Voor modeljaar 1963 presenteert
Chevrolet in 1962 de tweede generatie van de
Corvette, de Corvette Sting Ray (C2). De verse Vette heeft een nieuw uiterlijk gekregen, met een lagere neus en klapkoplampen, geïnspireerd op de uit 1959 stammende Chevrolet Sting Ray racer. GM-designchef Bill Mitchell en zijn assistent Larry Shinoda tekenen voor de vormgeving. Net als bij de voorganger is de carrosserie van glasfiber, om gewicht te besparen. Bijzonder voor een Amerikaanse auto is de onafhankelijke achterwielophanging.
De klant heeft bij de introductie keuze uit een hele reeks
V8-motoren van 5,4 liter. Het meest spectaculair is echter de in 1966 geïntroduceerde 427-uitvoering, met een 7-liter V8 die 425 pk levert. Daarmee sprint de Sting Ray in ongeveer 5 seconden naar de 100 km/h. De topsnelheid ligt op 245 km/h. De Sting Ray is ook als fraaie coupé leverbaar, met zogenaamd ‘split window’, waarbij de daklijn eindigt in een punt. Vanaf 1965 hebben de Corvettes standaard schijfremmen rondom. In 1968 volgt de derde generatie (C3), die bekend wordt onder de bijnaam ‘Coca Cola bottle’, vanwege de voluptueuze, getailleerde flanken. Van de C2 zijn dan 117.964 exemplaren van de band gerold (waarvan 45.546 coupés).