Een grote gebeurtenis in 1997 is de geboorte van de nieuwe
Porsche 911 (type 996), die de klassieke 911 na 34 jaar met pensioen stuurt. Porsche-adepten willen maar één ding weten: is de nieuwe een echte 911?
Met zijn gladdere design en watergekoelde in plaats van luchtgekoelde boxermotor stelt de 996 op papier ietwat teleur. De scepsis verdwijnt echter al snel na de eerste gereden meters. Uit kostenoverwegingen deelt de 911 de nodige componenten met de kleinere
Boxster, zoals voorwielophanging, besturing, remmen, portieren en koplampen. De 911 groeide aan alle kanten iets. De wielbasis nam met acht cm toe ten opzichte van de oude 911. De nieuwe 3,4-liter (3.387 cc) zescilinder boxermotor levert 300 pk en 350 Nm. Daarmee haalt de 911 280 km/h en is de sprint van 0 naar 100 in 5,2 seconden achter de rug.
In de navolgende jaren worden alle bekende 911-varianten, zoals cabrio, targa, Carrera 4 (met vierwielaandrijving),
Turbo en GT weer leverbaar. Vanaf 2001 heeft de 911 een wat grotere en nog sterkere boxermotor onder de kap: uit 3.596 cc perst deze krachtbron 320 pk en 370 Nm. In 2004 lost de op vele punten verbeterde 997 de 996 af. Daarbij keren de typische ronde koplampen en de taillering van de carrosserie terug.