Chevrolet presenteert in 1983 de
Corvette C4, oftewel de vierde generatie van de befaamde sportwagen. Eind jaren tachtig besluit General Motors deze Corvette, die in Europa niet echt voor ‘vol’ wordt aangezien tussen sportwagens als
Porsche en
Ferrari, een krachtkuur te geven. Het resultaat is in 1990 de Corvette ZR-1. General Motors besteedt de ontwikkeling en afstemming van het model en de motor uit aan
Lotus.
De motorinhoud blijft onveranderd op 5,7 liter, een inhoud die zeer belangrijk is voor de Amerikaanse markt. De LT5-motor beschikt echter over twee verstuivers en vier kleppen per cilinder en variabele kleptiming, en is daardoor uiteindelijk goed voor 385 pk. Daarmee accelereert de ZR-1 in 5,3 seconden van 0 naar 100 km/h; de topsnelheid bedraagt volgens GM meer dan 260 km/h. De ZR-1 is aan de buitenzijde makkelijk te herkennen aan de speciale lichtmetalen wielen. Omdat de fabrikant bang is dat niet iedereen goed met al dat vermogen om kan gaan, wordt de ZR-1 geleverd met twee verschillende contactsleutels: eentje die al het vermogen ontketent en eentje waarbij de motor maximaal 80% van het vermogen afgeeft (door slechts één verstuiver en drie kleppen per cilinder te gebruiken). Zo kan ook grootmoeder veilig een blokje om met de ZR-1… Modeljaar 1993 brengt iets meer vermogen (nu 405 pk) voor de ZR-1.