In mei 1971 begint de productie van de langverwachte
BMW Touring op basis van de 02. Reeds jaren circuleren spionagefoto’s van de prototypes, maar BMW durft het na lange interne discussies nu pas aan om de Touring op de markt te brengen. Men was vooral bang voor aantasting van het in de jaren zestig zorgvuldig opgebouwde imago: combi’s waren in deze tijd vooral pakezels voor klusbedrijven, timmerlieden, behangers, loodgieters enz. en weinig stijlvol.
Om de traditionele klanten van BMW niet te zeer af te schrikken wordt de Touring uitdrukkelijk niet als combi, maar meer als een soort luxe, sportieve reiswagen / coupé met variabele bagageruimte (dankzij de in gelijke delen omklapbare achterbankleuningen) in de markt gezet. Tijdens het Salon van Brussel beleeft de auto zijn debuut; hij is vooralsnog leverbaar als 1600, 2000 en 2000 tii. Die laatste tweeliter versie is nieuw in het 02-gamma en lost de 120 pk 2000/2002 TI motor af. Met injectie en 130 pk (0 naar 100 in 9,2 s en een top van 190 km/h) moet de 2000 tii Touring voor het sportieve imago zorgen.
Ook is voor het eerst in de geschiedenis van BMW een optiepakket leverbaar: het Rallyepakket, met lichtmetalen velgen, mistlampen vóór, andere knipperlichten, Recaro kuipstoelen en toerenteller. Eind 1971 wordt de 1800 toegevoegd. In 1973 krijgen de Touring-modellen een facelift en dezelfde aanduidingen als de 02, dus 1802, 2002, enz.. De eerste Touring, die gebouwd wordt tot 1974, is met slechts 32.000 exemplaren niet het doorslaande succes waarop BMW hoopt en het duurt dan ook tot 1987 voor men weer met een nieuwe Touring komt, ditmaal op basis van de
3-serie.