In 1971 toont
Lamborghini op de Salon van Genève het prototype LP500. De typenaam staat voor Longitudinale Posteriore, ofwel een in lengterichting achterin geplaatste motor, met 5 liter
cilinderinhoud. Het betreft een doorontwikkeling van het chassis van de Miura, met als grootste verschil de niet langer dwars, maar in lengterichting geplaatste V12.
De vrij radicale styling van de body, met vleugeldeuren, stamt wederom van Bertone’s Marcello Gandini. Het prototype heeft een tot vijf liter opgeboorde V12 met 440 pk. De versnellingsbak is vóór de motor geplaatst; de cardanas loopt door het motorcarter naar achteren. Pas in 1974 gaat deze revolutionair ogende auto in serieproductie, onder de typenaam LP400. Roepnaam: Countach.
Zoals de typenaam al aangeeft, is teruggegrepen op de bekende 3.929 cc Miura-V12 met nu 375 pk. De Countach maakt gebruik van een buizenchassis, met daaroverheen dun aluminium plaatwerk. Alles is erop gericht, het gewicht zo laag mogelijk te houden. In 1978 wordt de Countach op tal van punten verbeterd. Zo worden de wielophanging en remmen aangepakt. Ook wordt het spoor voor en achter verbreed, wat de minder fraaie spatbordverbredingen nodig maakt.
In 1981 wordt deze Countach LP400 S opgevolgd door de LP500 S, met een tot 4.754 cc vergrote V12, die nu 400 pk levert. Vanaf 1985 levert de nu 5,2 liter grote en van 4 kleppen per cilinder voorziene motor 455 pk, hetgeen resulteert in de benaming LP500 Quattrovalvole. In 1988 wordt het 25-jarig bestaan van de firma gevierd met een speciale editie: de 25th Anniversary. In 1990 vervangt de
Diablo de Countach.