In 1971 verschijnt de
Alpine A310 als sportieve topper van het
Renault-gamma. De polyester carrosserie is uitgebreid getest in de windtunnel; net als bij de
Porsche 911 ligt de viercilinder motor achter de achteras. Het is de uit de R16 TS bekende 1.565 cc motor, voorzien van een speciale Alpine cilinderkop, waardoor het vermogen uitkomt op 128 pk. Door zijn vlieggewicht van 825 kg sprint de A310 in minder dan 9 seconden naar de 100 en bedraagt de top ongeveer 215 km/h.
Net als de
Citroën SM heeft hij 6 vierkante koplampen achter een bijna doorlopend glazen paneel. De A310 heeft een zeventien cm langere wielbasis dan de A110 en daardoor ruimte voor noodzitjes achterin. Lederen bekleding en elektrisch bedienbare ramen zijn standaard. In 1976 krijgt de door
Peugeot, Renault en
Volvo samen ontwikkelde 2,7-liter V6 ook een plaatsje achterin de A310 V6; het vermogen bedraagt 150 pk. De neus wordt licht gewijzigd met nu 4 koplampen en een verder dichte neus zonder de brede glazen stroken. In 1985 vervangen de Alpine V6 GT en V6
Turbo de A310.