Op de Salon van Turijn presenteert
Lancia in 1960 haar eerste model met voorwielaandrijving, de
Flavia. Niet alleen voor Lancia een primeur – het is de eerste in serie gebouwde Italiaanse auto met aandrijving op de voorwielen. Zoals gebruikelijk bij het vooruitstrevende Lancia is de technische trukendoos weer opengetrokken. Ingenieur Antonio Fessia tekent voor het ongewone concept met een ver naar voren – nog vóór de vooras – geplaatste viercilinder boxermotor (eveneens een primeur voor een Italiaanse auto).
De Flavia is standaard uitgerust met schijfremmen rondom en een handgeschakelde vierversnellingsbak met bedieningshendel aan de stuurkolom. De compacte 1,5-liter boxer levert 78 pk; in de enkele jaren later (1962) gepresenteerde Flavia Coupé (van Pininfarina) en vierzits cabriolet (van Vignale) wordt een variant met 90 pk gemonteerd. De 1.190 kg zware sedan haalt met zijn 78 pk een topsnelheid van 160 km/h. Het hoekige design van de vierdeurs berlina is op zijn zachtst gezegd opvallend; de dubbele ronde koplampen en de prominente grille verwijzen naar klassieke Lancia-modellen. Ook het dashboard is apart gestileerd, met een reeks schakelaars linksonder het stuurwiel. Kritiek is er op het in verhouding tot het gewicht geringe vermogen en de hoge prijs.
Volgens insiders is Fessia de mening toegedaan dat snelle auto’s onveilig zijn, en heeft de Flavia om die reden geen snelle motor gekregen. Vanaf 1963 heeft de 1,5-liter een iets kleinere
cilinderinhoud maar wel twee pk extra. In 1967 krijgt de Flavia een grondige restyling, de Serie 2 is geboren. Productie van de Serie 1 alsmede de cabriolet eindigt. In 1970 volgt de derde generatie. Die draagt niet meer de naam Flavia maar heet 2000.