CO2 en andere schadelijke stoffen omgezet kan worden.
Maar de stroomkunstenaars gingen verder. Met inspiratie uit de verhalen van Donald Duck werd het elektrische voertuig opnieuw uitgevonden. Met veel betere accu's en geholpen door de moderne computergoochelaars wordt de accu-auto nieuw leven ingeblazen. De voordelen liegen er niet om: je maakt energie, slaat de energie op en gebruikt de energie los van de werkelijke energiebron in plaats van de energiebron in een tank te mikken en als je het nodig hebt om te vormen naar energie. Van alle problemen van Oma Duck (traag, geringe actieradius, lange oplaadtijd) is in ieder geval het probleem 'traag' compleet van tafel geveegd. Moderne accu-auto's zijn minstens even snel als de plof-broeders en als je het over acceleren hebt zijn ze niet makkelijk te verslaan. De geringe actieradius en lange oplaadtijd worden deels opgelost door een zeer grote energiestroom richting accu mogelijk te maken en door op veel plaatsen snelladers te plaatsen. Hierdoor mogen ook deze eigenschappen niet meer echt belemmerend zijn, hoewel de verhouding van 2 keer tussen de theoretische en praktische score nog steeds overdreven overkomt.
Toch, er speelt nog een probleem wat zowel voor plofauto's als accuauto's geldt. Wij zijn inmiddels ernstig verwend door de fabrikanten met heel veel veiligheid en luxe. Het gevolg is dat de doorsnee, moderne auto loodzwaar geworden is. Waar net na de tweede wereldoorlog een paar honderd kilo het minimale autogewicht was, loopt het minimale gewicht vandaag de dag richting de duizend kilo. En de nieuwste ontwikkelingen met accu's zijn wat dat betreft niet gunstig: zo'n accu weegt echt veel.
Daarnaast doet de reclame leuk mee. De reclamejongens maken reclame dat een elektrische auto niet stinkt (niet hier, dat doet hij bij de centrale). Vervolgens verzwijgen deze reclamboys dat ergens een behoorlijke krachtige stroombron staat die de stroom mag opwekken. Heel vaak is dat die generator die met kolen, gas of kernenergie verderop in de straat gestookt wordt. Het lijkt wel alsof het publiek aanneemt dat de 'stroom' uit de muur getrokken kan worden als de kroketten bij Bram Ladage. Je gooit een euro in de sleuf en je hebt een kant en klaar, hapklaar brok energie. Dat Bram Ladage personeel heeft wat iedere zoveel minuten verse kroketten in de muur propt... who cares.
Ik merk dat mensen wel eens naar zonne en windenergie wijzen als het over de opwekking van elektriciteit gaat. Deze energiebronnen zijn niet te versmaden, maar als je over de hoeveelheden energie gaat praten die onze maatschappij nodig heeft zijn het slechts speldeprikjes. En dan heb ik het ook over de onnodig grote energiebehoefte van zowel plofauto's als accuauto's.
Kortom: we gebruiken heel veel energie en ook veel energie om onze voertuigjes te laten rijden. Accu-auto's zijn op dit moment zelfs zwaarder dan plofauto's, die gebruiken nog meer energie dan plofauto's. Waarbij ik wel de kanttekening moet maken dat de accu-auto zijn energie voornamelijk betrekt uit de kolencentrale die met een hoger rendement werkt dan de plofauto. Dat compenseert een deel van de de eneregiewinst.
Je zou jezelf kunnen afvragen wat de toekomst ons gaat brengen. Uiteraard is de wenselijke situatie de toekomst die voor de mensheid als geheel het beste is. Als je elektrische motoren en ottomotoren met elkaar vergelijkt is er in mijn optiek nog steeds geen duidelijke winnaar aan te wijzen. Toch meent de overheid middels subsidies en kortingen de brave burger te moeten sturen en ik vind dat het resultaat hiervan wat lijkt op die beroemde olifant in de porceleinkast. Ik denk dat de overheid pas de burgers in een bepaalde richting moet gaan sturen wanneer de technici het eens zijn dat de ene techniek superieur is aan de andere. Het is ook nog maar de vraag wat de overlevingskansen zijn voor de elektrische auto als de overheid de subsidiestroom stil legt.
De elektrische auto's zowel als de auto's met verbrandingsmotor (en de hybride auto die van twee walletjes eet) hebben nog steeds hun duidelijke voor en nadelen. Naar mijn mening vullen de technieken elkaar aan en staan ze niet tegenover elkaar.
Op accu-gebied worden nog steeds verbeteringen geboekt, maar ook de verbrandingsmotor is nog steeds in ontwikkeling. Raar genoeg wordt de optie van schaalverkleining van auto's hierbij op voorhand al naar de zijlijn gedirigeerd, met als voornaamste argument dat schaalverkleining ten koste gaat van bruikbaarheid en veiligheid. Terwijl juist met schaalverkleining enorme voordelen behaald kunnen worden, zoals al heel vaak aangetoond is door professionele automotive zieners en zelfs door amateur-sleutelaars.
De vraag blijft dus: rijden we in de toekomst allemaal in een elektrisch karretje of blijft de plofmotor toch bestaan?