Gordon Murray is vooral bekend als ontwerper van de McLaren Formule 1-auto’s. Hij koestert echter al jaren de wens om zijn uitgebreide know-how van chassis en aërodynamica te wijden aan een supersportauto voor de openbare weg. Deze moet dezelfde sensaties kunnen bieden als de bolides in de Formule 1. In 1992 is het zover: de McLaren F1 verschijnt ten tonele.
De F1 wordt aan binnen- en buitenzijde gekenmerkt door uiterst doelmatig design zonder enige franje. Bijzonder aan de McLaren F1 is ook de zitpositie: de bestuurder zit in het midden, daarnaast is aan weerszijden ruimte voor een passagier, doordat de twee passagiersstoelen schuin achter de bestuurdersstoel zijn geplaatst. Murray heeft
BMW Motorsport GmbH bereid gevonden, speciaal voor de F1 een geheel nieuwe V12 te ontwikkelen. Deze heeft een
cilinderinhoud van 6,1 liter en levert 627 pk. Deze is gekoppeld aan een handgeschakelde 6-versnellingsbak.
Met een gewicht van slechts 1.138 kg is de F1 in staat tot machtige prestaties: een topsnelheid van 370 km/h en een sprint van 0 naar 100 km/h in 3,3 seconden. Voor de F1 worden alleen de duurste en lichtste materialen gebruikt. Deelname aan Le Mans kan natuurlijk niet uitblijven en in 1995 wint de F1 in GTR-uitmonstering deze prestigieuze 24-uurs race met grote overmacht. Daarmee bevestigt de F1 zijn titel van snelste serieproductieauto ter wereld. Tot 1997 worden ongeveer honderd exemplaren gebouwd.