Jean Daninos begon zijn carrière met het ontwerpen van speciale carrosserieën voor Panhard, Simca en
Ford. Hij droomt echter van een eigen sportwagen, en maakt die droom in 1954 waar met de Facel Vega FV-4, die in 1958 wordt opgevolgd door de HK500. De luxueuze en snelle vierzits coupés worden aangedreven door een machtige
Chrysler V8.
In 1961 vindt Daninos het tijd worden voor een nieuwe jas voor de gran turismo’s. De HK500 moet een carrosserie krijgen volgens de laatste mode. De Facel II krijgt lagere en hoekigere vormen en in het oog springende, staande koplampen die een beetje doen denken aan de door
Mercedes gebruikte exemplaren. Onder het gelifte plaatwerk blijft de bekende techniek gehanteerd: een 6,3-liter V8 van Chrysler dus, met maar liefst 390 pk… De Facel II is leverbaar met een handgeschakelde vierbak of een drietraps automaat (met een tot 355 pk teruggetunede motor). Hij sprint in 8,3 seconden naar de 100 km/h en de top ligt op 240 km/h. Schijfremmen rondom,
stuurbekrachtiging, lederen bekleding en elektrisch bedienbare ramen zijn standaard aanwezig. De coupé is daardoor echter drie keer zo duur als bijvoorbeeld een
Citroën DS, en wordt bepaald geen succes. Het bedrijf uit Parijs moet in 1964 de deuren dan ook definitief sluiten na 184 geproduceerde Facel II modellen.